HET KAFFERJONGETJE
In het werk van António Lobo Antunes staan herinneringen aan het
10 MEI 1988
Eigenlijk had ik al moeten weten dat
af zonder iemand te vinden, alleen zijn eigen geschrokken schaduw en de boshonden, die de lijken aan het verscheuren waren en snuivend, met hun haren overeind terugweken, kwaad dat ze de vodden en botten moesten achterlaten, met een zakdoek voor de mond gaf hij opdracht hen te begraven, voor het eerst in zijn leven zonder zelfvertrouwen of gezag of zekerheden, het interesseert me niet waar wat kan mij dat schelen maak gewoon een gat in de grond en stop ze daarin, de Hollanders van de diamanten waren bezig het door de regens vernielde asfalt op te kalefateren met een soort kachels die kiezels en zwarte tranen uitspuugden, de boshonden kwamen terug en snuffelden aan de bomen, mijn vader tegen de cipaio's, terwijl hij net zo snuivend als de honden met de zakdoek tegen zijn mond terugdeinsde, hoezo kruisen verdomme hoezo kruisen vergeet die verrekte kruisen we gaan toch zeker geen tijd verspillen aan het maken van kruisen, en dan het geluid van voetstappen, als een overhaaste vlucht of een flitsende lont of wegstuivende mussen, paniek in het gras, de korporaal rende tussen de planten door om de toegang tot de savanne af te snijden, de cipaio's sloegen met hun lopen op de grond en dreven de voetstappen in de richting van de graanschuur, de lont en de wegstuivende mussen verschenen op het erf veranderd in een
ik zie hem zo voor me maar ik kan niet op de naam komen
schudde het gealarmeerde gekras van de raven van zich af, repen stof van de gordijnen voor de open ramen zonder kozijnen en ruiten veegden nog steeds door de stilte en de stank van de ingewanden, de korporaal boog met de kolf van zijn geweer tegen zijn schouder voorover naar het
'Nee'
een jongetje van acht of negen jaar op blote voeten tegen de graanschuur met een gestolen zak bonen onder zijn arm keek naar de geweren, keek naar de cipaio's, de boshonden groeven de gaten in de gewonden uit, mijn vader snoof met de zakdoek tegen zijn mond net als de honden, opnieuw vol zelfvertrouwen, gezag, zekerheden, hij was het hoofd aan de tak vergeten, de vrouw op haar buik in de keuken die naakter was dan als ze nog had geleefd
'Nee'
Auteur António Lobo Antunes
Publicatie Etcetera, 2000-10, jaargang 18, nummer 73, p. 27-28
Trefwoorden cipaio • kruisen • boshonden • kafferjongetje • zakdoek • bonen • graanschuur • korporaal • mussen • snuivend
Namen Angola • Kafferjongetje • Portugal • Portugese
Development and design by LETTERWERK