De kaap genomen
In deel 1 van Het vel van Cambyses bundelde
In beschouwende teksten over theater brengt de essayist-criticus verslag uit van zijn relatie met het werk van de kunstenaar. Dat geldt voor elke vorm van kunstkritiek. Wie zulke teksten wil bundelen tot een bloemlezing die zowat de hele 20ste eeuw bestrijkt en dus op een of andere manier een historisch panorama aanbiedt, heeft op het eerste gezicht twee mogelijke invalshoeken. Ofwel kiest en ordent men de commentaren op basis van de belangrijkheid van het studieobject (het theatergebeuren als feitelijkheid in de tijd), ofwel,maakt men het reflecteren over theater zelf tot studieobject. In het eerste geval kan zo'n bloemlezing aanzet zijn tot een stuk theaterkroniek, in het tweede geval tot een geschiedenis van de theaterkritiek.
Snel blijkt uiteraard dat beide door elkaar lopen. Grote theatermakers hebben natuurlijk altijd ook zelf over theater nagedacht en geschreven, en het maakt fundamenteel deel uit van hun theaterwerk. Meer nog, het 'spelen' van een tekstgegeven wordt vandaag steeds vaker vervangen door het spelen van een commentaar op een tekst, m.a.w. de reflectie op het materiaal wordt in het theater zelf gethematiseerd, wordt zelf theater. Meteen is een theaterwerkelijkheid gecreëerd die op haar beurt door de criticus wil onderkend en geduid worden, wat niet alleen een nieuw kijkgedrag, maar ook een nieuw vocabularium noodzakelijk maakt.
De sporen van die boeiende interactie in het kritisch denken over theater zijn terug te vinden in de bijdrage van
Ik begrijp dat de samensteller na zo'n onderneming onvermijdelijk met frustraties achterblijft. Discussiëren over welke teksten we missen, is eindeloos en zinloos. Meer ter zake is de vraag waarom bepaalde fragmenten wél zijn opgenomen. In de inleiding lezen we dat gezocht werd naar teksten "waaruit een bewustzijn sprak omtrent welke kapen het theater op dat ogenblik moest nemen". Het betreft o.m. vragen naar de identiteit van de theaterkunst, de relatie toneel-literatuur, professionalisering, inbedding in de maatschappelijke context, de invloed van theaterfilosofie op theaterpraktijk. Niet achter elkaar aan, maar geïntegreerd in de tijdspiegel, in een interdisciplinaire en internationale context. De onvermijdelijke beperkingen van haar werk in acht genomen, is Van Kerkhoven zeker geslaagd in haar poging om "de evolutie van een gedachtengoed" wat te verhelderen.
Hoewel ze niet een verzameling "mooie of sterke" teksten op het oog had, zijn toch een aantal belangwekkende theaterbeschouwingen opgenomen waarvan de historische waarde ook en vooral binnen het actuele denkveld groot is, en die je in een lijvig naslagwerk graag in een kader zou willen afdrukken. Ik denk o.m. aan bijdragen van Isa Voss (over de expressie van de dans),
Daarom is het natuurlijk overdreven te stellen dat de interessantste leestekst misschien wel de 12 bladzijden lange inleiding van
In het licht van deze 'grondtekst' lijken
me een aantal fragmenten toch iets te louter illustratief, inhoudelijk iets te weinig consistent, waardoor ze - eenmaal samengevat - voor de geïnteresseerde leek een beetje overbodig worden. En de theaterwetenschapper zal ook wel zonder deze bloemlezing zijn bronnen weten te vinden. Hier en daar is bij de keuze misschien ook iets te veel toegegeven aan het variëteitsprincipe: zoveel mogelijk verschillende aspecten terloops aanraken (beleid, theatertijdschrift, scenografie, recensiewezen, rol van de vrouw...), wat het leesavontuur hoe dan ook herleidt tot het nemen van steekproefjes. Maar dat zal wel inherent zijn aan het opzet om een staalkaart van signaalteksten aan te bieden.
Het mozaïek dat hieruit ontstaat, is een collage van nu eens analyses van concrete produkties of fenomenen die bij het overlopen van onze jonge theatergeschiedenis toch blijkbaar moeilijk te negeren waren (
Het vel van Cambyses is een boeiende verkenning in een te grote tuin. Een moedige aanzet. Elk initiatief dat - zoals
Het vel van
Theater? Dans? Opera?
ETCETERA!
Een abonnement kost geen geld
Voor een abonnement op Etcetera volstaat één telefoontje: 02/201 09 18
Abonnementsvoorwaarden: zie het colofon op pag. 2.
Auteur Fred Six
Publicatie Etcetera, 1994-10, jaargang 12, nummer 46, p. 56-57
Trefwoorden cambyses • kerkhoven • bloemlezing • teksten • studieobject • fragmenten • marianne • kapen • theater
Namen Bert Verminnen • Brulin • Cambyses 11 • De Keersmaeker • Discordia • Fabre • Fred Six • Kritak • Literatuur van Antwerpen • Luk Van den Dries • Marc Holthof • Maria Magdalena van Decorte • Marianne Van Kerkhoven • Mortier • Stan • Teirlinck • Vertoog • Vlaamse
Development and design by LETTERWERK