Date 2007-01-30

Publication De Morgen

Performance(s) Keine-Speile mehr

Artist(s) Helbich, DavidAnaraki, Shila

Company / Organization

Keywords

Moet er nog experiment zijn?

Afgelopen week liep in de Brakke Grond en Frascati in Amsterdam het Vlaams-Nederlandse dans- en performancefestival Something Raw. 'Raw' kan hier zowel slaan op het prille als het brutale of experimentele karakter van het getoonde kleinschalige werk. Het is een erg leuk festival: door zijn diversiteit kun je er in korte tijd heel wat ontdekken.

Als kijker moet je echter wel tegen een stootje kunnen, want pril werk kan ook onvoldragen werk zijn. Dat was het geval met Keine-Spiele mehr, een stuk van de Duitsers David Helbich, een componist, en Shila Anaraki, een danseres. Het werd gecreëerd in werkplaats Nadine in Brussel, een broedplaats voor buitenissige en prikkelende experimenten. Soms toch, maar niet hier...

Het publiek werd uitgenodigd om één na één de lege zaal van Frascati te betreden. Daar diende het, op verzoek van de performers, heen en weer te wandelen in verschillende formaties. Het frame van die oefening was een kader dat de performers met tape uitzetten op de vloer. In een nagesprek legde Helbich uit dat hij een compositie zonder 'materiaal' wilde maken. Je moest als kijker het aangegeven kader van instructies zelf invullen.

Na een half uur hadden veel kijkers hun buik vol van die exercities en begonnen ze ofwel keet te schoppen, of zich terug te trekken of – leuke vondst – een slow te dansen, tegen de instructies van de performers in. Als sociaal experiment was dit dus wel grappig. Dat nam niet weg dat je hier het slachtoffer was van een bloedeloze optelsom van experimenten van zo diverse kunstenaars als Robert Morris, Steve Paxton of John Cage.

Het werk recycleert inderdaad – al bleef het in het nagesprek onduidelijk hoe bewust dat gebeurde – performances en denkbeelden uit de jaren zestig, zonder te verduidelijken waarom dat nou zo dringend hoeft. Ze werpen er immers geen nieuw licht op, noch definiëren ze een nieuwe inzet. Dat Helbich en Anaraki slechts vaag wisten waar ze op uit waren, bleek ten overvloede uit het feit dat ze hun werk slecht 'berekend' hadden. Ze hadden zich nauwelijks een voorstelling gevormd over mogelijke (in dit geval agressieve) publieksreacties. Het publiek werd geacht het kunstwerk actief te voltrekken, maar als puntje bij paaltje kwam, stelden de makers het 'enthousiasme' waarmee dat gebeurde allerminst op prijs. Zoiets overkomt je alleen als je gevangen zit in je eigen (waan-)denkbeelden. Belangwekkend wordt een werk op die manier nooit.

Helbich en Anaraki zijn niet de enigen die in die valkuil trappen. Om één of andere reden steken heel wat denkbeelden over kunst uit de sixties in de performancekunst met vernieuwde kracht de kop op. Helaas al te vaak op een nogal warrige manier en zonder veel kennis van de geschiedenis. Niet dat kunstenaars intellectuelen moeten zijn. Maar een beetje kennis van geschiedenis van je eigen metier is toch niet te veel gevraagd? Dat belet op zijn minst dat het warm water elke keer opnieuw uitgevonden wordt.