Date 2005-01-13

Publication De Tijd

Performance(s)

Artist(s)

Company / Organization

Keywords porteusesblushmauvaisesnouvellesregie-assistentmaximalistdestijdsoriginaliteittorrojabody

Ultima Vez vindt tweede jeugd: ANALYSE | Wim Vandekeybus staat met diverse projecten op podia

Ultima Vez vindt tweede jeugd

ANALYSE | Wim Vandekeybus staat met diverse projecten op podia

(tijd) - Wim Vandekeybus en zijn gezelschap Ultima Vez zijn tegenwoordig niet van de (Brusselse) podia te branden. De KVS brengt een herneming van het 15 jaar oude 'Les porteuses de mauvaises nouvelles'. De Hallen van Schaarbeek tonen het even oude 'Hands' en de dernière van 'Blush'. De verfilming van 'Blush' gaat tegelijk in première in de KVS. In februari volgt bij BRXLBRAVO een project dat Vandekeybus maakte met kinderen, en produceert Ultima Vez een stuk van Cie Giolisu. Ondertussen toert het gezelschap ook volop in binnen- en buitenland.

Wim Vandekeybus was maar goed twintig jaar oud toen hij zijn eerste werk, 'What the body does not remember' maakte. Hij leerde de stiel als acteur in Jan Fabres 'Macht der theaterlijke dwaasheden'. Op het eerste gezicht vertoonde 'The body' ook heel wat overeenkomsten met Fabres toenmalige theaterwerk. Zo deinsden beiden er niet voor terug hun acteurs aan uitputtende fysieke acties en reëel gevaar te onderwerpen. In 'The body' gooiden de acteurs al hollend betonblokken naar elkaar. Die misten hun medespelers vaak slechts op een haar na. Toch erkenden zowel pers als publiek meteen de originaliteit van Vandekeybus, al kon niemand de vinger leggen op de aard van die originaliteit. Duidelijk was vooral dat tegenover de conceptuele strengheid en weerbarstigheid van Fabres urenlange stukken een veel explosievere energie-uitbarsting stond. De eerste stukken van Vandekeybus werden dan ook overladen met prijzen.

Met 15 jaar afstand merk je dat Vandekeybus' tweede stuk, 'Les porteuses de mauvaises nouvelles', nog steeds staat als een huis, ook al wordt het niet meer uitgevoerd door de oorspronkelijke cast. Die bestond niet uit getrainde dansers, maar vertoonde in ruil wel een tomeloze inzet. Wellicht was dat doorslaggevend voor de ontwikkeling van de energieke danstaal van Vandekeybus. Vooral de Spanjaard Eduardo Torroja speelde als regie-assistent een grote rol. De huidige cast bestaat daarentegen uit jonge, professionele dansers, samengebracht door de Portugese 'Companhia Instavel'. Dat is een organisatie die pas afgestudeerde dansers de kans biedt onder leiding van een gereputeerd choreograaf voor het eerst te werken en te reizen.

Ligt het aan die andere cast, of is het omdat Vandekeybus' werkwijze en danstaal de afgelopen decennia meer gemeengoed geworden zijn, bij deze herneming springt plots de ijzersterke structuur van de voorstelling in het oog. Terwijl iedereen destijds de mond vol had over de instinctieve reacties van de acteurs op het gevaar dat ze liepen, zie je nu vooral dat elke beweging haast tot op de millimeter gechoreografeerd is. De ruggengraat van de voorstelling wordt gevormd door drie acrobatische dansstukken op drie composities van Thierry De Mey. Die componist leverde eerder met Peter Vermeersch en het ensemble 'Maximalist!' ook voor Rosas een opwindende, muzikale score. De geuzennaam 'maximalist' verwijst naar de eigengereide omgang van de componisten met minimalistische muziek à la Steve Reich. Ze schuwden sterke emotionele toetsen en verwijzingen naar populaire of moderne atonale muziek allerminst, om een maximum aan opwinding en levendigheid te bekomen.

Minimalistisch

De verwantschap met de aanpak van Vandekeybus is evident. 'Les porteuses' heeft een flair voor sterke beelden die schaamteloos leunen op het beste wat conceptuele en minimalistische beeldende kunst destijds te bieden had. Ook de bewegingen lijken door de voortdurende herhaling van dezelfde simpele patronen erg minimalistisch. Vandekeybus zet zo'n beelden echter niet theoretisch in, zoals dat in de beeldende kunst gebeurde. Hij gebruikt ze om zuiver theatraal, vaak licht surrealistisch de actie aan te zwengelen. Met ook hier een maximum aan regelrechte opwinding. Je zal hem nooit betrappen op een verhaal of een scherp afgelijnde emotionele inhoud. Titus Muizelaar, de acteur van Toneelgroep Amsterdam die meewerkte aan het recente 'Sonic Boom', formuleerde het zo: 'Als de tekst psychologisch realistisch lijkt, koppelt hij ze meteen aan een andere, absurde actie. Wim brengt zo poëzie en beweging in een surrealistisch kader samen.'

Toch duiken in 'Les porteuses' betekenislagen op die destijds, door de verbazing van het moment, nauwelijks opgemerkt werden, maar later doorslaggevend bleken. Vandekeybus heeft een sterk gevoel voor de rituele aard van dans als een niet-psychologische uitdrukking van de strijd tussen de seksen. De slotdans in dit stuk begint als een gewelddadige confrontatie: drie dansers springen telkens weer in volle snelheid over een alleenstaande speler. Kleine accentverschuivingen in de bewegingen en expliciete poses geven die krachtmetingen echter steeds meer het karakter van een ritueel spel van uitdaging en verleiding. De spirit van flamenco-dans is nooit ver weg. De dans ontwikkelt zich tot een reeks duetten tussen man en vrouw, waar innige omhelzingen afgelost worden door een wrede strijd om de bovenhand te halen. Aan het einde rest slechts één figuur op het podium. Destijds Vandekeybus, nu Helder Seabra. Hij kijkt wat verweesd om zich heen: 'Waar is de wilde droom gebleven?'

'Les porteuses' reveleert nog iets anders: als geen ander kijkt Vandekeybus met een begerig oog naar zijn dansers, naar wat ze kunnen en voorstellen. Muizelaar slaat alweer de nagel op de kop: 'Hij zoekt naar een energetische natuurlijkheid. Wim kijkt heel nauw naar wat je lichaam uitdrukt.' Dat bleek echter meer dan eens zijn achilleshiel: in veel latere stukken overwoekerde de aandacht voor een speler de samenhang van het geheel. Pas de jongste jaren, met 'Sonic Boom' en 'Blush', slaagt de choreograaf er weer in een sterke structuur aan een maximale betekenisrijkdom te koppelen. De samenwerking met auteur Peter Verhelst en de vernieuwde bijdrage van Eduardo Torroja als regie-assistent zijn daar wellicht niet vreemd aan. De herneming van 'Les porteuses' is dus geen zwaktebod van een choreograaf die uitgepraat is, maar een herbronning die zich al een hele tijd aankondigde.

Pieter T'JONCK

'Les porteuses de mauvaises nouvelles', 11 en 12, 14 tot 16 jan., KVS, Brussel (tel. 02/210.11.00), nadien op tournee. 'Blush', 24 tot 26 en 28 tot 30 jan., de Hallen van Schaarbeek (tel. 02/218.21.07). Inlichtingen op www.ultimavez.com.

saskiav