Date 2003-12-30

Publication De Tijd

Performance(s) Prélude A, a Vorspiel

Artist(s)

Company / Organization C&H

Keywords meierhansvorspiellangsdorfheikechristopheuitnodigingpréludenadineinvitatiehiërarchie

Een onverwachte invitatie: Collectief 'C&H' experimenteert met conventies van dansvoorstelling

Een onverwachte invitatie

Collectief 'C&H' experimenteert met conventies van dansvoorstelling

(tijd) - Jonge dansers en choreografen lijken steeds minder puur te dansen. In plaats van theater te maken 'zoals te voorzien en te verwachten was', zoeken ze liever uit hoe dat theater werkt en hoe het zich verhoudt tot andere kunsten. 'Prélude A, a Vorspiel' van het collectief 'C&H' concentreert zich zelfs op het meest onooglijke deelaspect van een stuk, de uitnodiging. Dat is niet zonder verrassingen.

'C&H' bestaat uit een vrouw, de danseres Heike Langsdorf (D), en twee mannen, de muzikant Christophe Meierhans (CH) en de scenograaf Christoph Ragg (D). Voeg de initialen van de voornamen samen en je hebt de groepsnaam. Ooit begon deze groep in het Brusselse kunstencentrum Nadine als een veel groter collectief met de naam 'f,r,o,g,s open source'. De ambities waren groot, maar helaas ook vaag. Daar werd lering uit getrokken: 'f,r,o,g,s' bestaat nog steeds als een los-vast verband van kunstenaars, maar bij concrete projecten horen concrete werkverbanden als 'C&H'.

Heike Langsdorf: 'Toen ik danste bij Thierry Smits in Brussel raakte ik uitgekeken op het klassieke productieproces van een voorstelling, met een strikte hiërarchie tussen de choreograaf, de scenograaf, de muzikant en de dansers. Discussies over wat je doet blijven er beperkt. Een beweging is een beweging, punt. Je vertrekt niet zozeer vanuit iets lichamelijks, maar vanuit een totaalbeeld dat iemand vastlegt. Ik sprak daarover in 2000 met Peter Verhelst. Hij gaf me een tekst die het aanknopingspunt werd voor een workshop van twee weken met verschillende artiesten. Ik wilde zonder enige hiërarchie onderzoeken welke verbanden er bestaan tussen uiteenlopende disciplines als dans, muziek en scenografie. Iedereen werd verondersteld vanuit zijn discipline materiaal te ontwikkelen rond Peters tekst. Nadien zouden we samen wel zien waar we uitkwamen. Dat was natuurlijk rijkelijk vaag. Onze werkvorm was nochtans helder genoeg. We installeerden een werkruimte en een discussieruimte. Elke dag brachten we vier voorstellingen, met steeds nieuwe combinaties van hetzelfde materiaal. Het publiek kon dit 'work in progress' live meemaken. Achteraf bediscussieerden we elke presentatie. De voorstellingen moesten immers het bekijken waard zijn. Maar dat uitgangspunt genereerde enkel maar meer vragen. Wat is een 'work in progress', hoe kan je ervaring delen met een publiek, hoe beslis je of iets al dan niet werkt? Het was een traumatische ervaring. De conflicten en misverstanden stapelden zich op. De inzet van het project was ook niet voor iedereen even hoog. De ene wilde absoluut eindigen met een afgerond werkstuk, met een duidelijke structuur of verhaallijn. Wij drie daarentegen wilden alle mogelijkheden openlaten. Het ging ons om het stellen van de vragen, niet om een antwoord in de vorm van een voorstelling. Daarom besloten we alleen verder te gaan.'

Christophe Meierhans: 'Voor mij was het duidelijk dat ik niet deelnam om muziek te maken, maar om mijn openheid naar andere denkwijzen en disciplines aan te scherpen. Essentieel daarbij is dat je elkaar leert begrijpen. Dus staakten we op een gegeven ogenblik het werk om ons eigen woordenboek te maken en de termen die we gebruiken helder te definiëren. Wat voor de ene 'structuur' is, is het immers voor de andere nog niet. Je moet elkaar ook leren vertrouwen. Alleen zo kan je voluit kritiek uiten op elkaars werk, zonder daarmee meteen ook de samenwerking op de helling te zetten. Daar ging het de eerste keer net fout.'

Heike Langsdorf: 'Dat is het verschil met een gewone voorstelling: op zeker moment verschanst iedereen zich daar in zijn rol. Je denkt: het is niet mijn rol om dit in twijfel te trekken, het is zelfs niet mijn project. Dat is hier niet mogelijk.'

Associaties

Welke vragen stellen deze artiesten zich dan? Het gaat alvast steeds weer over wat kunst is of doet. Maar ook het verband tussen kunstdisciplines staat ter discussie. De fundamentele vraag daarbij is hoe je een bepaalde tijdsspanne zo invult dat het interessant wordt voor kijkers, en met welke middelen je dat doet. In 2002 onderzocht 'C&H' dat in een reeks van tien voorstellingen. Ze probeerden de symboliek en de associatieve aanknopingspunten zoveel mogelijk te beperken. Dat bleek onmogelijk: de kijkers maken associaties. Dat valt niet te onderdrukken. Daaruit volgde een omgekeerd experiment, waarin voor het eerst de theatermachine als onderzoeksobject expliciet in beeld kwam.

Christophe Meierhans: 'Als je iets symbolisch voorstelt, open je de theaterruimte voor dingen van buitenaf, die niets te maken hebben met de formele middelen van het theater zelf. Dat is een doos van Pandora: je weet niet hoe de mensen associëren op wat je aanbiedt. Je kan echter wel nagaan hoe de verschillende facetten van het theatergebeuren de ervaring kneden en beïnvloeden. Hoe bepaalt het podium bijvoorbeeld of iemand een gebeurtenis ervaart als iets wat louter noodzakelijk is voor de actie, dan wel of hij er een betekenis achter zoekt? Wanneer is het aansteken van een lamp louter noodzaak om iets zichtbaar te maken en wanneer is het een betekenisvol moment? Dat onderzochten we met performances op ongewone plaatsen zoals cafés. In 'Prélude A, a vorspiel' gaan we na hoe de uitnodiging voor een voorstelling de verwachtingen over en de ervaring van die voorstelling stuurt. Niet iedereen krijgt de uitnodiging op dezelfde manier. Er zijn formele invitaties, er zijn persmededelingen, maar we lokken ook gewone passanten binnen. En dan gebeurt er telkens iets onverwachts. Wie alle informatie over het stuk goed leest, weet in principe wat er te gebeuren staat, maar anderen ontdekken de samenhang pas als ze er zijn. De voorstelling is daardoor een interactief proces, en het is de uitnodiging die bepaalt hoe je dat proces als kijker doorloopt.'

Pieter T'JONCK

'Prelude A, a vorspiel' is op 30 december en 2 en 3 januari, telkens om 20.30u. te zien in 'Nadine', Herderstraat 30, 1050 Brussel. Inlichtingen: 02/513.01.40 of www.nadine.be.

Marc Holthof