Choreografie van de tic
De rol van het lijf in de dans
Choreografie van de tic
Is het lichaam een voorwaarde of een belemmering voor de dans?
L'esprit et le corps
In 1945 legt Marcelle Bourgat de laatste hand aan een 125 bladzijden dun boekje,
De kracht van het werkje ligt in de nauwgezette en toch compacte omschrijving van de basisingrediënten van het ballet. Bourgat schrijft over het noodzakelijke drillen van het lichaam, de verschillende personages in een dansvoorstelling, hun hiërarchische schikking; en uiteraard gaat de volle aandacht naar de danstechniek, de belangrijkste bewegingen en het vocabularium van de kunstvorm. 'La danse est le plus humain des arts, c'est l'esprit et le corps unis au service de la beauté.' Met deze - enigszins humanistische - ondertoon vat ze de beschrijving van haar favoriete kunsttak aan.
Bourgat suggereert dus dat er meer en minder humane kunsten bestaan, waarvan de dans dan toch wel de meest 'menselijke' is. Deze geprivilegieerde positie van het ballet ten opzichte van andere artistieke disciplines, meent ze af te leiden uit het harmonieus samengaan van lichaam en geest ten dienste van 'la beauté' of de
De tweede gedachte krijgt in de loop van het boekje echter steeds meer de bovenhand. De laatste tachtig bladzijden staan vol met allerlei 'onmogelijke' houdingen die het lijf binnen het decorum van het klassieke ballet moeten wringen. In de eerste beschrijvingen wordt het lichaam met zijn ledematen gedecoupeerd tot meetkundige figuren en mathematische verhoudingen. Vervolgens krijgen we een alfabetische opsomming van allerlei standjes die de basis vormen van het klassieke ballet: 'arabesque, assemblé, attitude, balloné', enzovoort. De evenwichtige aanhef van Bourgat verliest zich in het tweede deel volledig in 'les règles mathématiques'. Het lichaam wordt herleid tot een interessant object, een instrument, liefst geconditioneerd door een verzameling meetkundige regels.
Eén van de meest gangbare technieken om de grenzen van onze bewegingslogistiek te doorbreken bestaat er blijkbaar in het lichaam te onderwerpen aan een rationeel regelsysteem. Binnen het klassieke ballet ligt het decorum ver buiten het 'natuurlijke' lichaam, het lijf wordt er geconditioneerd door allerlei gesticulatieregeltjes afgeleid uit de geometrie van een ver verleden. Maar ook verschillende hedendaagse choreografen pogen hun dansvocabularium uit te breiden door een beroep te doen op een sterk gerationaliseerd regelsysteem. We kunnen hier bijvoorbeeld denken aan
steld. Maar het maakt alvast één ding duidelijk: wanneer we zijn doctrine tot het extreme doortrekken, ontbreekt er één aspect, nl. het lichaam.
De aanpak van
Machinerieën, zoals de bescheiden dobbelsteen van Cunningham, maar eveneens Forsythes ingenieuze computer, lijken onmisbare instrumenten voor verschillende choreografen. Ze gaan de dansbewegingen sturen en het lichaam dwingen tot allerlei handelingen: een staaltje technocratie, waarin het lichaam op verdwijnen staat. Deze 'esthetiek van de verdwijning' werd reeds dertien jaar geleden aangekondigd in het profetische boek van
Het lichaam handelt nu niet meer volgens instincten, emoties of driften, maar wordt de speelbal van een weloverdachte technowetenschap. Zo omschrijft Virilio op een overtuigende manier hoe binnen de topsport het lichaam gecorrigeerd wordt door de video-opnamen van dat eigen lichaam. 'De tv-registratie biedt de chronologische aaneenschakeling van de eigen bewegingen ter beoordeling aan en kan die zelfs vertraagd weergeven, alsof de snelheid waarmee men ze uitvoert een handicap was om tot een juist zelfbeeld te komen.' Het gemediatiseerde lijf vormt met andere woorden het ideaalbeeld voor ons alledaagse lichaam. Zo kan ook de danskunstenaar zijn eigen bewegingen op een hypernauwkeurige manier onder de loep nemen. Via het gebruik van de camera voert hij een micro-analyse uit op zijn eigen anatomie door de beeldregistratie voortdurend terug te spoelen, vertraagd of versneld af te spelen, stop te zetten, enzovoort. De danser kan een extreme mate van zelfcontrole, 'een toestand van optisch waken', doorvoeren, waarmee hij zijn eigen choreograferen bijstuurt. Zijn eigen lichaam wordt met andere woorden het object van de beeldregistratie. De danser wordt zowel acteur als televisiekijker van zichzelf. Ook hier zien we, zoals in het verhaal van Bourgat, Cunningham en Forsythe, dat het lichaam gedirigeerd wordt door een autonoom regelsysteem. Het lijf blijft over als een onhandige - maar nog steeds onmisbare -prothese van de techniek; en niet omgekeerd.
Topsporters en choreografen hebben doorheen de geschiedenis voortdurend een beroep gedaan op externe versterkers om hun ratio te ondersteunen. Op die manier poogden ze het lichaam nauwgezet onder controle te brengen en zijn grenzen te verleggen. Maar wat gebeurt er wanneer het lichaam buiten de controle valt van een rationeel regelsysteem? Heeft het lichaam een eigen ratio, een eigen logica? Die vragen staan centraal in
Stereopolitiek
De kip en haar mannelijke partner zijn twee van de weinige dieren die het een tijdje zonder kop kunnen stellen. Na de slachtpartij kunnen ze nog even rondfladderen alsof er niets aan de hand was. Het is dan ook niet voor niets dat in één van de beginscènes van
Als antwoord op de antilichaamspolitiek van Cunningham en Forsythe formuleren Greco en Scholten een stereopolitiek van lichaam en geest. Ze zien het lichaam als voorwaarde en niet als belemmering voor de dans. De danskunstenaars vertrekken dan ook vanuit dat lichaam om tot een voorstelling te komen. 'Dit was nu net voor mij de uitdaging. Ik kom vanuit het danstheater waarbij altijd vertrokken werd vanuit een tekstfragment, een postkaart of zo. Nu vatten we het werk aan met absoluut niets, althans alleen het lichaam is er. (...) De hunkering naar een unisono tussen lichaam en geest is m.i. de kracht en de drive achter het werk van Emio. Hij herwaardeert het lichaam als subject, laat het lichaam weer van zich spreken. Tegenover de deconstructie is Emio
constructief, bepaalt het lichaam de voortgang en niet een van bovenhand opgelegd regelsysteem,' aldus Scholten.
Greco en Scholten gaan niet uit van een welbepaalde methode of een concept dat op voorhand vastligt. Het creatieproces vertrekt vanuit het gesticulatieaanbod van Greco. Tijdens de repetitie wordt hier dan geleidelijk aan uit geselecteerd en komen ze tot een definitie van wat er gebeurt in/met het lichaam. 'Dat is mijn functie als dramaturg,' stelt Scholten, 'ik probeer in het lichaam te kruipen. Te kijken wat het te vertellen heeft en dat tracht ik dan onder woorden te brengen, te definiëren.'
Binnen een oogverblindend wit decor, dat iets weg heeft van de klinische non-kleur van een laboratorium, vat Greco zijn proefneming aan. De experimentele ruimte tussen hersenen en beweging lijkt een niet te lokaliseren plaats of een neutraal niemandsland waar nog niets vaststaat of gedefinieerd is. De zone tussen denken en handelen bekent nog geen kleur. De danser toont dan ook een zoekend lichaam dat nieuwsgierig om de hoek komt kijken. 'Il faut que je vous dise que mon corps est curieux de tout... et moi je suis mon corps.' Het lijkt alsof Greco zelf even verrast is over zijn lichaamscoördinatie als de toeschouwer. De danskunstenaar schept voortdurend de indruk verwonderd te zijn over wat er gebeurt met zijn eigen bewegingen. Het lichaam geeft de maat aan terwijl het verstand enkel maar kan vaststellen.
In Fra Cervello e Movimento - bianco voert Greco een lichaamsguerrilla tegen een uit de hand gelopen despotisme van de hersenen. Het podium als laboratorium biedt hem de mogelijkheid het verstoorde evenwicht tussen 'la technique corporelle' en 'les disciplines de l'esprit' te herstellen. De voorstelling vormt dan ook een duidelijk statement tegenover de moderne - hoofdzakelijk westerse - constitutie van de rede.
Fra Cervello e Movimente-bianco -
Virtuositeit
In
Ook Rosso - Fra Cervello e Movimento,(2) het vervolg op
Greco kan de lichaamsexcessen nu alleen maar in banen leiden omdat hij virtuoos is. De danskunstenaar heeft elke spier onder controle. Hij heeft een klassieke balletopleiding achter de rug en dat zie je aan zijn movimento. De danser begon zijn opleiding echter pas op late leeftijd, waardoor zijn lichaam niet volledig in de greep kwam van de 'bewegingstirannie' van de academische techniek. Wanneer Greco het geheugen van zijn lichaam laat spreken, spreekt hij dan ook twee talen: die van het klassiek ballet en die van zijn eigen instinct. Zo begint Fra Cervello e Movimento - bianco letterlijk vanuit herkenbare ballethoudingen die algauw geïroniseerd worden via tics. De klassieke ballettechniek biedt Greco echter de mogelijkheid om van zijn excessief bewegingsmateriaal entertainment te maken. De choreograaf kent voldoende bewegingstrucs om met soms eenvoudige handelingen een boeiende dansvoorstelling te creëren. Zoals de linkerhand die zich op een gegeven moment gaat verzelfstandigen en de rest van het lichaam instructies geeft. Op zich is dit een oude grap die we kennen vanuit de slapstick of het cabaret, maar Greco weet ze met zijn virtuoos lichaam nieuw leven in te blazen. 'Il faut que je vous dise que je peux contrôler mon corps et en même temps jouer avec lui.' En spelen doet hij met ons! Want uiteindelijk zijn ook de tics in mise en scène gezet (lees: ze zijn herhaalbaar geworden). Voor de kijker blijft dan ook de spanning: L'esprit ou le corps?
Bibliografie
1
2 Rosso - Fra Cervello e Movimento, zal tijdens KLAPSTUK 97 in première gaan. Voor de uitspraken over Rosso baseerde ik mij op een try-out die ik op 12 april 1997 in
Auteur Pascal Gielen
Publicatie Etcetera, 1997-06, jaargang 15, nummer 60, p. 34-37
Trefwoorden greco • lichaam • emio • scholten • bourgat • cervello • bianco • movimento • lijf
Namen Amsterdam • An-Marie Lambrechts • Anne Quirijnen • Bianco • Blanco • Brussel • Elle • Emio Greco • Etcetera • Guy Cassiers • Hersenschimmen • Het Horizon-Negatief • Kunst.(1 • Marcelle Bourgat M. • Merce Cunningham • Myriam Van Imschoot • Nand Buyl • Pascal Gielen • Paul Virilio • Peter Missotten • Russische • Schoonheid en Kunst • Technique • The Way of the Weed • Tra Cervello e Movimento • Universitaires de France • William Forsythe
Development and design by LETTERWERK