Date 1999-05-10

Publication De Standaard

Performance(s) I said I

Artist(s) De Keersmaeker, Anne TeresaDe Keersmaeker, Jolente

Company / Organization Rosas

Keywords relativiteithandkesirisboucheik-figuuracteerstijlenschoolbord-componisttekst-danswoede-uitbarsting

Schoppen tegen de beklemming van muren

Schoppen tegen de beklemming van muren

Van onze medewerker BRUSSEL -- "I Said I", een Rosas-voorstelling van Anne-Teresa en Jolente De Keersmaeker, is een waagstuk. Als onderdeel van een langlopend onderzoek naar de verhouding tussen tekst en dans, werd gekozen voor een zo weerbarstige tekst als Peter Handkes "Zelfbeschuldiging" uit 1966. Maar bovendien wordt geput uit heel diverse muzieksoorten als jazz, hip hop en (moderne) klassieke muziek. En alsof dat niet genoeg is proberen de tien dansers de meest diverse bewegings- en acteerstijlen uit.

Handkes tekst, een eindeloze reeks uitspraken van een ik-figuur, begint waar die de paradijselijke onschuld van het kind verliest in de taal: hij wordt geleerd/gedwongen "ik" te zeggen. Die eerste "ik" staat aan het begin van een lange reeks geboden en verboden die hem opgelegd worden, en waar hij zich gaandeweg op een paradoxale manier mee identificeert door ze alle te overtreden.

De tekst was door Handke gedacht als een lange litanie die de problematische relativiteit van elk gebod en elk handelen toont. Die aanwijzingen worden hier echter omzeild: de tekst wordt opgebroken in fragmenten die de dansers zich toe-eigenen. Het gevolg is merkwaardig: plots verschuift de focus van het stuk naar de frustratie van jonge mensen over de dwang die ze ervaren. Niet toevallig staat midden vooraan op de scène een miniatuurhuis, en, bij de eerste scènes, een schoolbord.

Het einde van het stuk krijgt dan, in een lange monoloog van Iris Bouche, zowat het karakter van een aanvaarding van dat onontkoombare gegeven. Maar voor het zover is, moeten er heel wat brokken gemaakt worden.

Dat gebeurt ook, op vele manieren. In het dansen en acteren zelf worden de meest uiteenlopende benaderingen van "op de scène staan" gebruikt, waardoor je vaak op het verkeerde been gezet wordt. Zo word je bijvoorbeeld in een centrale solo van Taka Shamoto verleid om te geloven dat haar woede-uitbarsting "echt" is. Als Roberto Olivan in een andere uitbarsting echter telkens weer voor zijn Engelse uitspraak gecorrigeerd wordt door Ursula Robb, begint al dat geschreeuw verdacht veel op een pose, niets anders dan een te spelen rol, te lijken. Wat het schouwtoneel zelf natuurlijk mee relativeert.

Dat gebeurt ook door de nogal herkenbare gekke streken en zelfs uitdagende handelingen die de dansers uithalen. Rosalba Torres bijvoorbeeld die in haar ondergoed een gedrochtelijke dans neerzet of, heel gewoon, Alix Eynaudi die rookt op scène.

Ook puur choreografisch heerst relativiteit. Als Rosas vaak uitmunt door een interne coherentie in structuur en materiaal van een stuk, dan kent de dans hier de meest grillige uitwassen: zowaar zie je zelfs een fragment opduiken dat onmiskenbaar naar jazz-ballet ruikt.

Het grillige muzikale kader kan dat alleen maar versterken. Links van de scène zit het Ictus-ensemble, dat naast eigen werk o.a. Brahms, Berio en Webern speelt, rechts gaat Aka Moon-saxofonist en -componist Fabrizio Cassol er samen met "turntablist" DJ Grazzhoppa stevig tegenaan.

Het enige wat deze onderneming, die alle regels van theater en goede smaak negeert of ondermijnt, samenhoudt is het trefzekere decor van Jan Joris Lamers. Bij de aanvang zitten de dansers gevangen tussen twee houten schuttingen, muren, zijdelings van de scène. Die worden neergehaald, maar dan verrijst achterin een andere schutting: bij haar laatste woorden staat Iris Bouche toch weer met de rug tegen de muur.

"Lukt" deze onderneming nu? Ja en nee. Als onderzoek naar de verhouding tekst-dans stel je vast dat de twee expressies naast elkaar blijven staan: het lijken bijna parallelle verhalen. Maar in de dans en de muziek zitten ook echte parels. Het zal zaak zijn de interactie van tekst en dans nauwer te articuleren. Ze moeten knarsen en schuren, en niet langs elkaar glijden zoals nu door de overdaad gebeurt. Het is een moeilijke evenwichtsoefening: wieden, en toch veelstemmigheid bewaren. Pieter T'JONCK

Tot en met 15 mei in het Luna-theater in Brussel. Daarna o.a. in Antwerpen in DeSingel.