Te veel zwarte gedachten, te veel geweld?
ANALYSE | Theaterfestival Avignon
(tijd) - De 59ste editie van het Festival van Avignon biedt, onder het curatorschap van Jan Fabre, een staalkaart van het sterk beeldende werk van Belgische theatermakers van de jaren 80. Ook het werk van niet-Belgische theatermakers vertoont in zijn beeldend karakter vaak een sterke affiniteit met het werk van Fabre. De Franse pers en een deel van het publiek nemen die breuk met de Franse theatertraditie niet altijd.
van onze medewerker in avignon
'C'est du théâtre, ça?' vroeg een vrouw zich hardop af na de eerste minuten van Romeo Castellucci's 'Crescita XIII', dat zich afspeelt in een afgedankte loods. Het is maar een uiting van de openlijke agressie tegenover het festivalprogramma. Castellucci confronteert de kijker tien minuten lang met een hyperrealistische imitatie van de handelingen van werklui in een metaalbewerkingsatelier. Toch veroorzaakt net dat alledaagse beeld de extreme vervreemding die volgt. Het publiek wordt gegidst naar een grote, witte kijkdoos. Hoog tegen een wand van die doos staat een haast naakte man, als een Christusfiguur, op een richel. Hij is van kop tot teen bekliederd met een smerige zwarte vloeistof. Een werkman sloft langs en gooit nog een emmer blubber tegen hem aan. Een figuur gehuld in een zwarte cape is de stille, traag in elkaar stuikende getuige van zijn ijselijke gebrul. Daarna gaat het terug naar het atelier. Een stalen koker komt er onder oorverdovend geraas tot leven terwijl in een kantoortje boven de werkplaats een in het zwart gehulde vrouw verschijnt. Voor deze onheilspellende schikgodin knielt de werkman neer. Een tweede zwarte vrouw verschijnt voor iets wat op een verdict lijkt: de man kleedt zich uit en gaat voor een deuropening staan. Het vervolg moet je raden, want je wordt de ruimte uitgeleid.
'Crescita XII' en 'XIII' zijn werken die Castellucci voor dit Festival creëerde. Het zijn mooie staaltjes van zijn beeldstrategie. Hij bewerkt alle zintuigen tegelijk om een doodgewone, neutrale omgeving zonder enige verklaring van zijn betekenis te beroven. De gewone wereld slaat zo plots om in een weerzinwekkende, opdringerige aanwezigheid. Daarin duiken angstaanjagende beelden op die vaag herinneren aan oude religieuze en mythische voorstellingen. Indrukwekkend, maar vrolijk word je er niet van.
Net dat stoort de Franse pers: dit Festival bulkt, volgens 'Le Monde', van zwarte gedachten en al te veel geweld. Wellicht werd Arne Sierens' 'Marie Eternelle Consolation' daarom zo gunstig onthaald. Het stuk schetst de uitzichtloze lotgevallen van drie marginalen. Sierens vervlecht hun verhaal ingenieus met voorstellingen van de troostende Maria en de aartsengels Gabriel en Michaël. Onnadrukkelijk verleent dat deze personages een bijzondere waardigheid: ondanks alles trekken ze zich niet alleen uit de slag, ze blijken zelfs tot ongewoon veel liefde en vriendschap in staat. Titus De Voogdt, Johan Heldenbergh en Marijke Pinoy maken hier con brio de overstap naar de Franstalige versie van dit oorspronkelijk Nederlandstalige werk. Dat is niet het minst te danken aan een slimme vertaling. Ze maakt van de gebrekkige beheersing van het Frans van de acteurs een troef door hen een mix van Brussels, Waals en Noord-Frans dialect in de mond te leggen. De sfeer van het originele werk blijft zo merkwaardig intact.
Reacties
Jan Lauwers en de Needcompany konden hier op veel goodwill rekenen, maar stonden, na het succes vorig jaar van 'Isabella's Room', voor huizenhoge, niet te overtreffen verwachtingen. Ze pareerden die met een 'Needlapb', een experimentele voorstelling die in een ontspannen sfeer een kijk biedt in de interne keuken van het gezelschap. Al werd ook dat niet steeds gewaardeerd: toen het publiek een cocktail geserveerd werd, gooide een van de toeschouwers woedend het glas op het podium. Rare jongens, die Fransen.
Ook Dirk Roofthooft had het, met de Franstalige herneming van 'De keizer van het verlies' dat Fabre met hem creëerde, niet onder de markt. Voor een verdeeld publiek bracht hij het complexe verhaal over de clown die tegen beter weten in blijft proberen het publiek voor zich te winnen. Alleen: die strijd om de harten van de kijkers was hier niet enkel een metafoor voor het kunstenaarsbestaan, maar ook dodelijke ernst: wie kent hier Roofthooft? Voor de acteur werd het een echter een triomf: hij gaf hier de vertolking van zijn leven weg.
Pieter T'JONCK
Marc Holthof