Advanced Search found 4 item(s) featuring "Prosper van Langendonck"

1921-03-30 BELGISCH TOONEEL (Karel Van de Woestijne)
  • . . . dan Berlage ten uwent; Verhaeren werd in zijn land niet beroemd dan nadat een trein hem had overreden; toen onze arme Prosper van Langendonck te sterven lag, zei mij zijn dokter, anders een hoogstaand man: "ik wist niet dat hij ook verzen maakte"; wel wist hij . . .
1924-10-04 DOOD VAN IWAN GILKIN (Karel Van de Woestijne)
  • . . . Grégoire le Roy op de banken zaten; - na zijne humaniora dus in eene school waar hij, in lagere klassen, een Prosper van Langendonck en een Henry Carton de Wiart kon ontmoeten, trok Iwan Gilkin voor zijne rechtsstudies naar Leuven, waar hij, . . .
1928 Cyriel Verschaeve: "Jacob van Artevelde" (Lode Monteyne)
  • . . . als een hoogtepunt. Beide werken kunnen we beschouwen als resultanten van vele proeven. En nu moge de als criticus eveneens zéér gewaardeerde dichter Prosper Van Langendonck destijds in een artikel van «De Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle», Plancquaert ook hebben begroet als een mogelijke evenknie van
1922-07-04 GEDACHTENIS VAN PROSPER VAN LANGENDONCK (Karel Van de Woestijne)
  • . . . GEDACHTENIS VAN PROSPER VAN LANGENDONCK Gent, 4 Juli . Aanvang November 1920 werd Dichter Prosper van Langendonck door zijne treurende vrienden ten grave . . .
  • . . . GEDACHTENIS VAN PROSPER VAN LANGENDONCK Gent, 4 Juli . Aanvang November 1920 werd Dichter Prosper van Langendonck door zijne treurende vrienden ten grave gevoerd. Kort daarop stelde een Van Langendonck -comité zich tot doel, op het Brusselsche kerkhof, . . .
  • . . . Juli . Aanvang November 1920 werd Dichter Prosper van Langendonck door zijne treurende vrienden ten grave gevoerd. Kort daarop stelde een Van Langendonck -comité zich tot doel, op het Brusselsche kerkhof, zijne laatste, zijne eindelijke rustplaats, een gedenkteeken te doen verrijzen, dat door den beeldhouwer
  • . . . Firmin van Hecke was, bij nobel-klassieke muziek van clavecimbel en viola da gamba, gesproken over hun vriend. Wij hebben bij wachten niets verloren: Prosper van Langendonck , die zoo goed als van honger gestorven is op een oogenblik, toen men er eindelijk aan was gaan denken hem naar waarde . . .
  • . . . niet alleen in de stem der sprekers: zij had in de eerste plaats dezen bemeesterd, die de eer hadden gekend, door den nobelen Prosper van Langendonck als vriend te worden gekeurd en behandeld; als de Van Nu en Straksers vonden hier elkander terug: de genegenheid die ze sedert . . .
  • . . . Sauwen en Omer Wattez zich evenmin onbetuigd wilden laten, maakte voor hen, die meer onmiddellijk, vooral in de jaren 1890, om Prosper van Langendonck hadden gestaan, deze huldiging tot een symbool van Eenheid: met Van Nu en Straks heeft het Vlaamsche cultuurgebied zich verbreed zooals de . . .
  • . . . - vele teekenen wijzen er op - er kanen moet en zal; zij allen hebben zich op 3 Juli op den naam van Langendonck vereenigd, zich met al hun broederlijken goeden wil in dien naam erkend. Althans, zoo durven wij hopen. Want wie, die in een land . . .
  • . . . hij is onlangs drie-en-tachtig jaar oud geworden - de vergadering voorzat en de openingsrede uitsprak. In zuivere lijnen teekende hij's dichters edele figuur. Van Langendonck , die er trouwens nooit als een dichter had willen uitzien, niet uit gebrek aan moed, maar bij vrees voor ostentatie, had met de . . .
  • . . . zijn werk hebben verdord. Thans verleenen zij aan dat werk een mysterie, waar zijne oudste vrienden wel iets van raden kunnen, doch waar Prosper van Langendonck , vooral na het veertigste jaar, weiger tegenover stond. Zijne uiterlijke biographie zou heel gemakkelijk te omschrijven zijn: zijn leven lang is hij, . . .
  • . . . tegenover, die langen tijd eerbied afdwingen zou. Zonder groote belezenheid, zonder schoolsche geleerdheid hoe dan ook een goed humanist, was het oordeelsvermogen van Prosper van Langendonck bijzonder stevig en betrouwenswaard, in zooverre dat naar niemand beter werd geluisterd dan naar hem, en dat niemand beter werd gehoorzaamd. Na . . .
  • . . . een denkcomplex wist te erkennen, om er dan met scherpe discursieve methode gevolgen uit te trekken. Daarin juist lag de critische macht van Prosper van Langendonck ; zij was opbouwend naar strenge mathesis, die boven de intuïtie uitrees. Na Toussaint van Boelaere sprak Karel van . . .
  • . . . mathesis, die boven de intuïtie uitrees. Na Toussaint van Boelaere sprak Karel van de Woestijne . Hij wees erop hoe Van Langendonck , na, om zijn dertigste jaar, zoo in programmatisch proza als in oppermachtige verzen, hoogten te hebben bereikt zooals niemand voor hem ze in . . .
  • . . . leven moeten, wij ledigen ons aan onzen meest-eigen inhoud; weldra zijn wij niet eens meer bij machte, te verlangen naar den dood." - " Prosper van Langendonck doet mij, op dit plots-kenterende oogenblik van zijn leven, denken aan wat van Dante Alighieri wordt verteld, toen hij, zekeren . . .
  • . . . den schamelen arme, den poverello Franciscus kunnen vragen, die naakt het vaderhuis was ontvlucht om de vraat der armoede te worden? Het is Van Langendonck die antwoordt: "Mijne almacht is onmachtig. Wees mij goed!".... En zoo zal Van Langendonck zijn zwerversleven beginnen. Het was zijn lot . . .
  • . . . vraat der armoede te worden? Het is Van Langendonck die antwoordt: "Mijne almacht is onmachtig. Wees mij goed!".... En zoo zal Van Langendonck zijn zwerversleven beginnen. Het was zijn lot geworden, voortaan "te wentelen buiten het spoor", zooals hij zelf zegt, zijn weg niet meer te . . .
  • . . . in de Natuur. Doch het mocht niet waar zijn." En spreker eindigde: "En feitelijk is het toch veel schooner en grooter geworden. Dat Van Langendonck zich-zelf beloog en bedroog, hij zou het, na jaren onmacht die het einde moesten voorbereiden, ervaren. Die jaren van gedwongen zwijgen, zij zouden . . .
  • . . . dag aan dag, slag bij slag, met heel veel verbeten woede, met heel veel al te menschelijken wrok, herbaren in ootmoed. Zoo zou Prosper Van Langendonck heug tegen meug, bijna als een offer der Genade, toch eindelijk mogen sterven met de zekerheid dat hij, naar Vondel 's . . .
  • . . . is de glorie van mijn broeder Maurice Roelants dat hij, jongste onder onze dichters, in zijn hart de liefde heeft gevonden die aan Van Langendonck en zijn laatste bewustzijn wat teederheid heeft gebracht en de zekerheid dat hij niet alleen was. Ik ben de laatste geweest om hem, . . .
  • . . . het onbereikbaar-sublieme, het sublieme mocht belijden niet anders te zijn dan de volstrekte Arme." Na deze rede onderhield éen der oudste vrienden van Prosper Van Langendonck , Alfred Hegenscheidt , de vergadering over den schoonen mensch die met hem was heengegaan. Het hoogtepunt in Van Langendonck 's . . .
  • . . . Prosper Van Langendonck , Alfred Hegenscheidt , de vergadering over den schoonen mensch die met hem was heengegaan. Het hoogtepunt in Van Langendonck 's werkzaamheid en leven viel samen met het stichten van Van Nu en Straks. Het bijtreden van iemand die, katholiek, in politiek opzicht ten . . .
  • . . . onder de reactionairen diende gerekend, tot een tijdschrift dat in de eerste plaats zich kantte tegen alle gevestigde orde, had eene dubbele beteekenis: Van Langendonck , even-jongere tijdgenoot van Pol de Mont en Hélène Swarth , trad, in volle oprechtheid, dezen toe die, met al hun . . .
  • . . . ambtenaars, kruideniers, politie-inspecteurs die de dichtkunst beoefenden: een aandoenlijk-naief allegaartje van knutselaars, dat.... het eenig VIaamsch-letterkundig leven der Belgische hoofdstad was. Daaruit trad Van Langendonck jongeren tegemoet, die alles negeerden waar hij in geloofde, maar die het Vlaamsche leven zouden redden, en niet te Brussel alleen. Van dien . . .
  • . . . maar te sterk van wil en te zeker in zijn streven, dan dat hij zijn doel niet zou bereiken, erkennen die jongeren in Prosper Van Langendonck een voorbeeld dat profetisch is geweest. Marnix Gijsen , Wies Moens , Richard Minne , Urbaan van . . .
  • . . . Maurice Roelants ons kenschetsende deelen uit voor - dat, hoe verscheiden ook de vorm, naar den inhoud niet verschilt met wat Van Langendonck ons heeft nagelaten. Heeft hij zich ooit zulken luister, zoo kort na zijn stoffelijk verdwijnen, gehoopt, hij die zich zoo ellendig-eenzaam heeft gevoeld? . . .