Date 1996-05-21

Publication De Standaard

Performance(s) I was real-Documents

Artist(s) Teshigawara, Saburo

Company / Organization Ballett Frankfurt

Keywords droomwerkelijkheidgrecosoberballettemiobasisconfiguratieopeningsrituelenpageboyenmediteren

Oerschreeuw van Teshigawara bedolven onder effecten

BRUSSEL -- Saburo Teshigawara is een Japanse choreograaf die op een groeiende belangstelling in West-Europa en Noord-Amerika kan rekenen. Hij werkte in opdracht van Forsythe's Ballett Frankfurt en dat heeft sporen nagelaten. In zijn nieuwe voorstelling, die tijdens het Kunstenfestival in première ging, zien we naast de Japanse cast twee dansers van het Ballett, Emio Greco en Allison Brown. De impact die ze hebben op het totaalbeeld, doet soms denken aan Forsythe.

De scenografie van I was real-Documents is veel soberder dan Noiject of de solo Bones in page, die voordien in ons land te zien waren.

Daar was de scène bijna als een extra personage of een autonoom kunstwerk aanwezig.

In deze voorstelling treffen we van bij de opening een wit speelvlak aan, omringd door zwarte doeken, en dat blijft zo de hele eerste helft van het stuk.

Daarna gaat het achterdoek open voor een filmscherm. Maar ook dat wordt spaarzaam en vooral suggestief gebruikt.

Zelfs het gebruik van kostuums en zetstukken is opvallend sober. Van bij het eerste beeld bepalen zij een bijzondere sfeer, die je eerst met de dood, later met een soort droomwerkelijkheid verbindt. Emio Greco en een danseres bevinden zich ver van elkaar, stokstijf, op het podium. Als in een ritueel schuiven twee kisten over het podium, een droomwerkelijkheid wordt verbonden met het hiernamaals.

Daarna volgt een dramatische sfeerwisseling. Een gesloten orde, die vele keren herhaald wordt, wordt opengebroken. Andere dansers, gekleed in felle kleuren, komen de scène op voor, wat mij betreft, het meest indrukwekkende deel van de voorstelling. De mannen die we eerst zagen, beginnen als het ware één voor één amok te maken tussen deze nieuwe dansers.

De basisconfiguratie van de dans die de nieuwe groep uitvoert is op zich niet bijzonder ingewikkeld. Maar de vele combinaties, de tempowisselingen en de uitgekiende ruimtelijke figuren geven deze lang uitgesponnen dans een grote complexiteit, die grote en zichtbare concentratie vergt van de dansers. Vooral dit fragment doet denken aan Ballett Frankfurt.

Solo

Aansluitend op dit stuk doet Teshigawara zijn intrede met een van die typische solo's.

Op een of andere manier kan hij het doen voorkomen alsof hij zweeft, terwijl zijn ledematen en hoofd als in een totaal vacuüm hun eigen gang gaan.

De toon van de voorstelling verandert. Terwijl op het achterdoek kleuren en één enkel beeld geprojecteerd worden, dragen de dansers van dan af enkel nog zwart.

De indruk wordt in hoge mate bepaald door het (oorverdovend) gebruik van contactmicrofoons en elektronische klanken.

De kronkelende bewegingen van de dansers en kreten die ze slaken, beleef je door de versterking als het ware van binnenuit, soms bijna als een oerschreeuw.

Tenminste, ik vermoed dat dat de bedoeling is.

Onafgezien van de loodzware pathos van de beelden, vroeg ik mij al snel af hoeveel van deze scènes overeind zou blijven zonder de klankeffecten.

In tegenstelling tot het eerste deel berust de impact van de voorstelling hier niet zozeer op de dans, als op de effecten. Alleen de laatste fragmenten van de voorstelling, met de volledige groep dansers, haalden weer de kwaliteit van het eerste deel. Helemaal op het einde van de voorstelling voegt Teshigawara nog een beeld toe, dat een bijzonder licht werpt op al het voorgaande. Je ziet twee herkenbare, gewoon geklede vrouwen in een lichtkader, als op een foto, dromerig naar boyen kijken.

Vermoeden

Denken ze aan iemand die overleden is (de neerstortende Greco bijvoorbeeld?), mediteren ze, denken ze aan de toekomst? Je weet het niet, maar het bevestigt wel een vermoeden dat Teshigawara met deze voorstelling een "andere", meer intense werkelijkheid wil tonen, die zich verbergt achter ons gewone handelen. De vreemde openingsrituelen, het zwevende dansen, de oerschreeuw behoren daar alle toe. Op de meer sober vormgegeven momenten kan hij ons daar ook even in doen geloven.