"Wie wat vindt heeft slecht gezocht"
Ik weet niet precies wat er achter die deur is. Die deur die ik zie opengaan in voorstellingen als
Vijf danseressen vertellen hun verhaal. Achteraf blijkt dat hun verhaal ook dat van een figuur uit een film, een toneelstuk was. Allebei dus. Elk vertellen schuift uit. Publiekscontact staat nog maar net en wordt al onderuit gehaald. Dreigen. Gibberen. En steeds die schicht angst. Waarom ?
Vijf danseressen spelen ons een staalkaart van acteren voor : de wijze waarop ze al acterende door emoties lopen, heeft iets van een pianist die snel de toetsen van zijn piano beroert. En tegelijk word ik gefascineerd door dat moment waarvan ik denk dat zij in zichzelf die glimp angst aanboren. Of alleszins door de wijze waarop zij die laag privé-emoties, die zij tijdens het maakproces aangeboord moeten hebben, perfect weten te reproduceren. Ze moeten zich bij dat maakproces in veilige handen geweten hebben om die bron te durven laten opborrelen. Kan je nog spreken van reproduktie als die telkens schijnbaar samenvalt met (hernieuwde) produktie ?
Drie paragrafen en het werkwoord dansen is nog niet gevallen. Is er hier trouwens behoefte aan een onderscheid tussen acteren en dansen ? Wat is dat onderscheid trouwens ? Wat met vijf meisjes/vrouwen wier praten en bewegen niet te scheiden zijn, met de vele kleine loopjes, sprongetjes, tics die net als intonaties en diepe en dunne stemmen voortdurend wisselen ? Als al die dingen samen duizend verhalen vertellen, hoe zou je zoiets dan noemen ?
Parade en slagveld
Met de wijzers van de klok mee worden er rondjes gelopen over de scène. Die rondjes zijn vooral het territorium van
Die cirkel sluit een vierkant dansvlak in zich. Als na sequensen zonder muziek één van Ligeti's pianostudies plots de scenische ruimte binnentuimelt, lijken de danseressen overvallen. De juiste kleren nog snel aan geritst en daar storten ze zich op dat dansvlak. En vallen. Of beter gezegd : ze lijken steeds weer naar beneden gesleurd. Soms graag en flou. Soms heel ongraag en scherp waarna ze onmiddellijk terug opveren in een beweging die snel ingesnoerd wordt met die typische elleboog-tegen-het-lichaam snok. Voortdurend en terzelfdertijd zie je ze wellustig door de knieën gaan en met beslistheid zich herstellen, of was het andersom ?
In deze danspatronen voegen de danseressen zich in en uit een steeds wisselend geheel, met die typische volgorde die de unison net afbreekt op het moment dat je ze dacht te ontdekken. Soms rimpelen de uitdrukkingen over de gezichten. Soms kijk je alleen naar die wervelende lichamen.
Als de muziek stopt en de danseressen even uithijgen, trekt de organisatie van het speelvlak de aandacht. Het decor bestaat - nu de voorstelling op reis is - uit een serie achterkanten van panelen. Achterkant waarvan ? Van een theater ? Of gewoon achterkant, uitkant, smalle marge waar niemand kijkt en waar je even iets kan tonen dat je nog nooit zelf zag. Waar je kleren van alle anderen even kunt voorhouden. Even die ander spelen maar wel een beetje als je zelf. Die 'anderen' zijn even waar of fictief als de personages uit vroegere voorstellingen van De Keersmaeker, waarvan naast de kleren nog meer sporen aanwezig zijn (planten, pompoenen).
Is het een speelzolder waar stiekem en dolletjes de grote-mensenwereld van beneden wordt voor- of nagespeeld ? Oefeningen in het 'ware' leven, het ware lijden, het ware lachen ?
Of is dat decor de achterkant van een circus (of circus als de achterkant van onze realiteit) waar
Helemaal vooraan staan 100 metronen. Daarover later.
Een stap terug
Elke beschrijving zoals hierboven aangezet moet zich bedienen van een na-elkaar dat eigen is aan de taal zoals wij haar leren (en zoals zij ons leert). Daarin moet onze verbale taal ver onder doen voor de combinatie van de verschillende talen die elk met geheel eigen wetten op de scène van
Hoe dit te beschrijven? Voetje voor voetje, moeizaam.
gegevens direct duidelijk worden : we zien haar als een luipaard-in-een-kooi van zich af klauwen. Verdediging, angst, dreiging, overmoed, uitdaging wisselen elkaar in hoog tempo af. Verderop in de voorstelling krijgen we andere flarden van haar verhaal op ons afgesmeten : met de handen op de rug gebonden, of nog later met een pruik en een lang kleed. Verschillende versies van het verhaal van één personage of verschillende versies van verschillende personages ?
Hefboom voor Fumiyo's relaas blijken de monologen geweest te zijn uit
Veelheid. Alles tegelijk. Het zit ook in die ongelooflijke act van
De voortdurende golfbewegingen in de poel van menselijke gevoelens rimpelen heen en weer over haar lijf en leden én gezicht. Haar behaagziek-kokette danspasjes worden voor één moment zenuwachtig-onzekere trippelpasjes, bijna een tic nerveux. Dat stemmetje, popperig-verwend, kan plots heel dun en kleintjes worden. Het is bijna ontstellend om dat voortdurend omslaan van uitdaging en overmoed naar onzekerheid en allenigheid mee te maken. (Misschien niet in het minst omdat het ons niet vreemd is.)
Toen ik de
Nog een stapje terug
Mijn na-elkaar vertelling schiet ook tekort ten aanzien van de volstrekt a-logische en discontinue aaneenschakeling van herinneringen die door deze deelverhalen opgeroepen worden. Een aaneenschakeling die kriskras heen en weer over de tijdslijn schiet. Jonge-meisjesherinneringen waarin verdriet nog zoveel groter was (want nog zoveel absoluter) en volwassen-vrouwherinneringen flitsen door elkaar.
Het gamma van toontjes, van lacherige huiltjes en huilerige lachjes dat Johanne zonder onderbreking doorloopt, gaat nooit een leven op zich leiden maar helpt de woorden voort. Woorden van Goethes
Uiterst verleidelijk is ze zo : overmoedig en toch wat triest, uitdagend en toch een beetje een klein meisje.
Zonder woorden
Het gamma aan getoonde/gespeelde gevoelens dat al die
Woorden zijn niet altijd nodig. Het blikken en blozen van
Zo verteld lijken het afgeronde verhalen. Niets is minder waar. Net zoals de verschillende pianostudies van
Zoals beloofd had de notaris die door
uit : Marguerite Duras,
van die verhalen slechts flarden te zien. Schijfjes emoties. Discontinue brokjes en scherfjes verhalen. Niet van dé vrouw, maar van vele vrouwen. Vele verhalen, van vele vrouwen tegelijk, gelijk en verschillend.
Wat de wijze betreft waarop deze brokkelige bundeling aan ons voorgespeeld wordt door de vijf dansers, lijkt het symfonisch gedicht voor 100 metronen als cesuur te werken. Het is een soort nulmoment waarin het theater het meest zijn realiteit benadert. Wat er gebeurt, is niet méér maar ook niets anders dan wat er gebeurt. Het staat voor zichzelf en is tegelijk zichzelf. Dit symfonisch gedicht stelt voor één moment de vervaging van het onderscheid tussen het reproduceren van spel (hoe goed ze 'acteren') en het produceren van realiteit (gaat het over hen zelf ?) expliciet in het middelpunt van de aandacht. Of is dit te zeer vanuit een behoefte aan eenheid gedacht ?
Het andere luisteren Luisteren naar het andere
De complexiteit van een voorstelling als
Op het niveau van de muziek vraagt de densiteit van de onderscheiden ritmes binnen Ligeti's pianostudies om een aparte benadering. Zelfs in een eerste waarneming van de muziek binnen de voorstelling valt het on(be)grijpbare van het samengaan van muziek en beweging op : de muziek was er al even voor ik ze echt gehoord had; de dans ging nog net even door voor ik begrepen had dat de muziek ergens moest gestopt zijn.
Op het niveau van de vele deelver-halen vraagt deze voorstelling om een houding die eerder meerduidigheid opzoekt dan enkelvoudigheid. Misschien moeten we deze verhalen met
'Men zou met een ander oor naar haar moeten luisteren, als naar een 'andere betekenis' die altijd bezig blijft zich te weven, die voortdurend de woorden omhelst, maar zich daarvan ook losmaakt om niet te verstijven, te stollen. Want als 'zij' dat zegt, is het niet, al niet meer, identiek met wat zij wil zeggen. Het is overigens ook nooit met iets identiek, het is eerder aangrenzend. Het raakt (aan).'
Met dit citaat van
Wat
Wie durft de vele wegen naar deze voorstelling te gaan ?
Noten :
Auteur An-Marie Lambrechts
Publicatie Etcetera, 1990-06, jaargang 8, nummer 30, p. 8-10
Trefwoorden stella • blanche • danseressen • woorden • pianostudies • achterkant • kleren • verhalen
Namen Amsterdam • An-Marie Lambrechts • Blanche • Carlotta Sagna • Denise de Costa • Desire • Emily L. • Ferdinand • Fumiyo Ikeda • Japans • Johanne Saunier • Kampen • Kok Agora • Kristeva • Kurosawa-film van 1951 • Li-geti • Luce Irigaray • Lyotard • Marion Levy • Nathalie Million • Rashomon • Stella • Tennessee • Van Gennep
Development and design by LETTERWERK