Date 1995-11-24
Publication De Standaard
Performance(s) Het Hamletmachien
Artist(s) Peyskens, Paul
Company / Organization BRONKS
Keywords peyskens • shakespeares • ophelia • regies • bronks • eigenaardigheden • regisseur • schema • stiefvader • hooft
Intrigerende Hamlet met jonge akteurs
De ambitie van dit stuk ligt dus niet in de interpretatie van bekende teaterteksten met jonge tot zeer jonge akteurs (van 16 tot 20 jaar).
Wel in het tonen van de biezondere poëzie van deze jonge mensen.
Het verhaal van Hamlet werd ontleed tot aan het meest primaire schema, dat van de ziekelijk melancholische, depressieve prins en zijn relaties met zijn moeder, zijn stiefvader, zijn vrienden en zijn geliefde
Dit ruwe schema liet Peyskens dan weer vollopen met gedichten van
Op een bepaalde manier is deze spiegeling van de beleving van jonge mensen aan klassieke teksten erg aardig, omdat Peyskens als geen ander de kunst kent om de eigenaardigheden van zijn akteurs in te zetten om hun (sub-)tekst te verhelderen.
En die eigenaardigheden hebben onveranderlijk veel met hun lichamelijkheid te maken. Hoe ze lopen, hoe ze hun onhandighei of verlegenheid wegmoffelen achter iets te stoere passen of gevloek, hoe ze spreken en vooral, zich verspreken, hoe ze eruitzien.
Lichamen
Zo lijkt Pepijn
Door deze dertien lichamen op een zo direkte manier in te zetten, wordt het woord konkreet en herkenbaar.
Het is een erg vanzelfsprekende, maar wellicht niet zo eenvoudig te bereiken manier om de aktualiteit van
Toch is er ook een niet onbelangrijke subtekst in deze voorstelling die duidelijk niets met de akteurs, maar alles met Peyskens eigen kijk op teater te maken heeft. Er zijn de openlijke, letterlijke verwijzingen naar eigen vroegere regies zoals Oedipus. Of de grote strukturele verwantschap met vroegere regies van "compagnon de route"
En dan begin je plots te vermoeden dat de Hamlet waar het hier in wezen over gaat, niemand anders dan de regisseur zelf is. De regisseur die zich blijft afvragen of het wel allemaal de moeite is, wat er nog kan gedaan worden, waar het allemaal toe moet leiden. Die zelfbevraging is wellicht de belangrijkste reden voor de brokkelige, bewust onzekere montage van de gebeurtenissen. Het stuk bestaat uit niets dan aanzetten, sierlijke akwarellen, kleine vondsten, die vervolgens weer blijven liggen als waren het snel verwelkende klaproosjes.
Dat ging mij op de duur op de zenuwen werken: de spijt van de regisseur om het feit dat het toch "maar" teater is, dat het toch onmogelijk is om het echte te tonen, lijkt mij een vals probleem. Juist het eenmalige en het kunstmatige van het teater zijn zijn grote troeven.
Nog te zien bij Bronks,