LEUVEN -- Tijdens de "Week van de onbehaaglijke komedie" werden de tweede en de derde avond gevuld door Kamagurka en Herr Seele met "Werken harder dan gewoonlijk" (dinsdagavond) en HTP of Jan Decorte en C° met "Het stuk stuk" (een Belgische première op woensdagavond) en daarmee heeft het festival in elk geval een ruime portie slapstickhumor en absurde grollen meegekregen. Van twee groepen dan nog die wellicht niemand spontaan in één adem zou vernoemen, maar die -- enigszins verbazend -- tijdens een debat over "onbehaaglijke komedie" (waarover morgen meer) vrijwel dezelfde standpunten innamen, en op het eerste gezicht ook een gelijkaardig soort humor bedrijven.
Kamagurka en Herr Seele "werken harder dan gewoonlijk" in hun voorstelling: ze tekenen niet alleen, maar voeren hun grappen ook live uit. Die sketches verschillen niet wezenlijk van de semantische guerrilla -- al is die uitdrukking hier nogal zwaar op de hand -- die ze ook in hun strips voeren. Zelfs niet qua struktuur: de voorstelling is een rechttoe rechtaan opeenstapeling van vooral verbale vondsten met een paar "running gags".
Losse schroeven
Eigenlijk is er op het eerste gezicht gewoon niets aan. Er is nauwelijks decor, nauwelijks kostumering en het valt eigenlijk zelfs met moeite staande te houden dat ze een grote akteerprestatie leveren. Kamagurka kan dan wel sublieme bekken trekken, en Herr Seele kabotineert op zo'n harkerige, schaamteloze manier dat het weer grappig wordt. Maar dat verklaart eigenlijk niet waarom je na verloop van tijd onweerstaanbaar moet lachen.
Wat ze werkelijk grappig maakt, is dat ze alles, maar dan ook alles, op losse schroeven zetten, zichzelf inbegrepen. De manier waarop zij met taal omgaan, heeft veel weg van de manier waarop een kleuter met een blokkendoos experimenteert. Geen betekenis is vooraf gegeven, geen grammatika, elke willekeurige hoeveelheid blokjes kan een vermakelijk resultaat opleveren, als je er maar lang genoeg mee rotzooit. En of dat nu smakeloos is of niet, daar trekt Kamagurka zich geen moer van aan.
Ook konventies worden op die manier op hun kop gezet, en dat is eigenlijk niet zo onschuldig als het lijkt. In zijn biezonder hilarische imitatie van een Westvlaams dichter (Kamiel Kafka, de zoon van de bekende... Georges Kafka) wordt keihard geschopt tegen een bepaalde vorm van kultuurlippendienst die op zijn wenken bediend wordt door een betekenisloze maar zeer opgeblazen literatuurproduktie. Alsof er nog iets "diepgravends" te vertellen zou zijn zonder in de meest absolute banaliteit te vervallen.
"Ziehier... de mens", kondigt Herr Seele Kamagurka aan, waarna in quiz-vorm de vragen over goed en kwaad door "de mens" beslecht worden ("Uw auto start niet, is dat kwaad? Ja!"). Het humanisme is dood, we hebben niets meer te vertellen, maar niemand hoeft zich daar overmatig druk over te maken. Dat is ook min of meer de uitgangspositie van Jan Decorte. Met dit verschil dat Kamagurka zelfs niet meer de moeite doet om de historische achtergrond van de konventies die hij ondergraaft grondig na te gaan, terwijl dat bij Decorte toch wat ingewikkelder ligt. Neemt niet weg dat een eerste visie van "Het stuk stuk" regelmatig lachsolvo's aan het publiek ontlokt.
Op zoek
Net zo min als bij Kamagurka is hier veel verhaal te bespeuren. Jan Decorte is een existentiële prins (heeft "niets te betekenen" hoor) die, op zoek naar zijn verloofde, het "prinsesje dat van niets weet" -- het arme kind is ontvoerd door het verschrikkelijke hertejong Rambi -- terechtkomt in meisjesland. Daar "doen" meisjes het alleen met meisjes, wat de prins, ondanks zijn verdwenen verloofde, zeer ontstemt. Bovendien moet hij zich ook omvormen tot meisje, wil hij blijven. Het ontbreken van nagelschaartje bespaart Decorte dat lot. Vanaf hier wordt het verhaal enigszins moeilijk na te vertellen, maar het gaat over pingoeïns, wereldveroverende Lappen enz. Tot zover de flau-[...] een andere manier te genieten: de titel zou zeer letterlijk kunnen luiden "Auteur, regisseur en personages op zoek naar een slot". En die drie zijn natuurlijk niemand anders dan Decorte zelf, voor het personage-onderdeel bijgestaan door Sigrid Vinks, Mieke Verdin en Rudy Bekaert. Nu wordt al bij aanvang aangekondigd dat een van de aktrices niet aanwezig zal zijn wegens het feit dat de regisseur zich vergrepen heeft aan haar. Of iedereen dan maar de zaal wil verlaten...?
Er ontspint zich een hele diskussie tussen de personages en de regisseur en de dramaturg (die later ook de schrijver blijkt te zijn, die brieven stuurt over zijn depressies en teaterteoretische problemen). Deze diskussie houdt eigenlijk de hele voorstelling lang niet meer op. Zelfs in . die mate dat het lang niet altijd volstrekt duidelijk is wie wie is, en wat "wel" of "niet" in de tekst thuishoort. Waardoor Decorte eigenlijk het hele stuk lang met zichzelf staat te dialogeren over zijn eigen praktijken, zelfs over zijn relatie met het literaire erfgoed.
En al gebeurt dat dan tot meerder amusement van het publiek, het is ook duidelijk dat Decorte zijn klassieken kent, en dat zijn verhouding ermee zeer complex is. Er valt niets meer mee aan te vangen, geen mens heeft nog oog voor die dingen, dus heeft het geen zin om het ze in de strot te rammen. Maar daardoor wordt de houding van Decorte als die van een kind, dat teleurgesteld naar een kapot stuk speelgoed staat te kijken, en het van de weeromstuit nog verder in brokken trekt. Als we leven in een wereld die van de kinderachtigheden aan elkaar hangt, waarin zin terzelfdertijd onzin is, dan moeten we geen vermanende vinger opheffen, maar er gewoon middenin gaan staan, desnoods tot het bittere einde -- al is dat ook een verouderd idee.
Het is niet wat Decorte zelf zal onderschrijven, maar zijn komedies zijn door die onderliggende teneur op langere termijn -- na het eerste lachsalvo -- zeer onbehaaglijk, van een zwartgallig pessimisme dat -- en daar heeft hij zeker gelijk in -- nooit bereikt zal kunnen worden middels een opvoering van Oscar Wilde. Overigens, wat de lezing op het eerste niveau (billenkletsen, jawel) van dit stuk betreft, vond ik het minder geslaagd dan zijn voorgaande komedies, "Kleur is alles", "In het kasteel" en "Op een avond in", omdat er iets te veel dode momenten in voorkwamen. Maar dat is uiteraard strikt persoonlijk.
"Het stuk stuk" is vanavond en mogenavond te zien in de Beursschouwburg te Brussel om 8 u. 30.