Falstaff mist de trein
Opera's moeten de jongste tijd blijkbaar verplicht in een, zeg maar, figuratief eenheidsdecor worden geënsceneerd. Geen wisselende settings dus, laat staan een naakte scène; maar ook geen speelvlakkenconstructie of smetteloos witte doos. Wèl een uniek en specifiek, min of meer realistisch, symbolisch of emblematisch scènebeeld waarin het hele verhaal zonder changementen wordt verteld en dat veelal aanleiding geeft tot het verschuiven van de handeling in de tijd. De beruchte Mozartcyclus van Peter Sellars waarin, bijvoorbeeld,
Vraag 1: is een dergelijke ingreep werkbaar (d.i. biedt hij de mogelijkheid het verhaal op een coherente manier te vertellen)? Vraag 2: is een dergelijke ingreep ook zinnig (d.i. werpt hij een nieuw licht op het stuk in kwestie en draagt hij aldus bij tot een beter of opgefrist begrip van wat bijna per definitie een klassieker moet zijn)? Het antwoord op beide vragen hangt ongetwijfeld nauw samen met de sterkte van het concept. Als dit het resultaat is van een sluitende dramaturgische analyse krijg je boeiend theater. Als het voortvloeit uit een blitse inval van een regisseur en/of zijn decorateur (al dan niet verrijkt met toegevoegde suikers), krijg je een gegarandeerd verrassend openingstafereel en een aansluitende resem ongerijmdheden.
Pro memorie: het libretto van Falstaff werd door
Werkbaarheid
Volgens regisseur
Het station van Windsor is ook duidelijk een van de drukste spoorwegknooppunten van het westelijk halfrond en de met een overdaad aan lichte valiezen beladen reizigers zijn er altijd gehaast en immer dorstig. Het bewuste buffet is derhalve een goudmijn en lijkt meer op de salons van het
Klap op de vuurpijl is namelijk het eindtafereel dat zich moet afspelen bij de zogenaamde eik van
Is dit soort ingrepen dan werkbaar? In sommige gevallen wel, hier duidelijk niet. Binnen een al bij al realistisch bedoeld kader vallen fantasietjes onvermijdelijk uit de toon. Overigens, om alle misverstanden te vermijden: de kwestie is niet dat dergelijke ongerijmdheden zich überhaupt voordoen, maar wel dat de logica van het concept niet verhindert dat ze als dusdanig worden ervaren. Je kunt de toeschouwer rustig appelen voor citroenen verkopen, maar dan moeten die appelen wel keurfruit zijn en dient de koper ten minste de kans te krijgen in de metamorfose te geloven. Dat veronderstelt enige handigheid en vooral wat zin voor consequentie. Bij gebrek daaraan wordt het, wat mij betreft, een ergerlijke bedoening en, wat erger is, raakt het concept ondergraven.
Zin
Wat ons tot de tweede vraag terugbrengt: heeft dit soort ingreep in ‘s hemelsnaam zin? Ongetwijfeld. Maar op voorwaarde dat hij gefundeerd is. Blijkens het programma moet dat fundament in casu worden gezocht in de buurt van de tegenstelling tussen de marginale zonderling en de gevestigde burgerij. In de voorstelling is daarvan echter, op het eerste gezicht, niet danig veel te merken. Je voelt je bijgevolg niet direct geroepen, zoals Decker dat wenst, voor de titelheld partij te kiezen. Want wie tegen Falstaff is, is namelijk voor de bourgeoisie. Voor wie, dacht u, is het publiek van
Mei ‘68 lijkt alleszins nog ver.
Eerlijkheidshalve moet worden gezegd dat er gepoogd wordt die tegenstelling visueel weer te geven, inzonderheid op het spelniveau. Falstaff speelt vrij ingehouden en, laten we maar zeggen, realistisch. De rest doet het in sneltreinvaart, met een neiging tot overacting en slapstick. Kluchtig, dus luchtig en vluchtig, zodat je a posteriori tot het besluit komt dat de stationsanimatie wellicht staat voor het jachtige maar fantasieloze leven van de doorsnee burgers, en het dolce far niente van Falstaff voor het rijkgevulde bestaan van de geitenwollensokkendrager. Maar als dat zo is, waarom zit
Het probleem met die accentlegging (op de tegenstelling) is echter niet zozeer dat zij in het ijle zweeft (er zit beslist ergens kritiek op de bourgeoisie in het stuk, en burgerlijke waarden als eer, bezit en dies meer worden inderdaad beurtelings opgehemeld en onderuitgehaald), maar wel dat bedoelde tegenstelling nauwelijks als motor van de handeling kan worden opgevoerd (domme mannen versus pientere vrouwen en liefde versus geld lijken terzake, bijvoorbeeld, al een stuk pertinenter).
Aangezien
Ook dit wreekt zich uiteindelijk in het eindtafereel: om een groep in zijn hemd te zetten, bestaat er sinds mensenheugenis geen makkelijker procédé dan een verkleedpartij die de ‘ware aard' aan het licht brengt. Zoals in de dagbladpers (cf. Stephan Moens in
Enfin, wat er ook van zij, de bedoelingen van de regisseur komen niet echt uit de verf, de diepere gronden lijken erbij gesleurd en de talloze ongerijmdheden benemen je de lust ook nog te gaan doen alsof die fundamenten enerzijds overduidelijk blijken uit de enscenering en anderzijds het stuk in zijn ware en hedendaagse gedaante reveleren. Als slotsom krijg je dus een soort theater dat, ondanks een modieus vernisje en een spaarzaam snuifje maatschappijkritiek, oubolliger en zelfs minder suggestief overkomt dan een rechttoe rechtaan enscenering van de oude stempel.
Erg jammer allemaal, vooral omdat de voorstelling qua uitvoering van een technisch hoogstaand niveau is: wat er staat mag dan al betwistbaar zijn, het staat er meer dan stevig dankzij een zich met volle overgave inzettende cast en figuratie. En, het moet gezegd, Decker verstaat de kunst om zowel individuele spelers genuanceerd in (zijn lezing van) hun rol te helpen als een massa volk gedifferentieerd op de scène te laten evolueren.
Last but not least, vertoont de voorstelling muzikaal nauwelijks zwakke plekken. Wat je dank zij huisdirigent
Rud
falstaff
Een opera van
muzikale leiding
regie
decor en kostuums
belichting
choreografie
dramaturgie
zangers
symfonieorkest en koor de Munt
productie de Munt, Brussel
coproductie
Auteur Rud Vanden Nest
Publicatie Etcetera, 2001-03, jaargang 19, nummer 75, p. 55-58
Trefwoorden falstaff • windsor • ongerijmdheden • macfarlane • decker • verdi • ingreep • blijkens • terzake
Namen Antonio Pappano • Arild Helleland • Arrigo Boito • Athol Farmer • Begijnhofkerk • Bij Decker • Bronx • Così • David Finn • De Kousenband • De Morgen • De Munt • Deckers • Don Giovanni • Falstaff van Boito • Fredrika Brillembourg • Gent-Sint-Pieter • Giuseppe Verdi • Henry IV • Herne • Honderdjarige Oorlog • John Macfarlane • José van Dam • Kazakstan • Lyon en Firenze • Mariana Pentcheva • Mario Luperi • Michael Volle • Pappano van • Patrizia Biccirè • Quickly • Sergio Bertocchi • Sir John • Stefan Poprawka • Susan Chilcott • Teatro Comunale di Firenze • The Merry Wives of Windsor • Van Dam • Vanden Nest • Verdi's Falstaff • Waldorf-Astoria • Wereldoorlog II • Willy Decker
Development and design by LETTERWERK