BRUSSEL -- Met "King Lear" bracht Het Trojaanse Paard (http) twee jaar geleden een ontnuchterende versie van een Shakespeare-drama overplant in een burgerlijke samenleving door een secure lezing die in een wijde boog rond de aangrijpende symboliek van meer conventionele ensceneringen heen liep. In de huidige Hamlet-enscenering "In het kasteel" is er geen sprake meer van een nauwkeurige lezing: van de oorspronkelijke tekst blijft nagenoeg niets heel, zelfs aan het verhaal zijn belangrijke wijzigingen aangebracht.
De tekst die gebracht wordt, is niet veel anders dan een gesstige collage van citaten uit ‘Hamlet, oa. De wereldberoemde zinnen als "to be or not to be" enz. Tussendoor zijn er constant knipoogjes naar het vroegere werk van http: het konijn dat de affiche van "Kleur is alles" sierde, is hier het troeteldier van de zielige neuroticus Hamlet, die zijn liefdesbriefjes aan Ophelia ondertekent met "de machine" (de Hamletmachine). In het kasteel heerst overigens dezelfde bedompte sfeer van verveling, pesterijtjes en onderdrukte woede die "Verwanten" van Paul Peyskens kenmerkte, waarin Jan Decorte een gastoptreden verzorgde.
Alleen was "Iwanow" de lucide buitenstaander in "Verwanten" terwijl Jan Decorte met deze Hamlet een nooit volgroeid kind op scène zet waarvan de blinde woede- en onlustgevoelens versterkt worden door het gezag van grote mensen die niets anders doen dan biljart spelen, waar hij niet tegenop kan tornen. Om zijn "geschonden eer" te herstellen, pleegt hij dan maar een fake-zelfmoord, er wel goed op lettend of iedereen het wel goed gezien heeft.
Vreselijk diepgravend is het daarom allemaal niet, maar wel, voor wie het oorspronkelijke stuk en het werk van http een beetje kent, zeer geestig.
De voorstelling opent met de scène waarin Hamlet een aantal acteurs die op bezoek zijn om hem af te leiden van zijn waanzin, het verhaal van de moord op zijn vader laat opvoeren; in het oorspronkelijke verhaal moet deze opvoering een onthullende functie krijgen: "the plays the thing wherein/Ill catch the conscience of the king". Maar zijn eigen gedrag en het cabotineren van de acteurs ondergraaft zijn onderneming behoorlijk.
De koning loopt dan wel ontzet weg, maar dat zou even goed ter wille van het idiote gedrag van zijn stiefkind kunnen zijn. Hamlet blijft zich ook als een kind gedragen, zij het een nogal morbide kind dat Polonius vermoordt, en dan doet alsof zich van de prins van Denemarken geen kwaad bewust is. Geen partij voor Ophelia, die zich vrolijk maakt over Hamlet en hem een beetje terroriseert.
Wel een goede partij voor de twee clowns, Sigrid Vinks en Rudi Bekaert, die hem in al zijn gekke ondernemingen steunen en uiteindelijk, na zijn duel met het ontstemde gezag (vader en moeder, gespeeld door Hilde Wils, geen duel met Laertes) de troon bestijgen. Met die troonbestijging eindigt het stuk, en de verwachting is dat de biljartspelers nu nog vele en lange jaren biljart zullen kunnen blijven spelen.
Het stuk zit vol met dit soort subversieve humor, dat vooral door de groteske vertolkingen van Sigrid Vinks en Jan Decorte, en door een aantal uitstekende regievondsten van Decorte, als snel, komisch en intiem theater een waar genoeg is. (PTJ)