Date 2005-12-16

Publication De Tijd

Performance(s)

Artist(s)

Company / Organization

Keywords schoolstudentenpartsbeheersovereenkomstrosasopeningmeegevengeldzelfstandigautonomie

'Iemand leren dansen kan ik niet': Vermaarde dansschool Anne-Teresa De Keersmaeker bestaat tien jaar

'Iemand leren dansen kan ik niet'

Vermaarde dansschool Anne-Teresa De Keersmaeker bestaat tien jaar

VORST (tijd) - De vermaarde dansschool PARTS in de Brusselse gemeente Vorst bestaat tien jaar. In die periode studeerden aan het opleidingsinstituut van choreografe Anne-Teresa De Keersmaeker dansers af die nu over de hele wereld opduiken. 'Dansen leert men zichzelf, maar misschien kan ik een verlangen of ervaring meegeven', zegt De Keersmaeker tijdens de opening van het verjaardagsfeest van PARTS.

Al een decennium lang staat Brussel bekend als de Europese hoofdstad van de dans. Die reputatie dankt de stad aan de aanwezigheid van enkele internationaal gereputeerde gezelschappen als Ultima Vez van Wim Vandekeybus en Rosas van Anne-Teresa De Keersmaeker. Maar een minstens zo belangrijke reden waarom de stad zo'n levendige internationale scene van vaak jonge 'dansmakers' kent, is PARTS. De school werd tien jaar geleden op initiatief van Rosas en De Munt opgericht in de schoot van dansgezelschap Rosas.

Anne-Teresa De Keersmaeker, de artistiek leider van Rosas, is ook artistiek leider van de school. De Munt en Rosas investeerden - en investeren nog steeds - eigen middelen in de uitbouw ervan, al kwam er gaandeweg meer steun vanwege de overheid. Of, en in welke mate dat zo zal blijven, is op dit ogenblik onzeker. Het is wachten op een nieuwe beheersovereenkomst met de overheid.

Bij de oprichting van de school verdachten velen Rosas ervan een kweekschool voor eigen gebruik op te richten. Het parcours van de school bewijst het tegendeel. Ex-studenten van de school duiken over de hele wereld op, de ene als danser in een professioneel gezelschap, de andere als zelfstandig choreograaf, nog een ander als theatermaker.

Zichtbaar ontroerd herhaalde De Keersmaeker bij de opening van het feest rond tien jaar PARTS haar initiële uitgangspunt: 'Iemand leren dansen kan ik niet. Dansen leert men zichzelf. Maar misschien kan ik een verlangen meegeven. En ervaring. Een plaats voor uitdagingen.' De internationale visitatiecommissie die in 2004 de school bezocht, bevestigt dat ze daarin slaagde: 'PARTS neemt een unieke plaats in binnen het aanbod van dansopleidingen en kan op onderdelen als model fungeren voor andere kunstopleidingen.'

Sterk internationaal

De school was van bij het begin sterk internationaal georiënteerd. Studenten worden via internationale toelatingsexamens geselecteerd. Daarvoor bestaat elk jaar grote belangstelling, zodat de selectie bijzonder streng kan zijn. De school telt dan ook studenten uit zowat twintig landen. Ze richt zich op praktijken die binnen de huidige dans-wereld toonaangevend zijn, zoals het werk van Trisha Brown, William Forsythe, Pina Bausch en De Keersmaeker zelf. Bijzonder is dat de school haar studenten zowel met (post-)moderne danstechnieken als met de klassieke stijl confronteert, en daarnaast een yoga-training biedt.

Rudi Laermans, professor sociologie aan de KULeuven, en tevens van in het begin verantwoordelijk voor de theoretische opleiding bij PARTS, zette bij de opening uiteen wat de school zo uniek maakt. De school stelt voortdurend, binnen de staf en in overleg met de studenten, haar pedagogische middelen en doelstellingen ter discussie. Ze moedigt de studenten aan zich zelfstandig te verhouden tot de diepgaande wijzigingen die het landschap kenmerken, zonder één model of denkrichting op te dringen. De school is meteen bijzonder veeleisend voor haar studenten. De school heeft daardoor een sterk multicultureel karakter in de beste zin van het woord: studenten leren er - als intrinsiek deel van het leerproces - om te gaan met verschillen, met anderszijn. De school heeft, besloot Laermans, ook het karakter van een 'kleine utopie'.

Financieel plaatje

Hugo De Greef, de voorzitter van de raad van bestuur van PARTS, rondde de opening van de feestelijkheden af met enkele beschouwingen over de financiële positie van de school. Koken op hoog niveau kost veel geld. In de beginjaren kwam dat geld van De Munt, Rosas en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Vanaf 1997 kwam er ook geld van het ministerie van Cultuur. Een beslissende wending kwam er in 1998 toen de school erkend werd als bijzonder project in het decreet op posthogeschoolopleidingen in de kunsten. De school biedt eerder een basisopleiding dan een aanvullende.

Vanaf 2001 werd dan ook een nieuwe regeling uitgewerkt. De school werd in het aangepaste onderwijsdecreet erkend als 'excellente hogere kunstopleiding'. Ze sloot met de toenmalige minister van Onderwijs, Marleen Vanderpoorten, een vijfjarige beheersovereenkomst af die de school voldoende autonomie en middelen gaf. Die overeenkomst is ondertussen afgelopen. Door de regeringswissel werd ze niet vernieuwd, maar stilzwijgend verlengd. Dat betekent dat de school op dit moment op een zwaar deficit afstevent, omdat vroegere inkomstenbronnen ondertussen opdroogden.

Het onderwijslandschap is onder druk van de BaMa-hervorming trouwens als geheel in beweging. Een nieuw wettelijk kader voor opleidingen als PARTS laat daarin nog even op zich wachten. De vraag is of de school haar autonomie zal kunnen bewaren. Een ander probleem zijn de hoge inschrijvingskosten die de school moet vragen om financieel rond te geraken. De school heeft altijd geprobeerd daar een mouw aan te passen door studiebeurzen in te zamelen. De eerste jaren gebeurde dat met geld van het Europese Kaleidoscoop-programma, nu via de PARTS-foundation. Ook daar is het nog wachten op een structurele oplossing.

Pieter T'JONCK

Feestprogramma: www.parts.be

tompt