Dermografismen
ecb (carlos pez gonzález)
Ter gelegenheid van haar doopfeest in maart presenteerde de
In 2000 studeerde Pez af aan de
Terwijl het publiek de zaal binnenkomt en plaatsneemt langs twee zijden van het speelvlak, schalt postrockband
Langzaam wordt het licht gedimd, als de stilte weerkeert is het pikdonker. Met de ruimte is ook het publiek tot rust gekomen en de aandacht gewekt. De bruuske omkering van het auditieve en visuele veld in hun tegendeel spitst de zintuigen.
1
Vier lampen op de vloer werpen onrechtstreeks een schaars licht op de ruimte waarin zich nu een naakte man bevindt. Hij beweegt in stilte, ter plaatse en uitermate traag, in sterk contrast tot de luide energieke muziek van voorheen. Het duurt een tijdje voor duidelijk wordt wat er eigenlijk te zien is, de dans van Pez is in zekere zin introspectief en geeft zich slechts traag aan de kijker, alsof ruimte en tijd stilstaan en er van beweging al helemaal geen sprake is.
Die beweging blijkt zich aan het lichaamsoppervlak af te spelen, of althans leesbaar te zijn in de huid. Een torsie van het lichaam, het spannen en ontspannen van een buikspier, het strekken van een van de leden: het zijn allemaal minimale bewegingen die een ogenblik sporen nalaten op de huid, die zich presenteert als een wijzigend landschap. Door de eenvoud, traagheid en de securiteit waarmee ze uitgevoerd zijn laten ze een studieuze blik toe en geven ze inzicht in de wijze waarop een lichaam beweegt. Of beter, waarop een lichaam als dusdanig beweegt: niet hoe die bewegingen zichtbaar worden door hun traject in de ruimte, maar volgens het lichaamsschema, onafhankelijk van een visuele logica.
Hoewel de huid ons toelaat als het ware ‘in' dat bewegende lichaam te kijken vindt dit bewegingsonderzoek op microniveau er niet zijn oorsprong. Er is wel degelijk sprake van introspectie, maar dan louter fysiek gezien: ook als het lijkt stil te staan, bulkt het lichaam van activiteit en beweging. Denk bijvoorbeeld aan al die geluidjes die de spijsvertering of de werkzaamheid van andere organen met zich meebrengt. Onderhevig aan de zwaartekracht bereikt het lichaam bovendien nooit een perfect evenwicht, er zijn steeds subtiele spanningen die ons doen en laten bepalen, die ons op onverwachte momenten een bewustzijn provoceren van een lichaam dat leeft, dat beweegt, ook al denken we daar zelden over na. In uiteenlopende oefeningen met spanningen en balans maakt Pez deze voortdurende lichaamsactiviteit zichtbaar.
Door de onhoudbaarheid van extreme evenwichtssituaties maakt Pez plots sprongen die willekeurig lijken, op zoek naar een nieuwe balans: het getoonde lichaam verzet zich niet tegen de zwaartekracht, geeft zich er integendeel steeds weer aan over, maar zonder eraan ten onder te gaan. Op zoek naar een andersoortig evenwicht streeft Pez haast een gelijkwaardigheid van de verschillende ledematen en de onderdelen van zijn spierenstelsel na. Voor onze geconditioneerde blik lijkt de hiërarchie verstoord: het is immers geen lichaam geleid door het ideaalbeeld van de rechtoplopende mens en het hele visuele veld dat op basis daarvan doorheen de eeuwen werd gecanoniseerd. Zijn logica is een horizontale, ze berust niet op een miskenning van de zwaartekracht. In zijn eigenzinnige bewegingen verraadt het dansende lichaam van Pez steeds een heteronomie die ditmaal niet cerebraal is. Hoewel de solo uitermate abstract
blijft, sluiten de bewegingen ergens bij die van dieren aan, door de noodzaak waar ze uit voortkomen.
Door de sprongen en plotse zijwaartse uitvallen affecteert het dansende lichaam van Pez bovendien ook de ruimte. Een reeks incidentele ruimtelijke figuren verleent zichtbaarheid aan de dwarse bewegingsdynamiek en zijn gekantelde perceptie. Ook binnen het relatief traditionele presentatiekader fungeren ze als een index van een tactiele horizontaliteit, levendig werkzaam binnen de visuele en kinetische hiërarchie van het menselijk lichaam op scène. Vergelijk het eventueel met de schilderijen van
2
Uit een gesprek met Carlos Pez blijkt dat hij gedurende het creatieproces onder meer werkte rond de tegenstelling man/dier. Daarbij kreeg hij echter af te rekenen met een nadrukkelijke beeldmatigheid die meer tot types en clichés leidde dan tot een tastbaar onderzoek, mogelijke verwarring of een andere zichtbaarheid. Bovendien liepen er ook in de danswereld reeds overbekende prototypes van die figuur man/dier rond, niet het minst de
Het idee van een type of figuur bleef punt van onderzoek in een gewijzigde vorm: ECB staat namelijk voor
De huid van Pez gedraagt zich in ECB, gezien vanuit deze dramaturgische achtergrond, dus ook als een palimpsest. Dat is een soort perkament (inderdaad, een dierenhuid) waarvan de tekst zorgvuldig is afgekrabd en onzichtbaar gemaakt om plaats te ruimen voor een nieuwe tekst. Daarmee verschijnt de huid ook expliciet als een betekenisdrager, een beschreven oppervlak. Geen kijker die bij het zien van de solo nog aan cowboys zal denken, al blijft er wel een subtiele referentie aan de fameuze koe en
Het is een wat vreemd gezicht: ziet de naakte man er nu werkelijk uit als een koe, heeft hij last van een virus, een huidziekte of gaat het om geboortevlekken? De vlekken roepen de vraag op of het hier om een natuurlijk element gaat, of om een kunstmatig aangebrachte tekening, een dermografisme? Een dermografisme dat expliciet betekenis wil uitdragen, maar dewelke? De tekening nodigt de kijker letterlijk uit te lezen en leidt de blik die aanvankelijk op het gehele lichaam gericht is naar allerhande details. Ze laat de ogen het hele oppervlak afzoeken, waardoor niet enkel de blik fragmenteert, maar met de wijziging in perceptie andermaal de hiërarchie van het lichaamsbeeld verstoord wordt, nu als een betekenisvol oppervlak.
Ondertussen luistert Pez naar de reacties van zijn lichaam en kijkt ook zelf naar zijn huid die zich voortdurend hertekent. Al die details wakkeren zijn perceptie aan en worden op hun beurt uitvergroot, ze bepalen als het ware het verloop van de dans, hoe minimaal ook. Op sommige momenten slaat Pez zich met de rug van de hand op de dij: een lichte verkleuring van de huid, en daarmee een detail dat wijzigt in het landschap, als een trigger die beweging en daarmee ook betekenis elders stuwt.
We zouden kunnen spreken van een tweede vorm van horizontaliteit, omdat de huid zich gedraagt als een veelheid aan figuren die door hun juxtapositie het gangbare lichaamsbeeld en betekenissen die voortvloeien uit poses daaraan verbonden uitwissen. Die parataxis van tekens op het lichaamsoppervlak zelf, die aan alle punten van de huid evenveel belang hecht, hult het lichaam van Pez in een soort stilte, omdat ze een taal spreekt die ‘stom' is, precies omdat ze ‘overal spreekt'.2 Een gearticuleerd kijken verliest zichzelf in deze huid, neemt er letterlijk aan deel, en wel via een leesact die gegrepen wordt door tekens maar er geen syntaxis of betekenis in weet aan te brengen.
Ook vanuit deze dynamiek lijkt de ruimte in het spel te komen, zij het weerom niet via de cameratische blik van het traditionele theater. De dwalende blik die betekenis wil hechten aan de talrijke details op de huid van Pez schampt er even vaak van af, dwaalt ook steeds in de ruimte af alvorens zich weer toe te spitsen en terug te keren naar dat lichaamsoppervlak. Het verloop van de excessieve leesact laat zich dan ook traceren als een onbestemd ruimtelijk traject. En om nog eens terug te keren naar de palimpsest: het lijkt alsof het geradeerde oppervlak met zijn wat ruwe textuur een tactiliteit heeft die uitwaaiert in de ruimte.
3
Soms hult het schaarse licht het lichaam van Pez in clair-obscur. Het gebeurt eerder toevallig, niet als een nadrukkelijke vorm van beeldmatigheid met picturale of sculpturale aspiraties. Niettemin gaan de wijzigende duistere vlakken van zijn lichaam haast naadloos over in de zwarte geschilderde vlekken. Ons kijken wordt eraan herinnerd gelimiteerd te zijn door de duisternis, maar ook door ons standpunt: wat zich aan de andere zijde van
Dat brengt ons bij de publieksopstelling van de kijkers aan twee zijden van het speelvlak: deze creëert als het ware een ‘democratische' verhouding tot de theaterruimte – die in politieke zin ook gedacht kan worden in tegenstelling tot een royale of burgerlijke hiërar-
ECB carlos pez gonzalez/wp zimmer FOTO AMAIA URRA
chie in schouwburgen. Daaruit volgt een democratische blik: iedereen ziet even veel of even weinig. Er zijn a priori geen zwaartepunten in de ruimte van de kijker, evenmin in de ruimte van het kijken. Het eigen gebrekkige kijken leidt in ECB echter niet tot de nood de eigen waarneming te projecteren in die van alle aanwezigen, teneinde hypothetisch een vollediger kijken samen te stellen – er beantwoordt immers geen beeld aan, en wellicht evenmin een gemeenschap van kijkers. Ook hier regeert de horizontaliteit, de besteding van tijd en ruimte wordt herverdeeld voor de kijker: er is tijd om rond te kijken, voor onverschilligheid zelfs.
De democratische blik betrekt ongewild de ruimte, maar laat naast onverschilligheid paradoxaal genoeg ook eens te meer generositeit vanwege de danser toe. Pez richt zijn blik expliciet tot de kijker om hem vervolgens weer naar binnen te richten: hij plooit zijn lichaam letterlijk dubbel, plooit als het ware terug op zichzelf. Waarbij zijn oog in de nabijheid van zijn lichaam belandt, toevallig geconfronteerd met allerhande details en fragmenten die de kwaliteit van de dans inkleuren. Om zich vervolgens terug tot de kijker te richten: deze golfbeweging is een gebaar van openheid dat een pendant vormt van de introspectieve focus op allerhande lichaamsdelen.
Aan het einde valt de muziek van
Door deze perspectiefwijziging speelt Pez ditmaal wel bewust met de ruimte. Deze implodeert, zijn zinderende textuur wordt in een beweging teruggebracht tot op het lichaamsoppervlak, als een symbolische act. Alsof de huid die op uiteenlopende manieren ruimte werd hier terug huid wordt. Alsof die huid zélf wordt teruggebracht, na alle transformaties die ze onderging gedurende een half uur voorstelling. Of hoe dit genereuze gebaar naar het publiek ook een zoveelste betekenisvolle geste is, een dermografisme dat al die andere dermografismen overschrijft en bevrijdt.
Jeroen Peeters
ECB
choreografie en dans:
somatisch advies:
ontwerp make-up:
muziek:
productie: wp
info: 03/225.10.66 www.wpzimmer.be
1 Een meer uitvoerige theoretische beschouwing over strategieën van horizontaliteit laten we hier achterwege. In relatie tot de schilderkunst van
2 Zie in dit verband ook
Auteur Jeroen Peeters
Publicatie Etcetera, 2002-06, jaargang 20, nummer 82, p. 36-38
Trefwoorden huid • lichaam • lichaamsoppervlak • horizontaliteit • vlekken • kijker • ruimte
Namen Against • Alice Chauchat • Amsterdam • Antwerpse • Armed response • Bij Pez • Brusselse • Cambridge Mass. • Carlos Pez González • Cultuurcentrum van Berchem • Denis Hollier • Eclats • Edurne Rubio • Ex-Cowboy • Faun van Nijinski • Jackson Pollock • Jacques Rancière • Jérôme Bel • Laurent Goumarre • New York • Nijinski's Faun • Olga De Soto • Patricia Bardi • Pez' • School voor Nieuwe Dansontwikkeling • Spaanse • Tom Plischke • Trans Am • User's Guide • Vera Mantero • Zimmer
Development and design by LETTERWERK