Advanced Search found 1 item(s) featuring "Jacob Campo Weyerman"

1926 Lode Baekelmans: "De Blauwe Schuyte" (Lode Monteyne)
  • . . . aantrekkelijk !» lezen we in de korte inleiding... Een van die vreemde sinjeurs, wier levensspel den snuffelenden Baekelmans aantrok, was Jacob Campo Weyerman . Hij heeft hem in de «De BIauwe Schuyte» verheven tot de waardigheid van hoofdpersonage. Die Jacob Campo Weyerman was een . . .
  • . . . Baekelmans aantrok, was Jacob Campo Weyerman . Hij heeft hem in de «De BIauwe Schuyte» verheven tot de waardigheid van hoofdpersonage. Die Jacob Campo Weyerman was een achttiende-eeuwsche avonturier, courantier, schrijver van libellen, en een doordraaier bovendien... Maar talent had hij ook. Op 9 Oogst 1677 werd . . .
  • . . . werd hij in 1739 gevangen gezet. In het voorjaar van 1727 was hij te Breukelen getrouwd met Johanna Ernst. «Zijn laatste levensjaren bracht Campo Weyerman , die te 's Grayenhage in 1747 overleed, door met literairen arbeid en het dresseeren van muizen». Zoo vertelt Baekelmans in zijn . . .
  • . . . 's Grayenhage in 1747 overleed, door met literairen arbeid en het dresseeren van muizen». Zoo vertelt Baekelmans in zijn studie. Van J.C. Weyerman verschenen verschillende tooneelwerken «Den Persiaanschen zijdewever», «Demokriets en Herakliets Brabantsche voyagie», «De Hollandsche zinlijkheyt», «Den Antwerpschen Courantier», «De gehoornde Broeders». Voor ons, Brabanders, . . .
  • . . . verschillende tooneelwerken «Den Persiaanschen zijdewever», «Demokriets en Herakliets Brabantsche voyagie», «De Hollandsche zinlijkheyt», «Den Antwerpschen Courantier», «De gehoornde Broeders». Voor ons, Brabanders, schijnt J.C. Weyerman enkel minachting te koesteren, zooals blijkt uit «De Brabantsche Voyagie». Ook den lezer van «De Bezweering van den deseperaten Antwerpschen Courantier», wordt het . . .
  • . . . zooals blijkt uit «De Brabantsche Voyagie». Ook den lezer van «De Bezweering van den deseperaten Antwerpschen Courantier», wordt het duidelijk, dat de libellist Weyerman de Sinjoren niet in zijn hart draagt. Allerlei onaangename herinneringen dragen daarvan de schuld. Te Antwerpen verbleef hij om beter de schilderkunst te leeren. . . .
  • . . . drie bedriegers, die hem alles afwonnen, waarna ze hem «nakend met de boenen aan den zolder hadden opgehangen». Niet alleen de levensgeschiedenis van Weyerman heeft Baekelmans geïnspireerd. In de dertig bladzijden, die den sleutel vormen op het blijspel van den Antwerpschen courantier heeft hij menige aanduiding . . .
  • . . . Baekelmans , die zijn spel situeert in het jaar 1700 brengt zijn avonturier in aanraking met baron van Syberg, wiens leven door Jacob Campo Weyerman beschreven werd. Deze edelman doet denken aan den alchimist, graaf de Saint-Germain, waarvan die andere avonturier Casanova gewaagt in zijn Mémoires... Sijberg . . .
  • . . . de Zuidelijke Nederlanden niet. Maximiliaan Emmanuel, keurvorst van Beieren regeerde toen ons land in naam van den Spaanschen koning. In de herberg zoekt Campo Weyerman «nouvelles» te visschen onder het volk, dat er komt. Met Baron van Syberg, die het geheim der geheimen zoekt, wordt de twintigjarige
  • . . . Weyerman «nouvelles» te visschen onder het volk, dat er komt. Met Baron van Syberg, die het geheim der geheimen zoekt, wordt de twintigjarige Weyerman , die enkel streeft naar genot en rijkdom, beetgenomen door de gewone bezoekers, waaronder zich onderscheiden Spierings, de kunstschilder en de Beul. Zij zullen
  • . . . die enkel streeft naar genot en rijkdom, beetgenomen door de gewone bezoekers, waaronder zich onderscheiden Spierings, de kunstschilder en de Beul. Zij zullen Campo en den baron inwijden in het geheim der rozenkruisers. In den loop van het gesprek dat we hadden met Baekelmans , deed hij . . .
  • . . . werkelijk toevallige gelijkenissen bestonden, dan lag de schuld daarvan niet aan hem -- enkel aan de omstandigheden. Op al die hoog-gespannen verwachtingen van Weyerman en Syberg volgt enkel ontnuchtering. De libellenschrijver vindt troost in de liefde van de dochter uit «De BIauwe Schuyte» en vlucht met haar. Nog . . .
  • . . . van het literaire heelal zal Baekelmans op den oordeelsdag vragen: «Lode, wat hebt ge met uw broeder Weyerman gedaan ?» Want Weyerman mocht al niet veel meer dan zijn naam leenen aan een der hoofdpersonen van het stuk ! ! Weyerman werd door den . . .
  • . . . ?» Want Weyerman mocht al niet veel meer dan zijn naam leenen aan een der hoofdpersonen van het stuk ! ! Weyerman werd door den auteur van dit blijspel doodeenvoudig verdonkeremaand ! Zijn Weyerman is gewoon geen Weyerman meer ! Het lijkt . . .
  • . . . aan een der hoofdpersonen van het stuk ! ! Weyerman werd door den auteur van dit blijspel doodeenvoudig verdonkeremaand ! Zijn Weyerman is gewoon geen Weyerman meer ! Het lijkt wel een sullige, karakterlooze sukkelaar, die in de «De BIauwe Schuyte» ronddoolt, goud wil . . .
  • . . . stuk ! ! Weyerman werd door den auteur van dit blijspel doodeenvoudig verdonkeremaand ! Zijn Weyerman is gewoon geen Weyerman meer ! Het lijkt wel een sullige, karakterlooze sukkelaar, die in de «De BIauwe Schuyte» ronddoolt, goud wil hebben, verliefd beproeft te doen en . . .
  • . . . à la de Saint-Germain, waarover Casanova verhaalt in zijn Mémoires. Wat had Baekelmans een kleurig cultuur-historisch beeld kunnen verwezenlijken, wanneer hij Campo en Syberg eens had gesitueerd in het volle volksleven van het vroeg-achttiende eeuwsche Antwerpen en aan beiden hun karakter had weten te bewaren - . . .
  • . . . werkelijk een satyre ware geworden, dan zou de schrijver wellicht minder vrienden hebben geteld, doch een literair succes hebben kunnen boeken. Als nu Weyerman eens werkelijk op het tooneeel ware gegroeid tot een doordraaier, een avonturier, een schrijver van satyrische libellen, dan zou de «De BIauwe Schuyte» een . . .