Het wilde Westen
Mediasponsoring in het theater
Het fenomeen mediasponsoring wil de gemoederen wel eens verhitten. Deze commerciële transactie, waarbij theaterhuizen, -organisaties of gezelschappen met de media tot een ruil overgaan, is soms een bron van verdenking en kritische vragen. Clara Van den Broek en
Naar aanleiding van
Rond de tafel zaten bijeen:
Het begin
Etcetera: Kan iemand iets vertellen over het ontstaan van het fenomeen mediasponsoring? Is het een initiatief van de gezelschappen of van de huizen?
Myriam De Clopper: Toen deSingel als één van de eerste theaterhuizen in
Paul Schyvens: Wij hebben zes jaar nadat de
Etcetera: Komt het initiatief soms ook van de kranten?
Schyvens: Het zijn hoe langer hoe meer de kranten zelf die kiezen met wie ze in zee gaan. Vroeger wilde een aantal gezelschappen absoluut bij De Morgen of bij De Standaard. Als je nu dat gesprek wil beginnen, ligt er dikwijls al een lijstje. Om een voorbeeld te geven: in het kader van haar verjongingspolitiek
Geert Sels en Wim Cooremans /
wilde De Standaard absoluut
Broucke: Een groot verschil tussen beide kranten is dat wij opteren voor sponsoring van instellingen op structurele basis, terwijl De Standaard meer gezelschappen sponsort.
Etcetera: Waarom kiest De Morgen voor instellingen?
Broucke: Zo kunnen we een ruime waaier aan interessante dingen aanbieden. Wij hoeven dan bijvoorbeeld
Wim Cooremans: Inderdaad. Wij sponsoren ook een aantal huizen - deSingel bijvoorbeeld. De reden waarom wij in het theater echter vooral gezelschappen sponsoren is gewoon dat de meeste huizen bij De Morgen zitten. Je moet ergens beginnen. Ik zou daar geen grote strategische politiek achter zoeken.
Etcetera: Wint de krant lezers dankzij sponsoring van theater?
Cooremans: Nee. Ik heb vorig jaar een onderzoek gedaan: sponsoring brengt geen meerverkoop op. Wij hebben bijvoorbeeld bij Ten Oorlog een grote wedstrijd georganiseerd voor de laatste 50 tickets en dat soort dingen. Dat heeft zeer weinig meerverkoop opgeleverd.
Schyvens: Soms levert het wel meer krantenverkoop op. Kijk maar naar de fel omstreden mediadeal tussen De Standaard en de
Redactionele autonomie?
Jonckheere: Daar krijg je dan Pol Arias die op de
Marc Holthof: Mediasponsoring is inderdaad een aantasting van de persvrijheid. Mijn keuze om al dan niet een repetitieproces te volgen, mag niet beperkt worden door een commercieel contract dat veel vroeger afgesloten is, en dat geen enkele garantie biedt dat die productie goed of belangrijk zal zijn.
Schyvens: Er staat niet in het contract dat journalisten van die of die krant omwille van de mediadeal eerste inzage krijgen in repetitieprocessen. Zoiets groeit organisch. Trouwens, in dezelfde periode van Ten Oorlog heeft
Etcetera: Jij voelt geen hinder van afspraken die met De Standaard zijn gemaakt?
Heene: Nee. Ik was wel verbaasd toen ik hoorde dat ik niet naar de repetities mocht gaan kijken. Wij hadden toen ook al de idee om rond Ten Oorlog iets extra's te doen, want het was in alle opzichten een uitzonderlijke productie. We wilden al sinds de zomer een katern over
Paul Schyvens /
bepaalde informatie sneller heeft. Maar zo werkt het nu eenmaal. Het is altijd een beetje geven en nemen. Je wil graag nieuws vergaren, maar een gezelschap heeft het recht te zeggen: 'met die persoon geef ik geen interview'.
Holthof: Natuurlijk zijn dat twee verschillende dingen. Iedereen is vrij in spreken. En een gezelschap kan best een communicatiestrategie hebben. Het kan alleen een probleem worden als die bepaald wordt door de commerciële context. Er zijn twee problemen. Ten eerste kan het gebeuren dat je voor bepaalde artikels, interviews enz., door de commercie geblokkeerd zit. Omgekeerd vraag ik me af in hoeverre het problemen schept als je marketingafdeling bepaalde gezelschappen of huizen sponsort, en jij een voorstelling daar rotslecht vindt. Waar sta je dan als criticus?
Broucke: Er is volledige vrijheid wat dat betreft.
Cooremans: Alvorens ik met iemand ga praten over mediasponsoring, praat ik eerst even met het segment van de cultuurredactie dat daarover schrijft.
Holthof: Dat is evident, maar je doet dat vele maanden vooraf.
Gerets: Bij de beide kranten waarmee ik totnogtoe gewerkt heb -
Etcetera: Jullie spreken nu op het niveau van de kritiek. Heeft het echter invloed op het journalistieke niveau van voorbeschouwingen, interviews, enz?
Gerets: Ook op dat niveau vind ik dat het bij beide kranten altijd objectief verloopt.
Etcetera: Vertaalt sponsoring zich soms in een ruimere redactionele aandacht?
Heene: Nee. Wij hebben bijvoorbeeld meer aandacht besteed aan Het Theaterfestival toen dat in deSingel doorging, terwijl wij toen al geen sponsor meer waren van deSingel.
Gerets: De sponsor biedt nooit extra redactionele aandacht.
Broucke en Schyvens: Nooit.
De Clopper: Als wij als organisator pleiten voor een volstrekte autonomie in het beleid, ook naar de overheid toe, kunnen wij ons even goed in de plaats zetten van een journalist, die volstrekte autonomie van denken en handelen opeist. Daarin zijn we allemaal doordrongen van dezelfde gevoeligheden. We verstaan elkaar daarin.
Etcetera: Wat beduidt deze zin dan, Geert, in jouw lezing op de
Sels: Ik bedoel daarmee dat het huis of gezelschap aan de journalisten van de mediapartner vraagt om iets over hen te schrijven. Dat wordt dan ofwel op de cultuurpagina's, maar hoe langer hoe vaker in katernen opgenomen. Onze ervaringen daarmee hebben op de redactie tot gesprekken geleid: er kunnen wel bijlagen komen, maar wij voelen ons het best als de gezelschappen die zelf redactioneel invullen. We hebben daar momenteel twee duidelijke voorbeelden van: deSingel en
Heene: Geert, zou je dan geen
Sels: Het hangt er vanaf van wie het initiatief uitgaat. In het geval van
Etcetera: Hoe behoud je dan een zekere objectiviteit t.o.v. het veld?
Sels: Het is al gebeurd dat er een initiatief voorlag waar wij als cultuurredactie niet achter stonden, en dan hebben wij beslist om dat niet te doen.
Etcetera: Is het onderscheid tussen promotie en redactionele informatie voldoende duidelijk voor de lezer?
Gerets: In onze bijlage stond vermeld dat de redactie in handen was van deSingel. Er stond ook heel duidelijk bij dat ook de vormgeving door ons gemaakt werd.
Informatie en promotie
Etcetera:
Broucke:
Schyvens: Wij hebben aan de journalisten van
Etcetera: Maar wel met de keuze van de gezelschappen of huizen.
Schyvens: Die keuze is gemaakt door De Standaard.
Sels: Je moet de zaken precies stellen. Dat magazine is van de
Etcetera: Werd de keuze van de huizen en gezelschappen in dat Magazine bepaald door artistieke of door commerciële criteria? Hoe komt zo'n magazine tot stand?
Cooremans: Er is gepraat tussen de redactie van
Schyvens: Wij hebben aan de commerciële cel van De Standaard gevraagd of zij mediasponsor wou zijn voor een aantal groepen. Wim heeft de namen van die groepen voorgelegd aan de cultuur redactie. Die heeft daar één groep aan toegevoegd. Uiteindelijk waren er vier groepen waar de cultuurredactie van De Standaard voor wilde gaan, de vier groepen van het Magazine van 28 augustus. En in plaats van op een traditionele manier te werken met x aantal advertenties gedurende het jaar, hebben wij vanuit Thassos voorgesteld om een
Broucke: Maar je maakt op die manier informatie op bestelling. De timing e.d. wordt volledig door jullie en door de commerciële dienst bepaald.
Schyvens: Ja. Maar het is geen publireportage.
Etcetera: Wat is het onderscheid tussen informatie en promotie dan?
Schyvens: Ik vind dat informatieverstrekking, gekoppeld aan een handige manier om promotie te maken op de laatste bladzijde.
Etcetera: Het is selectieve informatieverstrekking.
Schyvens:
Etcetera: Dat de criteria onzuiver zijn.
Schyvens: In de film mag dat, in de automobielindustrie mag dat, alle sectoren mogen dat, maar alleen literatuur en theater moeten op een
Etcetera: Omdat je blijft hopen dat daar geen commerciële maar artistieke criteria gehanteerd blijven.
Schyvens: Volgens mij gaat het daar niet over. Het is een artistieke keuze van de
Jonckheere: Paul, jij zou er dus geen problemen mee hebben als ik zou zeggen: '
Schyvens: Je moet daar dan onder schrijven: 'Ingezonden mededeling'. In het geval van
Broucke: Je vermeldt nu wel een belangrijk punt: je zegt dat je ervoor betaald hebt. Dat is niet het geval in het kader van sponsoring. Dat is gewoon een
Schyvens: Dat is gebeurd in het kader van een sponsoringovereenkomst waarbij ook nog geld op tafel kwam. Ik ben daar in principe ook niet tegen. Als er geld is, moet je dat ook op tafel kunnen leggen. Je mag daar niet vies van zijn. In de cultuursector is het woord geld...
Broucke: Ja, maar dan is dat een publireportage die volledig wordt gemaakt door journalisten van De Standaard.
Schyvens: Op een onafhankelijke manier.
Sels: Die onafhankelijkheid moet inderdaad benadrukt worden. Er is redactionele onafhankelijkheid. In
Holthof: Dat is toch nep. Je kiest zelf je groep, en daar zou je dan negatief over schrijven! Ik heb het niet gelezen, maar het zou mij verwonderen als er veel negatieve punten waren.
Gerets: Een aantal jaren geleden zijn er bij De Morgen ook bijlagen over deSingel verschenen waarvan de redactie in handen van de krant was. Daarin zijn dingen geschreven die deSingel niet echt bevielen, maar ze verschenen wel. Daar hoorde dan achteraf ook wel discussie bij met de redactie.
De Clopper: Een artikel is sowieso belangrijk, zelfs als het negatief is. Een negatief artikel is beter dan geen artikel.
Broucke:
Tindemans: Het probleem blijft: het resultaat is informatie, zoals alle reclame informatie is of zich in die zin toch aandient, maar dit Magazine zou er niet geweest zijn, los van de redactionele onafhankelijkheid, als Thassos niet betaald had. Daar begint het. Het probleem blijft dus dat het een promotionele rol vervult, hoe informatief het ook is. Als dat geld niet op tafel was gelegd, dan was dit er niet gekomen. Dus, wie zorgt voor de informatie? De geldschieter.
Schyvens: Dat is bij elke mediadeal zo. In het ene geval gaat het over geld, of anders gaat het over logovermelding, exclusieve voorstellingen,... Er wordt dus sowieso een handelsactiviteit verricht, met of zonder geld.
Etcetera: Maar die is duidelijker herkenbaar als handelsactiviteit. Hier heeft echter een handelsactiviteit plaats onder het mom van informatie.
Holthof: We spelen het naar de verkeerde man toe. Paul is zeer handig, hij heeft dat goed gedaan. Het zijn de mensen van
gerespecteerd moeten worden. Anders bedriegen wij de lezer.
(In een reactie zegt
Oorlog
Etcetera: Daarnet is er gesproken over exclusiviteiten. Worden die door de instellingen gevraagd of door de kranten? En in het geval dat het initiatief uit het veld zelf komt, wat is het belang daarvan?
Cooremans: Exclusiviteit is voor ons één van de belangrijkste redenen en voorwaarden voor sponsoring. Wij willen immers sponsoren voor ons imago. Als daar ook de concurrentie staat, wat brengt het dan nog bij aan het imago van onze krant?
Jonckheere: Ik vraag daar eigenlijk niets in. Ik denk alleen dat we daar op termijn in gaan vastlopen, door een aantal praktische zaken. De meeste kranten vragen (een vorm van) exclusiviteit. De Standaard zeker, bij De Morgen is dat, in mijn contract in elk geval, niet het geval. Het probleem is dat gezelschappen die door De Standaard gesponsord worden, gaan spelen in instellingen die een deal hebben met De Morgen. Als De Standaard aan 'haar' gezelschappen vraagt om exclusief op de affiche te staan, en ik beloof dat contractueel ook aan De Morgen, tja, dan is er een probleem. Hetzelfde met het uitdelen van kranten.
Etcetera: Daar zijn al problemen mee geweest, in Gent, rond Het Theaterfestival.
Schyvens: Wat is het probleem met het uitdelen van kranten op de openbare weg?
Heene: Je krijgt soms vreemde situaties. Ik herinner mij dat ik tijdens het vorige Theaterfestival op zaterdag in het café van de
Broucke: Wij hadden ervoor gekozen de krant van de volgende dag aan de toog van het café te verkopen. En dan stond De Standaard binnen haar kranten uit te delen, met een
Schyvens: Die krant werd uitgedeeld omwille van dat Magazine.
Broucke: Het gaat om imagoassociatie. Mensen die naar de
Schyvens: Je gaat me de bek toch niet openbreken over hoe De Morgen alle afspraken met De Standaard heeft proberen te ondergraven, Nica! Er was een afspraak over bepaalde regels die we zouden volgen. Ik weet heel goed wie die regels doorbroken heeft. Dus laten we maar zeggen dat het het
Sels: Deze discussie over wat De Standaard daar deed, getuigt vooral van de grote gespannenheid waarmee een aantal actoren in het veld tegenover elkaar staan. Ik vind die discussie kleinzielig. De krant ondersteunt culturele instellingen, die in ruil haar imago positief beïnvloeden. Maar de organisatie moet vrij zijn te beslissen wie ze in haar foyer toelaat. Is de poort van een huis niet voor iedereen vrij?
Gerets: Bij ons is de spelregel dat in het huis alleen de sponsors aanwezig zijn. Wat er buiten gebeurt, dat is vrij.
Jonckheere: Maar hoe hou je het zo zuiver? Ik weet van minstens één gezelschap dat zij nu al in haar contract heeft staan dat ze het recht hebben om in de foyer een stand te zetten met merchandising, met visualisering van hun sponsors, zijnde o.a. De Standaard. Hoe moet ik daar in ons klein foyertje mee omgaan? Hoe kan ik goed doen voor beiden?
De Clopper: Er is de laatste jaren een concurrentieslag bezig tussen
Etcetera:
Gerets: De vraag is in dit geval van De Standaard gekomen. Wij vinden zowel De Morgen als De Standaard goede kranten, en wij vonden het opportuun om eens in een andere krant aanwezig te zijn, om een ruimer publiek te bereiken. Wij kunnen ons met de twee imago's associëren.
Etcetera:
Gerets: Ik kan hier moeilijk een contract uit de doeken doen, maar de voorwaarden waren interessant, ja.
Heene: Het is misschien goed om er even op te wijzen dat de koppeling van het artistieke en het commerciële een verschijnsel is dat nu overal optreedt. Coca-Cola kocht onlangs een dag zendtijd op
De wet van het budget
Cooremans: Uiteindelijk hebben de gezelschappen de sleutel zelf in handen. Als jullie van vandaag op morgen zeggen 'wij willen geen sponsors meer', dan is het gedaan met sponsoren.
Tindemans: Ja maar, als de overheid ervan uitgaat dat er een bepaald percentage aan eigen inkomsten wordt verzameld, dat door ticketverkoop bij een aantal gezelschappen niet bereikt kan worden, dan is er wel een probleem. Want dan heeft de commerciële wereld wel een hefboom in handen.
Schyvens: Zo'n bericht heb ik nog nooit gehoord. Ik denk dat de meeste gezelschappen liever een eindeloos kaskrediet meesleuren dan zich over te leveren aan dat soort zaken. Ik vind het op dat vlak een erg zuivere sector.
Tindemans: Ja, aangezien de theatersector een semipublieke sector is, die minstens voor 90% gesubsidieerd wordt. En dat is ook maar goed zo. Als dat verandert - en er zijn stemmen in die richting, je moet maar eens naar het discours van de
Holthof: Vanuit mijn financieel-economische krant vind ik het eigenlijk een beetje grotesk dat je vandaag over het theater - dat voor ongeveer 90% gesubsidieerd wordt, en economisch dus totaal niks voorstelt - niets dan dat soort liberale vrijemarktgedoe hoort. Eigenlijk wordt dat door de overheid opgelegd. Zoals ook vtm een puur staatkundige constructie was toen het opgericht werd, en er nu pas vrije concurrentie kan bestaan, nu ze concurrentie hébben. Waarom hebben jullie media-advertenties nodig? Om bij jullie budget te voegen en dat dan op te sturen naar
Schyvens: Dat wordt helemaal niet opgelegd.
Holthof: Tweede punt dat ik wil opmerken: mediasponsoring komt enkel de grote gezelschappen ten goede, tenzij je een conglomeraat voert (kijkt daarbij naar Paul).
Schyvens: Dat is niet waar.
Holthof: In elk geval komt het alleen maar gezelschappen ten goede. Losse producten komen niet in aanmerking.
Schyvens: Losse producties?
Holthof: Goed, maar er zijn heel wat mensen die
Schyvens: Kleine gezelschappen: De Roovers.
Holthof: Ja, maar die heb je gebundeld.
Schyvens: Niks gebundeld. Er is een vraag gesteld aan De Standaard. En De Standaard heeft gezegd: 'De Roovers, dat zien wij wel zitten. Dat is een heel jong gezelschap dat een beperkt aantal voorstellingen speelt, of dat een interessant doelpubliek bereikt, en - dat is de hoofdreden - die vooral artistiek iets interessants te vertellen hebben'. Dat is een projectgezelschap met geen enkele verplichting ten opzichte van de staat. Alleen moet de begroting kloppen. Dus ook niet x% eigen inkomsten. Het is de enige projectgroep die door een krant wordt gesponsord, denk ik. Er zit natuurlijk wel potentieel in, naar het jaar 2000 toe, dat weten die kranten ook.
De Clopper: Ik weet niet, Marc, waar je het haalt dat dat zou opgelegd zijn. In de ultraliberale taal die ook bij de overheden gesproken wordt, gaat men er nu wel van uit dat de sponsors de tweede subsidiënten zijn. Dat wordt niet meer in vraag gesteld. Men gaat ervan uit, maar men legt het niet op.
Tindemans: Maar die 15% staan wel in het decreet.
Schyvens: Ja maar, eigen inkomsten verwerf je gewoonlijk door uitkoopsommen. Ik heb nog nooit, bij alle deals die ik heb afgesloten, een druk gevoeld dat ik die deal moest maken omwille van eigen inkomsten. Dat had alleen maar te maken met meer mogelijkheden, bijvoorbeeld veel meer promotie, dan spaar je x aantal franken uit, waarmee je dan weer een nieuwe productie kan maken.
Tindemns: Maar er zit wel een logica in. In het nieuwe theaterdecreet staat dat ook projectgroepen eigen inkomsten zouden moeten hebben. Dus zelfs de beginners, zij die zogezegd de ruimte krijgen om puur te experimenteren zonder dat er enige return is, krijgen een wettelijke eis van eigen inkomsten opgelegd. We hebben daartegen geprotesteerd. Er is een logica van eigen inkomsten, en daaronder is expliciet ook sponsoring opgenomen, of dat nu in natura is of in liquide middelen.
Schyvens: Het hoeft geen sponsoring te zijn. Je moet eigen inkomsten verwerven, en het is jouw keuze hoe je die verwerft. Ik vind dat er wel een heel zachte druk mag zijn om eigen inkomsten te verwerven.
Tindemans: Maar wat is de gedachte: is het een stimulus om je zaken te verkopen, of is het een onderdeel van de filosofie: 'je hebt onze middelen, zorg dat je er nog andere middelen bij hebt'. Dat zijn twee verschillende dingen. Als het tweede het geval is, ontstaat er een politiek probleem. Je kan niet langs de ene kant zeggen 'experimenteer er maar op los', en langs de andere kant 'maak dat je zeker zoveel eigen inkomsten hebt'. Een projectsubsidie wordt nu ook gekoppeld aan een resultaat.
Sels: Misschien wordt die druk ook wel vertaald bij organisaties en zelfs jonge gezelschappen in de drang om zich heel persistent te manifesteren, ook in de pers. Ik heb het niet alleen over sponsor- en ruilovereenkomsten en zelfs over losse advertenties, maar ook over redactionele aandacht. Goed uitgebouwde organisaties gaan er soms van uit dat de pers een natuurlijk verlengstuk is van het promotiekanaal van een organisatie. Ik hoor vaak van
De Clopper: Het vragen om redactionele aandacht hebben wij in het begin jarenlang gedaan. Dat was gewoon een onderdeel van onze job. Oorspronkelijk waren onze persdossiers trouwens bedoeld voor die aankondigingen. Ik zie daar een geweldige evolutie in. Vroeger werd dat nooit beschouwd als hengelen naar media-aandacht in promotionele zin. Aankondigingen gebeurden gewoon systematisch. Maar het landschap is zo sterk uitgebreid, er zijn zo gigantisch veel producties, dat dat gewoon niet meer kan. En dan krijg je iets anders, natuurlijk. Nu doe je een beetje aan verleiding: wie wordt er wel aangekondigd via een artikel, en wie niet? Natuurlijk gaan de kleintjes dan het gevoel hebben dat zij nooit aan de bak komen. Ik denk dat je die druk van hen nu enorm voelt, want dat zijn ook hun enige middelen op dit moment. Zij kunnen, net zoals wij tien jaar geleden, de telefoon nemen en zeggen 'doe toch iets voor ons'. Wij hebben nu andere middelen, dat moeten we toegeven. Een positieve evolutie vind ik wel dat er nu meer interviews in plaats van vooraankondigingen gepubliceerd worden. Dat lijkt me veel interessanter. Dat is een evolutie naar echte informatie. De criteria zijn geëvolueerd.
Etcetera: Wat zijn de criteria voor vooraankondigingen en interviews?
Sels: Ik vind het belangrijk om 'oeuvres' te volgen, en om een gesprek met een kunstenaar regelmatig verder te zetten. Je wordt natuurlijk het meest benaderd door de groepen die al lang bezig zijn en die de knepen van het vak kennen. Een interview of vooraankondiging kan vanaf het moment dat er in dat oeuvre een stap gezet is, of er plots iemand met overtuigend werk komt aankloppen, of iemand al een tijdje bezig is en in de krant nog niet gepresenteerd werd. Soms kan je niet anders, bijvoorbeeld als een productie zo'n belangrijke rol is gaan spelen in de media dat het nieuws is geworden. Dan moet je mee. Dat is het mindere criterium.
Marc Holthof /
Etcetera: Redactionele concurrentie in het verlengde van commerciële concurrentie?
Heene: Ik weet niet of dat zozeer met concurrentie te maken heeft. Je moet een beetje redeneren vanuit het standpunt van je lezer, en je afvragen waarover die een aankondiging of interview zou willen lezen. Je probeert natuurlijk een evenwicht te vinden tussen de grote kanonnen en de kleinere, tot zelfs semiprofessionele dingen. En het begint natuurlijk met: is er plaats voor? Want er zijn van die redactionele parcours: men wil nu meer nieuws, bijvoorbeeld over subsidies e.d. Ook dat is iets wat weegt, en waardoor er minder aankondigingen op de cultuurbladzijde in de dagkrant staan.
De Clopper: Een ander punt: men weet dat wij soms journalisten vragen om op reis te gaan. Ook daar is de vraag:
Etcetera: Is de redactie dan nog wel autonoom?
Seis: Ik ervaar dat die autonomie er is. Je hebt carte blanche om te schrijven wat je wil.
Etcetera: Is het sowieso niet correcter dat de krant de trip zou betalen?
Heene: In een betere wereld... Tindemans: Het
De Clopper: In Nederland is men daar veel systematischer in: 1 perskaart. Als dat een afspraak is bij iedereen, is dat aanvaardbaar. Maar dat is bij ons niet het geval.
Schyvens: In Nederland is men zeer argwanend. Vroeger kwamen er journalisten vanuit
Holthof:
De Clopper: Ja, sorry, in Nederland worden de journalisten ook veel beter betaald. Heene: Het budget laat dat niet toe.
Etcetera: Gaat het budget dan ergens anders naartoe?
Sels: Ik denk dat er over het algemeen mag gesteld worden dat er bij de krant geen echt buitenlandbeleid is. Als je de
Etcetera: Wat is het surplus van mediasponsoring voor de verschillende partijen? Is het een gewoonte geworden, of is het echt een noodzaak?
De Clopper: Bij ons kadert dat in een algehele sponsoring, waarin wij ook twee media-sponsors hebben.
Etcetera: Maar sponsoring is op zich een noodzaak voor jullie.
Gerets: Absoluut. Indien wij de ruimte zouden moeten betalen die wij bij de verschillende sponsors ter beschikking krijgen, zouden wij een probleem hebben.
Schyvens: Bij ons is dat niet zo noodzakelijk, en dan heb ik het over Malpertuis,
Jonckheere: Bij ons is het een manier om op een ander of breder veld zichtbaar te zijn. Als mediasponsoring niet zou bestaan, hadden wij ook geen advertenties. Wij hebben daar immers geen middelen voor.
De Clopper: Radio 1 is nu een sponsor van ons. Voordien hadden wij geen radioclips. Nu wel.
Etcetera: Wat is het voordeel voor de kranten?
Broucke: Dat vraag ik mij af. Eigenlijk hebben wij daar niet zoveel aan. De enige reden waarom we sponsoren is imagokoppeling. Die is belangrijk, maar niet meetbaar.
Etcetera: Sponsoren jullie kranten ook com-
Klaas Tindemans en
mercieel theater? 'Les Misérables' werd in elk geval door De Morgen gesponsord.
Broucke: Daar ben ik niet zelf verantwoordelijk voor. Dat is gekomen omdat wij bij vtm zitten, en vtm banden heeft met
Heene: En heeft die sponsoring enige invloed gehad op de recensie van
Schyvens en Heene: Néé.
Schyvens: En wie was er heel kwaad?
Etcetera: Kunnen jullie zich voorstellen dat jullie kranten geen theater meer zouden sponsoren?
Broucke en Cooremans: Ja, natuurlijk.
Broucke: In Nederland bestaat mediasponsoring niet in de vorm zoals wij die hier kennen. Daar betalen de gezelschappen gewoon voor hun advertentieruimte, net zoals de commerciële klanten. In
Cooremans: Ook voor ons is mediasponsoring niet echt noodzakelijk, maar wel leuk en belangrijk voor ons imago. Maar het moet niet absoluut theater zijn. Ik denk dat het op een bepaald moment goed is om theater te doen. Theater zit in
Het uithangbord van de burger
Etcetera: Dat kadert binnen de (burgerlijke) gedachte dat cultuur belangrijk is voor imagovorming in het algemeen?
Broucke en Cooremans: Ja.
Etcetera:
Holthof: Wij zijn een krant die nog altijd verkoopt zonder daar videocassettes bij te moeten geven. Er zijn wel een paar uitzonderlijke gevallen, zoals de
Broucke: Ik denk dat de lezer de nieuwsgaring over theater eerder in
Holthof: Wij hebben een ander imago. Wij hoeven ons niet absoluut als jong enz. te profileren. Integendeel. Onze lezers zijn couponnetjesscheurders. Het hele mooie - en daarom heb ik bij dit gesprek mijn antigelddiscours kunnen voeren - is dat wij de boodschap krijgen: 'maak een goede cultuurbijlage, en we kijken niet naar de cijfers'. Wij staan buiten de vrije markt, tenminste wat cultuur betreft. Het hele idee dat het theater, een zo marginale sector, economisch moet functioneren, vind ik een absurditeit. Ik begrijp wel waar die logica vandaan komt: om mensen te activeren, enz. Ik wil natuurlijk niet dat we terugvallen in het oude systeem à la KNS. Maar economisch, in godsnaam, stelt dat niets voor. Tegenwoordig heeft men de mond vol over cultuurindustrie, en moet cultuur opbrengen. Dat is de logica achter
Auteur Clara Van den Broek, Marleen Baeten
Publicatie Etcetera, 1999-06, jaargang 17, nummer 68, p. 29-37
Trefwoorden schyvens • standaard • broucke • mediasponsoring • magazine • clopper • heene • sponsoring
Namen Amsterdam • Anarchisten • Anne Brumagne • Audi-Jazz • Belgacom-Torhout • Berlijn • Bij • Blauwe Maandag Cie • Bood De Standaard • CocaColachannel • Cultuur • Dat Magazine • De Financieel Economische Tijd • De Morgen en De Standaard • De Standaard Magazine • De Standaard en De Morgen • De Tijd • DeSingel • Die Anarchistische Abendunterhaltung • Europese • FET • Geert Allaert • Gentse Nieuwpoorttheater • Gerets en Myriam De Clopper • Gérard Philppe • Het Gevolg en De Roovers • Het Nieuwpoorttheater • Humo • Jerry • Kanaal 2 • Kristien • Malpertuis en Het Gevolg • Marleen Baeten • Michael De Lausnay • Middeleeuwse • Music Hall • Nederlandse • Nica Broucke • Nieuwpoorttheater en het Victoriafestival • Perceval • Peter Anthonissen • Rolf Falter • Shakespeare • Standaard-Magazineredactie • Standaardredacteur • Standaardredactie • Steven Heene • Stichting voor Kunstpromotie • Ten Oorlog en Het Theaterfestival • Ten Oorlog-katern • Ten Oorloghebben • Theater Antigone • Theaterfestivalbijlage • Theaterfestivalkrant • Thersytesdag • Théâtre • Tja • Tom Lanoye • Vaar • Vadertje Staat • Vlaanderen • Vooruit • Werchter • Wilde • Wim Opbrouck
Development and design by LETTERWERK