Archief Etcetera


Ondertussen in Café Plasky... Les grandes manoeuvres du Kaaitheater



KAAITHEATER

Ondertussen in Café Plasky...

Les grandes manoeuvres du Kaaitheater

Route 1 & 9 (Wooster Group) Foto Herman Sorgeloos

Vrijdag 22 april, 19u30. Ik kijk nog even de tuin in, aarzel en neem afscheid van al wie me lief is. "Tot 7 mei 's morgens" fluister ik. Dan eindigt voor mij Kaaitheater 83. Op 9 mei moet mijn tekst voor ETCETERA binnen, flitst me door het hoofd. Het wordt twee dagen koffie slurpen; door het huis dwalen; vreemden ontmoeten in mijn badkamer; onrustig slapen en bladen uit de schrijfmachine rukken tot aan de rand van de vertwijfeling. Waarom moet ik zo nodig mijn indrukken weergeven? Waarom heb ik het geaccepteerd? Ik die geen criticus wil zijn en me het best op mijn plaats voel tussen de 'gewone' toeschouwers. Het is pas een paar jaar dat ik de weg naar het theater herontdekt heb. Voordien... nee hoor. Ik denk dat het door dat onderwijs van ons kwam. Een heel jaar over één stuk van Molière en evenveel tijd met Vondel in de buurt. Waarom dit punt en die komma? Waarom dat woord en geen ander? Waarom zus en zo en dit en dat? Versregel na versregel en bladzijde na bladzijde. En de K.N.S. die als klap op de vuurpijl het stuk nog programmeerde ook. Ik heb er Lucifer in hoogsteigen persoon ontmoet. Nee, dat kom je in één decennium niet te boven. Bijna een kwarteeuw ben ik in een wijde boog om iedere schouwburg gelopen.

"Alles is nu anders, meneer. Er is inmiddels zoveel veranderd". Als ik met mijn kinderen over theater spreek, nu ze zonder blijvend letsel het middelbaar onderwijs hebben overleefd - Oh, wat heb ik daarover gewaakt. Welke speelse oefeningen heb ik aan tafel bedacht als therapie - als ik over theater spreek, meneer, kijken ze me aan alsof E.T. himself met een ongrijpbare boodschap uit de ruimte komt aandraven. Goddank, er is zoveel veranderd.

Daaraan, en aan nog andere dingen, denk ik onderweg naar King Lear, want ik wil van wal steken met een Vlaams werkstuk. Ik weet dat ik niet zo dol ben op klassiekers. Ik wil de adem van mijn tijd in de nek voelen. Dan pas krijg ik kippevel; de druk op de ogen ; de krop in de keel of het ondefinieerbare gevoel in de maagstreek. Ik heb eerst King Lear gelezen. De lectuur heeft te lang geduurd maar het theaterbeeld van Jan Decorte boeit me. Het verrast me zelfs. Traagheid stoort me niet. Het amateuristisch-jachtige van het dagelijkse leven meer en meer. Als ik de Beursschouwburg betreed, vraagt men me naar de parkeerplaats van mijn wagen want "het duurt tot halftwee" voegt men er bijna verontschuldigend aan toe. Ik heb tijd. Het wit decor ligt in de lijn der verwachtingen. Het zwarte na de pauze hoeft voor mij zelfs niet. Ik zie King Lear spreken, dezelfde gebaren maken, zich verplaatsen als J.D. De trutachtige witte jurk met blauw lint en het kroontje van Cordelia insinueren fletse sentimentaliteit in de plaats van gevoel. De oudmodische groene jurken en de wiebelende horentjes van haar zussen suggereren eerder dwaasheid dan sluwheid en list. Lear met zijn bretellen heeft meer weg van een verlopen kruidenier en Gloucester en Kent... het zijn kl..., nee sullen. Wat is er aan de hand met deze personages? Hun archaïsche taal, vaak onbegrijpbaar gefluister, en hun houterige onnatuurlijke bewegingen vervreemden. Ik word er niet door ontroerd... niet eens beroerd; ik denk na. Wat is er gaande? Is deze wereld dan zo dwaas? Is de discrepantie tussen wat we zeggen en wat we doen dan zo groot? Waarom zo'n angst voor emo-



ties? Waarom iedere introspectie met een triviaal gebaar vernietigen? Waarom wanhoop ridiculiseren? Waarom dit grenzeloze pessimisme? Is er dan nergens enig licht te ontwaren in deze grande comédie humaine ? Wat gewordt van deze personages ? Ze ontaarden tot schimmen, onbelangrijke marionetten die mekaar vernietigen, niet eens wetend waarvoor of waarom... pure domheid. In de stripverhalen gaan dit soort personages in één enkel prentje dood want ze zijn anekdotisch. Onbelangrijk. Tot aan de pauze speel ik het spel graag mee. Na de pauze minder. De manier waarop ze zullen sterven - want dat weet ik - laat me koud. Sullen kunnen niet op een theatrale manier doodgaan. En ofwel stapt het publiek op ofwel gaat het zenuwachtig giechelen telkens het op het verkeerde been wordt gezet. Ik blijf met mijn verstand kijken... als een koele voyeur. Eén keer wil ik het wel doen. Dit is voor mij een eindpunt. Ik ben benieuwd naar wat volgt.

Acht uur theater ?

Hoe haal ik de nacht van zaterdag op zondag? Eerst The Wooster Group, dan Jan Fabre van middernacht tot acht uur 's morgens. Dat wordt meer dan vierentwintig uur wakker blijven. Heb het vroeger nog veel langer uitgehouden. Nou ja; vroeger? Met Route 1 & 9 heb ik problemen. Het procédé ken ik van Point Judith. Het foldertje dat me bij de ingang in de handen wordt gestopt maakt me een en ander duidelijk. De agressiviteit van de groep is verontrustend maar omdat ik de Amerikaanse maatschappij niet voldoende ken, weet ik niet precies waar het juist om gaat; waar de diepere wortels zitten van dit gebeuren. De voorstelling in N.Y. draaide uit op een rel vertelt Jan Fabre me 's nachts. In Brussel krijgt ze een gul applaus omwille van het scènebeeld en de acteursprestaties.

Vlug een paar koffies slurpen. Gelukkig loop ik B.D.G. tegen het lijf. In een café op het Daillyplein hebben we het, tot kwart voor twaalf, over de cultuur vandaag : hoe het zou moeten zijn. Wat er te gebeuren staat. Onze hoop. De Bar Americain (B.A.) is volgelopen. Ik drink nog maar een koffie en eet een sandwich. De nacht kan lang zijn. Ik weet niks van Het is theater zoals te verwachten en te voorzien was. Alleen de titel al is zo lang. Ik vermoed dat een lange en pijnlijke werkdag volgt. In de spiegel kijk ik of mijn gezicht mijn innerlijke onrust kan verbergen: amper. Nooit heb ik zo'n lange voorstelling bijgewoond. "Het heeft geen zin om tegen jezelf te staan zeuren, ga zitten en zwijg", leg ik mezelf op. Ik gagedwee zitten. Het spektakel begint, ik ga op de rand van mijn stoel zitten want hier gebeurt iets ! Ik fluister me toe : "Dit is niet mogelijk. Het wordt een strovuur. Hou je onmogelijk acht uur vol". En dan komen de stoelen en denk ik: "Als hij dit ooit schildert, koop ik het". En het gaat zo maar door. Ik herinner me niet meer alle beelden. Ik denk aan R. Delaunay, Shahn, Chariots of Fire, Boulot-Métro-Dodo en aan de liefde die altijd weer stuk loopt op sleur et les autres. Om kwart voor vier in de morgen ga ik een glas drinken. Dan ga ik terug tot halfzes. Toeschouwers gaan in stilte op en aan. Er is groot respect voor dit spektakel, dat voel je. Jan Fabre is zeer moe. We praten even. Hij gaat een voorstelling geven in Londen. Dan ga ik terug in de zaal. Acht uur theater? Och, laten we het maar theater noemen. Wat doet het ertoe. Dit is zinvol werk. Dit kan niet altijd of overal; wel waar men bewust met dingen bezig is... in een of andere grootstad, bijvoorbeeld in Moskou waar de Drie Zusters van Tsjechov zo graag naartoe willen. Zullen ze gaan? Ach nee ! Jammer.

De zaal in de KVS is maar voor driekwart vol. Shame. Ik heb wat moeite in het begin. Wat heb ik van Tsjechov gezien? De dame met het hondje, maar dan op film. Ik vond het mooi, dat herinner ik me. M. fluistert: "Ik vind het wat ouderwets. Moet het nog vandaag?" Ik neem haar hand en zeg: "Wacht nog even", want ik kom langzaam in de ban van het stuk. Ik begin te horen wat ze niet zeggen en te zien wat ze niet doen. Ik herken mensen die het onmogelijke dromen, die van mensen houden, die onzeker zijn, verlangen, hopen en wanhopen. En als me duidelijk wordt dat de drie zusjes verliefd zijn op dezelfde man, verdwijnt de scène en gaat met het doek ook het levenslicht op. De rest vertel ik niet. Je moet zelf maar gaan kijken. M. vindt het beremooi, Gerardjan Rijnders, wat je met Toneelgroep Globe hebt gedaan. In de B.A. vang ik echo's op: waarom die Hollandse carnavalschlagers, en ze roken sigaretten en die Engelse songs en dit en dat? Wat heeft het nog met Tsjechov te maken? Specialisten, die alles wéten, moeten ongelukkige mensen zijn...

Great lovers

Als ik naar toneel ga, installeer ik me in mijn fauteuil, trek mijn fantasiepantoffels aan, neem de poes op schoot en ben volmaakt gelukkig, als het mooi is. En dan die muziek van Albinoni: het Adagio! Je kunt er duizend keer naar luisteren en het telkens nog mooier vinden. Je kunt geen twintig keer hetzelfde stuk of dezelfde film zien. Ik toch niet. Muziek is uitgepuurde kunst. En ze staan daar. Een man en een vrouw. Great Lovers. Op de kaai van une grande gare waar The Oriënt Express gaat vertrekken naar Constantinopel of is het Vladivostock? Ze omarmen mekaar zoals alleen grote geliefden dat kunnen. Dat zijn van die dingen die ik vanop kilometers zie. Wat is het mooi! En dan gaan ze uiteen. Ik heb zin om te roepen : "Blijf nog even samen ! Verlaat mekaar niet!" Maar ik zwijg, want ik zit in het theater en die Britten van Hesitate and Demonstrate zouden het toch maar gek vinden, zelfs al is de titel van hun performance Goodnight Ladies. En dan komen er nog twee mannen op en ik denk: "Ohlala! Ze zijn met zijn drieën verliefd op dezelfde vrouw". Komt door die drie zusjes en één man ; een mens denkt dan onmiddellijk aan drie mannen en één zusje. Maar ik ben mis. Het wordt een verschrikkelijk spionageverhaal met berichten in lange sigaretten en schitterende juwelen verborgen in een boek en een schurk die haar alles afhandig maakt en valse paspoorten verborgen in de Pravda en twee gluiperds die haar achtervolgen en dan ontmoet ze haar geliefde en ze steekt één gluiperd neer in een trein-coupé met een dolk verborgen in een crucifix. Dedju, wat is het mooi! En dan die laserstralen en die nachtmerrie en onder haar Victoriaans bed ligt een lijk... Nee! (stil) Toch wel., hij is het; haar lover! Ik bedenk duizend versies hoe het gebeurd kan zijn, de ene al droeviger dan de andere, de tranen springen me in de ogen en ik krijg de krop in de keel terwijl zij nonchalant weggaat. Oh, die vrouwen! Maar 't was mooi, te mooi om waar te zijn. En dan gaat het licht aan en I.V. zegt ontroerd tot P.G.: "Da's pas échte cinema".

Nu lees ik in het programmaboekje dat Goodnight Ladies gewoon over emigranten gaat, rondzwervend in Europese hoofdsteden. Geef toe : mijn versie is veel veel ontroerender.



Otello (Falso Movimento) Foto Herman Sorgeloos

Dindsdagavond. Door een smalle mijnschacht drummen we de verkleinde zaal van de 140 binnen. Een hoogzwangere kaartjesdame zegt met onverschillige regelmaat: "Dank U wel. Merci." Ze bemerkt mijn hilariteit en we barsten samen in een schaterlach uit. De anderen denken vast dat we mekaar kennen. Nee, ik vind zwangere vrouwen bijzonder lief. Ze zijn enkel en alleen met kindmaken bezig. De rest laat ze nogal blauw blauw... en terecht.

Theodora Skipitares verschiet met Sylvia meteen haar beste pijl. Tijdens dit eerste tafereel kan je een mug horen zoemen. Iedereen zit gefascineerd naar dit minuscule popvrouwtje te kijken en te luisteren tot ze het uiteindelijk letterlijk uitbraakt. Groots. De rest van Micropolis herinner ik me niet eens. Er volgen nog een aantal taferelen, vijf geloof ik, maar er gebeurt verder niks. Er is nog wel een been dat bloedt en een pééénis, oh zo lang, en nog zo van die dingen. Na drie kwartier is alles voorbij. In café Plasky drink ik een glas met H.M. Een dronken vrouw en een pastoor. Wat een "act", het Kaaitheater op zijn best, of is het die verdomde non van Wim Sonneveld?

Woensdag 27 april. Na mijn afgemeten middagmaal begin ik Le Misanthrope te lezen want mijn Duits is niet je-dat. Het stuk komt me niet onbekend voor. Halfweg de lectuur dringt tot me door dat we er dertig jaar geleden stapels schriften over volgekrabbeld hebben. Op slag krijg ik wat mijn Bobonne een "vapeurke" noemt. Niet vanavond alsjeblieft? Gelaten lees ik verder. Ik vind er minder punten en komma's in staan dan vroeger. Nee, toch niet. In regel 1101 van Acte III, scène V staat de komma er nog steeds na de "Et,". Het was een heel belangrijke. We hebben het er een heel lesuur over gehad. Ik herinner me, dat ik er toen een punthoofd aan overgehouden heb. En ze wensen dat soort onderwijs weer in te voeren, meneer? De vaders willen zich wreken op de jeugd van hun zonen. Ik niet, maar ik heb ook een steengoed geheugen. Gelukkig gaat M. mee. Ik zal me vanavond niet eenzaam voelen maar Der Menschen-feind brengt me in de war. Alceste is me plots ontroerend menselijk; Philinte zou mijn beste vriend kunnen zijn en Celimène... Ach, Celimène! Le démon du midi houdt lelijk huis in de man aan mijn rechterkant. Ik voel het. Wat heb ik vroeger, vanmiddag gelezen? Is het hetzelfde stuk? Nu weet ik het. Ik moet weer leren lezen zoals meester J. het mij geleerd heeft in de lagere school. Zonder vooringenomenheid, zonder die verlammende bagage, met fantasie, lichtgevoelig-



heid, zonder ontzag of gezag... gewoon creatief lezen. Plots besef ik welke stempel dat onderwijs op mijn generatie gedrukt heeft. Het klopt met wat ik vroeger al aanvoelde en ook zei: je kunt de klassiekers alleen brengen als je iets nieuws te tonen hebt. Als je ze aanpakt op de zeurderige toon uit ons onderwijs, kun je ze beter in de mappen geborgen houden. Dit heeft het Kaaitheater heel duidelijk getoond: KingLear, Drie Zusters en Der Menschenfeind - de topper van dit festival - een verantwoorde en overtuigende programmatie. Wat mij betreft althans.

Een toemaatje: Der Menschenfeind hebben ze zeven weken gerepeteerd. Dat is ongeveer wat ze er hier ook over doen. De kostuums? Niks bijzonders. Kan men hier ook. Het decor? Niet eenvoudig, maar onoverkomelijke problemen stelt het niet. Hoe komt het dan? Och ja, Der Menschenfeind is van Molière en het werd gebracht door het Schauspielhaus Köln in een regie van Jürgen Gosch.

Spalding Gray vertelt in twee beurten over de zevenenveertig stukken waarin hij gestaan heeft en over de 47 Beds van zijn vrienden. Zevenenveertig moet zijn lievelingsgetal zijn. In A Personal History of the American Theatre toont hij titelfiches aan het publiek. Ze zitten opgeborgen in een fichebak met raampje. S.G. schudt ze, maar dat zie je niet, en improviseert dan, zegt hij. Een kwatong beweert, na de voorstelling, dat ze in Amsterdam net in dezelfde volgorde zaten. Heeft die man een geheugen!

Spalding heeft ook een derde optreden versierd op de OFF KAAI in de B.A. van de A.B. Mijn opdracht is enkel indrukken weergeven over het Kaai, dus, ik zeg niks. T., W. en R. vonden Interviewing the Audience niet zo leuk, herinner ik me nog heel goed. T. heeft het hem een paar dagen later zelfs gezegd. Als hij in '85 niet komt... weet ik waarom.

Nog iets over de OFF KAAI. Waarom zit het Epigonentheater niet in het Kaai? Ik zeg niks over hun Demonstratie maar P.A. is het met mij roerend eens dat wat ze doen enig is. En Otto and Benelli, het lopend tweemansorkest. P.A. liep ze lachend achterna. Had je moeten zien!

Zaterdagavond 30 april. Tim Miller heeft me met zijn Cost of Living heftig aangepakt. Het is niet allemaal perfect wat hij doet. Dit hangt een ander beeld op van de Amerikaanse jeugd. Niet de lachende Coca-Colaboys and -girls, maar een verontruste groep die de werkelijke dreiging van vandaag aan den lijve voelt. Men kan geen generatie lang iedere dag weer, om politieke redenen, met een mogelijke Apocalyps dreigen zonder dat het sporen gaat nalaten in de geesten. Omdat ik er ook vaak wakker van lig, ben ik kapot van deze voorstelling. Jammer dat M. er niet is. Om twee uur 's nachts verlaat ik de B.A. Ik zal toch niet kunnen slapen. In de schijnwerpers van mijn auto zie ik de Japanse kerselaars in bloei staan in mijn dorp.

In the OFF, het marginale of the fringe zit altijd iets herkenbaars. Bij de Britten voel je het Victoriaanse; ik denk aan Goodnight Ladies. Bij de Amerikanen is er altijd video in de buurt en een vermengen van taal en beeld. Dit zie je zowel bij Tim Miller als bij de Wooster Group. Waarom zouden ze geen taal gebruiken: het Amerikaans is universeel. Bij de Vlamingen primeert het totaalbeeld en de kolder, alsof Breugel nog in de buurt was. En ze zwijgen: wie kent er Nederlands buiten onze grenzen? Ik denk aan Radeis en aan het Epigonentheater. Ik geef toe, het aangeboden staal is te klein om diepgaande conclusies te trekken, maar toch.

IJskreemtheater

Schaarbeek. Een neger vermoordt er een blanke vrouw. Mocht het dan nog in alle stilte gebeuren, maar nee hoor! De Italianen van Falso Movi-mento voeren hun Otello met veel muzikaal geweld ten tonele in die, om allerlei redenen toch, in een schril daglicht staande gemeente. Links op de tribunes roepen ze boe en ahoe, gebeurt meer, en rechts applaudiseren ze overdreven lang, ook niks nieuws. Tango Glaciale is van hetzelfde vat getapt. Ook een wemeling van zeer mooie dia-decors, keiharde en niet onaardige muziek. Ik weet het echt niet. Het heeft me zeker niet verveeld. Omwille van de kleuren zou ik het als ijskreemtheater willen omschrijven. Bij de laatste lik is alles op en meteen voorbij. Je gaat naar buiten en je denkt er niet meer aan terug... ofschoon : met dia's is er toch wel een en



ander te doen. Theatergroep Perspekt gebruikte ook dia's..., maar dat was Kaaitheater 79. Oh ja, Falso Movimento danste ook. Niet klassiek maar modern. Ik heb het gevoel dat ik het al meer gezien heb... op teevee en in reclameclips. Gogo!

Zo glijden we langzaam af naar het meer experimentele danstheater. Nou ja, dans? Wanneer kunst de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste gevoelens wordt, kan het best leuk zijn voor wie ermee bezig zijn, maar of het even plezierig is voor wie er moeten naar kijken... is een zinvolle vraag die iedere kunstenaar zich moet blijven stellen. Tenzij hij zich enkel en alleen wenst te richten tot wie, zoals hij, op zoek zijn naar nieuwe expressievormen. Dat kan... en dat mag. Jammer voor mij dan, die van dat soort research niets afweet.

Woensdagavond. Tweemaal zit ik een uur lang met uitgestrekte arm, smekend om enig contact met wat er op de scène aan het gebeuren is. Waar Steve Paxton mee bezig is, bij God, ik kan er maar niet achterkomen. Ik weet niet eens of Bound wat te maken heeft met de veerkrachtige sprongetjes die hij af en toe ten beste geeft. En Marie Chouinard? Ook haar reik ik smekend de hand... de lichtste aanraking van haar pink met de mijne, hoe kortstondig ook, zou voldoende zijn om wat licht te werpen in mijn totaal verduisterd innerlijk. In de Brusselse nacht blijft Marie('s) Chien Noir zoekend huilen, maar ik kan hem niet vinden. Het is pikdonker rondom mij. Ik haak af en slenter misnoegd om middernacht naar de B.A. Ik denk: "Tot kwart na twaalf. Mij niet langer gezien". En wat gebeurt? Je acht niet mogelijk wat John Melville in Troubleshooter uithaalt. Da's pas humor, fantasie, kolder van wereldklasse. Van wereldklasse! Ik heb anderhalf uur geschaterd. Om halfdrie verlaat ik de B.A. Ik wou toch vroeg naar bed vandaag... of is het nu al morgen?

Lente

Ik hou wèl van dans! Ik kan er ook van genieten. Ook ik raak erdoor gefascineerd en ontroerd. Wat een opluchting! Ik zit er stil naar te kijken en neem iedere beweging in me op. Rosas danst Rosas. Vier heel jonge vrouwen die dezelfde afgemeten, identieke gebaren en handelingen maken - wat een discipline! - tot de ene na de andere de groep verlaat, om op zoek te gaan naar een eigen identiteit... het obsederende aftasten naar het evenwicht, de harmonie, het rustpunt toe aan het einde van iedere beweging. Een zoektocht naar emotie en rust. Dit is een taal apart. Wat vermogen woorden om dit te omschrijven? Anne Teresa De Keersmaeker voert ons naar een hoogtepunt van dit Kaaifestival.

Nu is het voorbij, en terwijl we door het nachtelijke Brussel, onder M.'s paraplu, naar Karel Buis rennen, hebben we het over Flanders' Technology, en hoe goed we dit initiatief vinden en ook over Kaai 83 waar veel over te zeggen valt in vergelijking met de vorige uitgaven. Het was een heel ander festival, met meer uitersten, gewaagder. Het was een verdomd goed festival omdat het deze keer de Vlamingen waren die verrassend vernieuwend uit de hoek kwamen. Rosas, Jan Fabre, Het Epigonentheater, evenveel hoogtepunten waar de anderen verwonderd naar opkeken. "Eén Kaai maakt de lente wel", zegt M. Vind ik heel mooi!

"Waarom heeft men Kaaitheater en Flanders' Technology niet op één hoop gegooid?", schiet het me te binnen. Ik blijf er verrast bij staan. Ministers Geens en Poma, of liever: alle Vlaamse ministers, mag ik even? Technologie is heel belangrijk maar kunst is het evenzeer. Op het Holland Festival zijn de Japanners de eregasten; de Duitse kunst vandaag scheert hoge toppen. De Oscar voor De Blikken Trommel zegt veel over het Duitsland van vandaag. Het overtuigt velen ervan dat "Made in Germany" geen leeg begrip is. Als men in een land creatief is, is men het in alle domeinen. Ministers, neem Rosas, Jan Fabre, onze schilders, beeldhouwers, films en noem maar op, mee naar het buitenland wanneer jullie er over technologie gaan praten, of over economie of over een ander deelaspect van wat we kunnen. Het zal indruk maken. De gesprekken zullen er vlotter door verlopen. Waarom ook kunstenaars? Omdat ze een taal gebruiken die iedereen begrijpt. Wie de taal der wetenschap of techniek niet kent, snapt het meestal niet of onvolledig. Da's het enige verschil tussen een kunstenaar en bijvoorbeeld een wetenschapper. De ene gebruikt een universele taal, de andere een bijzondere... voor de rest zijn ze even creatief. Daarom vullen ze mekaar aan, hebben ze mekaar zelfs nodig. Kunstenaars zijn heel goede ambassadeurs. Ze kunnen met iedereen praten. Ministers, het Kaaitheater heeft bewezen dat er talent voorhanden is in dit land... in alle domeinen. Gebruik het, misbruik het desnoods. Flanders' Technology, Flanders' Science, Flanders' Art... evenveel aspecten van Flanders' Creativity!

Kaai 83 is voorbij. Ach meneer toch? Het wordt hard knokken om wat centjes bijeen te schrapen voor Kaai 85. En het bedrijfsleven? Nee, quasi niks. En de financiële wereld? Och, 't is zo moeilijk. En Stad Brussel ? Hebben nu al geen frank gegeven. Schande! Dus naar het Ministerie van Cultuur? Wat wordt het budget 85? Ook waar. Die Vlamingen toch.

"Eén Kaai maakt de lente wel"... Het moet! Op de lente volgt immers de zomer. In 1585 eindigde, met de val van Antwerpen, onze Gouden Eeuw. Na vier eeuwen bezetting, zelfs autobezetting, zullen we de wederopstanding vieren in 1985: met Flanders' Technology, met Kaai 85... eigenlijk met Flanders' Creativity!

Home again

7 mei 's morgens. Home again. Zalig! Vive le repos du guerrier! Les grandes manœuvres zijn achter de rug. Aan alles komt helaas en goddank een einde. Op mijn werktafel liggen stapels onbeschreven bladen, en mijn schrijfpennen drogen uit. Vrienden, ik trek me terug. Dank voor alles. Het was een fijne tijd. I love you all! Nu sluit ik me een paar maanden op in het klooster mijner fantasie. Tot in het najaar. God, wat een feest, wat een feest was het!

Als ik de Lotto win, doe ik mee aan Paris-Dakar. Dat moet ook zo'n groot feest zijn. En in een verschrikkelijke zandstorm rij ik verloren in de Sahara en krijg benzinepech. Ik stuur er onmiddellijk mijn begeleider op uit met een jerrycan en terwijl hij zoekend doolt tot hij maanden later wezenloos in Alexandrie belandt, ga ik langzaam dood tot de Roze Berberprins on his white silk camel, me als een vod opraapt en tussen de zachte bulten van zijn rijdier meevoert naar het tentenkamp zijner honderden vrouwen. Ik word er behoedzaam op zachte tapijten gelegd en door mijn doorschijnende oogleden zie ik als in een waas de wondermooiste gezichten... tot ik ook haar ogen ontwaar. Ik wist dat ze me niet in de steek zou laten... en door mijn wijdopen poriën begin ik langzaam weer te ademen en herken meteen de zachte geuren van Magie Noire, Arpège, Nina Ricci, Diorissimo, Fidji, Chanel vijf en ook zes, zeven en acht etcetera, etcetera, Etcetera!

Roger Van Ransbeek

Volledig artikel als PDF

Auteur Roger Van Ransbeek

Publicatie Etcetera, 1983-06, jaargang 1, nummer 3, p. 12-16

Trefwoorden kaaimijnwaaromtechnology

Namen Acte IIIAdagioAlbinoniAlexandrieAmerikaanseAmerikanenAmsterdamAnne Teresa De KeersmaekerAntwerpenArpègeB.A.B.D.G.Bar AmericainBeursschouwburgBobonneBoulot-Métro-DodoBoundBreugelBritten van Hesitate and DemonstrateBrusselseCafé PlaskyCelimèneChanelChariots of FireConstantinopelCordeliaCost of LivingCreativityDaillypleinDemonstratieDer Menschen-feindDer MenschenfeindDiorissimoDrie Zusters van TsjechovDuitseDuitslandE.T.En Stad BrusselEngelseEtceteraEuropeseFalso Movi-mentoFalso MovimentoFidjiGloucester en KentGouden EeuwHet EpigonentheaterHolland FestivalHollandseI.V.Interviewing the AudienceItalianenJan DecorteJan FabreJapanseJohn MelvilleJürgen GoschK.N.S.Kaai 85KaaifestivalKaaitheaterKing LearKingLearLe MisanthropeLondenLottoLuciferM.Made in GermanyMagie NoireMarie ChouinardMerciMet RouteMinisterie van CultuurMinisters Geens en PomaMolièreMoskouMuziekN.Y.Nina RicciOFF KAAIOhlalaOscar voor De Blikken TrommelOtelloOtto and BenelliP.A.P.G.Paris-DakarPhilintePoint JudithPravdaRadeis en aan het EpigonentheaterSaharaSchauspielhaus KölnScienceShahnSpalding GraySteve PaxtonSylviaTango GlacialeTechnologieTechnologyThe Wooster GroupTheatergroep PerspektTim MillerToneelgroep GlobeTroubleshooterVictoriaanseVlaamseVladivostockVlamingenVondelWim Sonneveld


Development and design by LETTERWERK