Experiment voor jonge choreografen bij Koninklijk Ballet van Vlaanderen
Directeur Kathryn Bennets: 'De hoofdzaak is te tonen hoe veelzijdig klassieke dansers zijn. Goede balletdansers kunnen alle hedendaagse dans aan'
Verrassingen in recordtempo
Kathryn Bennets, de nieuwe directeur van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, zette haar dansers met Impressing the Czar van William Forsythe al eens aan om buiten de lijntjes van het klassiek ballet te kleuren. Uncontainable gaat verder op dat elan. Het is een internationale oproep voor jonge choreografen om bij het KBvV een nieuw werk te maken. Uit ruim honderd inzendingen werden vijf choreografen geselecteerd. Voor de dansers is het een kans om al hun kunnen te demonstreren.
Antwerpen
Van onze medewerker
Pieter T'Jonck
V oor de choreografen is deze avond een ware vuurdoop. In drie weken moeten ze een werk van een kwartier van nul opbouwen, ook al kennen ze het gezelschap niet en moesten hun dansers tussendoor ook repeteren voor de komende première van Sleeping Beauty. Bovendien is er het wedstrijdelement: op het einde van de rit ontvangt één choreograaf de Hapag-Lloydprijs.
Toch hangt er een meer dan collegiale sfeer tussen de choreografen, die op de Italiaanse Brusselaar Matteo Moles na, drie weken lang logeren in het gebouw van het KBvV. De wedstrijd lijkt zelfs bijzaak. De Spaanse Inma Rubio Tomas vindt de selectie al een prijs op zich. De Rus Alexey Miroshnichenko ontging het zelfs even dat er een concours was. Ook Bennetts doet er luchtig over. "De hoofdzaak is te tonen hoe wendbaar en veelzijdig klassieke dansers zijn. Goede balletdansers kunnen alle hedendaagse dans aan. Het omgekeerde is zelden waar."
Veel dansers storten zich in alle geval met plezier in dit avontuur. Tussen sommige dansers en de choreografen heerst zelfs een ongewone camaraderie. Die wordt de avond na de eerste algemene repetitie beklonken met uitgebreid café- en restaurantbezoek.
De algemene repetitie was na drie weken hard werk voor iedereen een verrassing: tot dan had niemand immers tijd om bij andere groepen poolshoogte te nemen. De verschillen tussen de vijf stukken zijn ook hemelsbreed. Om te beginnen door de omvang van de casts. De spelregel van de wedstrijd luidde dat elke choreograaf een beroep kon doen op maximaal tien dansers. De Rus Miroshnichenko en de Spaanse Rubio Tomas kozen echter voor een bescheiden duet en trio. Ondanks het risico pikten de Belgisch-Colombiaanse Annabelle Lopez Ochoa en de Spanjaard Cayetano Soto dankbaar de 'werkloze' dansers in voor hun stukken voor zestien en twaalf dansers. Enkel Matteo Moles deed het met de voorziene tien. Nog groter is echter de variatie in stijl en aanpak.
Annabelle Lopez Ochoa had bij aanvang geen welomlijnd plan. "Je doet het met de dansers die je hebt. Ik wist enkel dat ik Stabat Mater van Pergolesi als muziek wilde. Die barokmuziek vul ik intuïtief in met dans." Barokmuziek associeert zij met de barokke, beweeglijke groepscomposities van Rubens' schilderkunst. Dat liet zijn sporen na: Lopez Ochoa schildert als het ware met haar dansersmateriaal. Lacrimosa is een vuurwerk van dramatische contrasten, dat begint met een expressieve solo van Rob Fordeyn voor de in een halve cirkel opgestelde dansers. Die aanpak blijkt erg efficiënt om boeiend om te gaan met zo'n grote groep.
Alexey Miroshnichenko maakte eerder bij het Kirovballet al een ruwe versie van zijn duet Du côté de chez Swann. Hem interesseert minder de grote beweging dan het detail. Hij vertrekt vanuit de gelijknamige staccatopartituur van de Russische componist Leonid Desyatnikov, maar van de verwijzing naar Proust behield hij enkel de idee dat kunst heden en verleden kan verbinden. In zijn geval is dat verleden een duet uit het beroemde ballet Het Zwanenmeer. Dat werkte hij tegen de achtergrond van een barcode, een scenografie van Philip Danzov, om tot een intrigerend stuk waarin enkel een geoefend oog de referentie aan het origineel nog zal zien. Maar niemand kan naast de ongewone beelden kijken die hij het klassieke idioom weet te ontlokken.
De Spanjaard Cayetano Soto komt het meest conceptueel voor de dag. "Bij het Ballettheater München, waar ik tot voor kort werkte, sloegen ze mij om de oren met dramaturgie. Dit is het gevolg." 24 FPS ('24 frames per second' of film dus) is opgebouwd als de bekende fotoseries van Edward Muybridge. Die analyseerde beweging door ze met foto's op te delen in stilstaande beelden. Soto monteerde op dezelfde manier de bewegingen van zijn dansers tot snel opeenvolgende 'fotoshots'. Hij doet dat met veel zin voor humor. Bij herhaling laat hij zijn dansers door een ongewoon lage en gebundelde belichting van hun onaantrekkelijkste zijde, in onelegante poses zien. Hij laat ze zelfs opdraven in weinig flatterend ondergoed ("Muybridge deed dat ook bij zijn eerste experimenten"). Dat wringt met de neiging van balletdansers om zo voordelig voor de dag te komen. "Ik gaf hen de opdracht om zich te gedragen als verschrikte kippen. Schoonheid ontstaat pas als je eerst afzichtelijk lelijk bent." Het resultaat is inderdaad van een tegendraadse, amusante schoonheid.
Rubio Tomas en Moles legden zich op pure beweging toe. Inma Rubio Tomas is de enige die de multimediale toer opgaat. Haar trio Composed of Nothing but the Mind voor twee mannen en een vrouw vertoont sporen van haar samenwerking met ex-Forsythedanser Anthony Rizzi. Het stuk frappeert niet enkel door de verstilde bewegingen, maar ook door de dialoog met videobeelden.
Matteo Moles is de constructeur van de groep. Het uitgangspunt voor Crossfade waren acht erg hedendaags aandoende bewegingsfrasen. Volgens een uitgekiend lichtplan met scherp afgetekende lichtvlakken combineerde hij dat materiaal tot ingewikkelde maar duidelijk leesbare figuren. Wat het stuk echt aantrekkelijk maakt, is de variatie die ontstond door improvisaties van de dansers op het basismateriaal. Dat laat een danseres als Geneviève Van Quaquebeke bijvoorbeeld toe om haast terloops pakkende soli te brengen.
Wanneer en waar Van 20 tot 23 april in Theater 't Eilandje, Kattendijkdokkaai, Antwerpen, 03/203.95.85 of 070/222.192 en op 26 en 27 april in Kaaitheater, Brussel, 02/201.59.59, www.kaaitheater.be, www.koninklijkballetvanvlaanderen.be
Ongewone coalities
De titel Uncontainable verwijst naar het Duits-Belgische containerbedrijf Hapag-Lloyd. Met een royale schenking van 33.000 euro draagt het alle kosten van deze avond. Bovendien beloont het de beste choreografie met een prijs van 10.000 euro. Die prijs wordt niet uitgereikt in Antwerpen, waar de voorstelling in première gaat, maar wel op 26 april in het Brusselse Kaaitheater. Kaaitheater organiseert deze avond mee, hoewel het qua dans een 'progressief' stempel draagt. Zijn artistiek directeur, Johan Reyniers, liet echter vroeger al, toen hij het Klapstuk-Festival voor hedendaagse dans in Leuven leidde, een grote belangstelling blijken voor de invloed van klassiek ballet. Met dat verleden knoopt hij hier weer aan. Kathryn Bennetts kan deze samenwerking dan weer inzetten om een nieuw publiek aan te boren en het 'oubollige' imago van het Ballet af te schudden. (PT)
n Vijf jonge choreografen moesten in drie weken tijd een werk van een kwartier maken: Annabelle Lopez Ochoa en Matteo Moles (voor), Inma Rubio Tomas en Alexey Miroshnichenko (midden) en Cayetano Soto (achter). (Foto Tim Dirven)