Date 1994-10-25
Publication De Standaard
Performance(s) This is the show and the show is many things
Artist(s) Stuart, Meg
Company / Organization
Keywords gêne • objekten • stuart • interventie • afspraak • teatraliteit • retoriek • sidderden • side-show • gekonsakreerd
Meg Stuarts kommentaar op echtheid van de show
GENT -- This is the show and the show is many things is een tentoonstelling in het
Stuarts idee is biezonder eenvoudig. Haar laatste stuk, No longer readymade, was opgebouwd uit een reeks beelden met een uitgesproken, zelfs overdreven teatraliteit. Dansers werden gedwongen in bijna onmogelijke, pijnlijke posities die aanraking verhinderden, ze stonden naakt te kijk als grafstenen, ze sidderden als mensen in doodsangst. Het ging over dood en de onmacht daarbij.
Die uitdrukkelijkheid van de inhoud, in een maar al te duidelijke, fysiek vaak paradoksale vorm, verwekte zelfs bij de meest ongevoelige toeschouwer iets als gêne en zelfs schaamte. Deze ruïnes van mensen beschouwen werd voyeuristisch en obsceen. In de
Het verschil met de andere werken is natuurlijk dat het hier om levende mensen gaat, terwijl de konventionele afspraak van het teaterkijken toch vervallen is. De toeschouwer bevindt zich in een situatie waarin de afspraak geldt dat er objekten worden bekeken. Zelfs al gaat het om objekten die (nog) niet gekonsakreerd zijn als kunst, maar pretenderen dat de geuren en smaken van het gewone het museum veroveren (al gebeurt dat dan wel op een gouden voetstukje, met suppoosten en entreetickets inbegrepen).
Wat doe je dan als je iemand in een hoek ziet liggen van een zaal? Zelfs als je weet dit opzettelijk is, toch kan je ook niet dichtbij gaan neuzen als gold het een ding. Het is ook hier weer, net als in Stuarts koreografiën, de nadrukkelijkheid van het beeld, en de lichamelijke direktheid ervan die gêne opwekken. En met die gêne begint het getoonde net iets te goed op het leven zelf te lijken. De lens waardoor Stuart ons laat kijken vervormt en misvormt wel, maar op zo'n manier dat haar beelden een licht bevreemdende, zeer prototypische kwaliteit krijgen. Het emotioneel ongemak dat je ervaart, maakt je bewust van de manier waarop in je in de werkelijkheid naar een dergelijke situatie kijkt (of zou willen kijken).
De retoriek van "This is the show..." wordt met deze ingreep radikaal omgekeerd. Het zogezegde levensechte, de kunst die uit het dagelijkse en onverwachte opbloeit, wordt plots ontmaskerd als een enscenering door het kontrast met Stuarts "dansers". Maar bovendien toont zij met haar rauwe beelden geen levendigheid, maar doodsheid. De levenden zijn objekten voor elkaar. Iedereen is een voyeur van de anderen, en er is geen remedie in zicht. Elk nieuw beeld verwijst naar die gedachte. Een vrouw met het haar opgehangen aan een draad, trippelt op haar tenen heen en weer. Een andere blaast ertegen, alsof de vrouw een plastic zakje was dat wappert aan een koord. Ergens anders ligt een vrouw ruggelings op de grond. Het lijkt wel een schizofrene die altijd maar dezelfde zijn uitbrengt: "Don't talk.
De interventie van Meg Stuart, met al haar bijna groteske retoriek en teatraliteit, is een bijtend kommentaar geworden op de cultus van het zogezegd spontane, schijnbaar ongereflekteerde en natuurlijke in kunst. Het blijkt allemaal wel heel voorspelbaar en braafjes als je plots met je neus op de onbeschaamde realiteit van Stuarts beelden wordt gedrukt.
De voorstelling wordt mogelijk in andere tentoonstellingen hernomen.