Date de tekst bij al die prachtige
Publication architectuur met'grote A af.-
Performance(s) degelijk in welke mate consumptie-
Artist(s) srrassends te zeggen?
Company / Organization 9 J o n c k
Keywords steele • archi- • architectuur • boek • architec- • tectuur • samen- • be- • mega-bouwwerken • steden
hedendaagse architectuur: Ie bouwwerken
drang, het verlangen naar, steeds
nieuwe beelden of stijlen, wat ken-
merkend is voor de huidige samen-
leving, ook de hedendaagse archi-
tectuur aantast. Het gevaar dat men
de dringende opgaven van de archi-
tectuur, zoals geformuleerd in de
moderne beweging, over het hoofd
ziet, is dan ook reëel.
De vraag naar volkshuisvesting of
ecologisch schone" gebouwen in
een periode waarin de wereldbevol-
king zich steeds meer in verstikken-
de en verpauperende steden samen-
pakt, is een van die issues". Een
andere is de omgang met het verle-
den, de snelle uitputting van elke
ideologische onderbouwing, waar-
door alles snel een kwestie van
stijl" zonder meer wordt.
MERKWAARDIG genoeg is
het volledige betoog van
[een verblindende collage van fo-
to's) een pertinente ontkenning van
al deze ambities.
Dat heeft alles te maken met de
eerste ambitie van het boek: niets is
lingen over hedendaagse architec-
ruur te schrijven. Alleen al de uit-
zonderlijke concentratie van kapi-
:aal die nodig is voor de meeste, in
dit boek getoonde projecten, maakt
iet onmogelijk architectuur als au-
ronorne discipline te beschrijven.
iat de huidige mega-bouwwerken
,totems van een mondiale econo-
me" zijn, maar hij onderzoekt niet
jysternatisch welke druk daardoor
ontstaat op het beroep en welke
ndirecte invloed dat heeft op de
ceuze van wat al dan niet architec-
inir is - en dus in dit boek voor-
coiftt. Het hele boek door blijft de
:ictie van architectuur als een auto-
lome discipline, met een speciaal
voorbehouden plaats op de
>us van de kunsten, intact.
Ondanks alle problemen die aan
het begrip kleven, houdt
netjes aan een indeling van zijn om-
vangrijke materiaal in stijlen". (De
naam van Charles Jencks, de oerva-
der van dit soort stilistische scherp-
slijperij, wordt vreemd genoeg in
dit boek echter niet genoemd.)
Alle contradicties die daarvan het
gevolg zijn? veegt hij netjes onder
de mat door vier hoofdstukken toe
te voegen die meer complexe to--
pies" samenvatten: Los Angeles, Ja-
pan, mega-bouwwerken en wereld-
steden. Ze zijn het intellectueel
schaamblad voor eerdere lacunes.
Het hoofdstuk over de mega-
bouwwerken komt bijvoorbeeld
niet veel verder dan een chronolo-
gische opsomming van de meest
eclatante hoogbouwtorens van de
jongste jaren. De discussies over de
verhouding van die mega-bouw-
werken tot oude steden reduceert
een betekenisloos lijstje pro's en
contra's.
Over Helmut Jahns Messe
bijvoorbeeld: Jahn ondervond
veel tegenstand van een lokale (sic!)
vermeende gebrek aan subtiliteit
sluit de toren goed aan bij de oude
halle uit dezelfde periode." Wat be-
doelt
Waartegen richtte het verzet zich?
Hoe kan een gebouw van zeventig
verdiepingen subtiel" zijn? Alle-
maal vragen waarover
zijn zucht naar onbevooroordeeld-
heid, zwijgt.
Kritiek, hoe objectief ook, die niet
werkt met scherpomlijnde begrip-
pen en argumenten, is geen kritiek
en leidt ook niet tot enig begrip.
EVEN onduidelijk is de keuze
van de gebouwen en de archi-
tecten die
- dicht bij huis - wel
besteedt hij nauwelijks een woord
aan de gangbare bouwproductie
waarbinnen de vermelde projecten
functioneren, en waarmee ze, op
z'n minst in een antagonistische
verhouding verbonden zijn? En als
het dan de bedoeling is om, door
de nevenschikking tekst-beeld, de
theorie aan de praktijk te toetsen,
©
waarom zijn er dan geen plannen,
sneden en ontwerpschetsen opge-
nomen (wat vaak het inzicht beslist
ten goede zou komen).
Een architect als
oeuvre enkel door een analyse van
plattegronden en toelichtingen te
doorgronden is, komt er op die
manier vrij bekaaid af. Niet toevalr
lig is
extreem polemische wijze het debat
de jongste vijftien jaar heeft be-
heerst. Hij maakte komaf met lau-
we appreciaties a la
al, met de idee van architectuur als
autonome kunst.
De ironie van dit boek is dat het
door de combinatie van (overigens
zeer taai leesbare) tekst en foto-ma-
teriaal een belangrijke bijdrage le-
vert aan het in de inleiding zo ver-
foeide consumentisme" van archi-
tectuurbeelden. De werkelijke me-
dedeling is: wie rijk en gek genoeg
is, zal in de hier gepresenteerde
keur van architecten wel iemand
van zijn gading vinden.
De combinatie van. veel bombarie
met een uiterst lichte boodschap in
boekvorm heet salontafelboek.
Meer is het niet. Maar ook niet
minder. De fotografie is immers
schitterend. SU
JAMES STEELE, Architectuur nu, Stich-
ting Kunstboek,
Richard Rogers,
©
SdL Donderdag 26 februari 1998
11
J