ANTWERPEN -- Het blijft gissen welke richting de regisseurs Peter Seynaeve en Jorgen Cassier precies uit willen met hun bewerking van Tsjechovs Ivanov. Hoewel sterke ingrepen de tekst soms helder interpreteren, gaan de acteurs zo vaak voor eigen eer en glorie met het verhaal aan de haal, dat de regie als los zand uit elkaar valt.
Het verhaal: Ivanov (Koen Degraeve) is getrouwd met de joodse Anna (Sofie Decleir), die voor hem haar familie en geloof afzwoer. Ivanov is echter alle belangstelling voor zijn vrouw in het bijzonder en het leven in het algemeen verloren. Geldproblemen, maar vooral de uitzichtloosheid van een bestaan temidden van achterlijke lomperiken zijn daar debet aan.
Zelfs als zijn vrouw door tering op sterven ligt, wordt Ivanov daar niet koud of warm van. De paradox van het verhaal is dat die melancholische onthechting ertoe leidt dat iedereen zijn verlangens op Ivanov projecteert. Als hij zijn tijd verdrijft bij buurman Lebedjev (Jan Bijvoet) wordt diens dochter Sasja (Ariane Van Vliet) dolverliefd, met alle gevolgen van dien.
Even lijkt ook Ivanov te geloven in een nieuwe levenszin, maar finaal besluit hij een punt te zetten achter de komedie van zijn leven. Komedie: zo noemde Tsjechov dit stuk dat eindigt met een pistoolschot.
De uitgangspunten van de regie bieden op het eerste gezicht mogelijkheden om de geraffineerde psychologische tekening van Tsjechov helder te interpreteren. Er wordt enkel op het voortoneel van de Bourlaschouwburg geacteerd. De hele podiumopening is afgezet met een vaalwitte schutting van grote panelen, een triest decor tegen een weelderige achtergrond. Het enige rekwisiet op het smalle speelvlak is het tafeltje van Ivanov. Behalve voor de eindscène verlaat hij het nauwelijks. Zijn (mentale) immobiliteit valt samen met de regie, die tergend traag verloopt en zo tastbaar de landerige verveling rond Ivanov oproept.
Bij de aanvang van de voorstelling wordt de sfeer dadelijk raak geschetst, maar tegelijk zie je hoe de voorstelling zal ontsporen. Borkin komt vooraan staan en zegt luidop: "Warm hé?" Een mededeling die hij nog ruim honderd keer herhaalt terwijl hij, quasi kameraadschappelijk, Ivanov tegen de schouder port. Ten slotte komt de aap uit de mouw: hij moet geld hebben. Het probleem van deze scène: een leuke vondst wordt te lang uitgesponnen, het schmieren van de acteur staat niet in verhouding tot de betekenis van de scène.
Dat euvel duikt tot in den treure op. Enkel Sofie Decleir, en tot op zekere hoogte Ariane Van Vliet, ontsnappen aan dit gratuit acteren.
Een tweede probleem is dat de regie sommige personages geen plausibele plaats in het stuk kan geven. Wat dokter Lvov of oom Sjabelski hier doen, is niet te achterhalen. Dat is, bij een soms vergaande tekstbewerking, onaanvaardbaar.
Het belangrijkste probleem is dat de voorstelling op twee paarden wedt. Door Ivanov aan zijn tafeltje te parkeren, lijken de regisseurs duidelijk te maken dat hij als het ware een zwart gat is dat alle energie uit de gebeurtenissen wegzuigt. Conform die hypothese moet Ivanov niet acteren maar alleen op zeer aanwezige manier afwezig zijn. Dat kan Degraeve nauwelijks aan: zijn aanhoudend somber-tranerige blik is niet bijster overtuigend.
Vreemd genoeg wordt het roer in de eindscène, als Ivanov zijn huwelijk met Sasja afzegt, helemaal omgegooid. Plots acteert Degraeve wel voluit, in een tranerig register nog wel. Dat is geen logische keuze, en ook geen juiste. Deze eindscène is bij Tsjechov erg ongerijmd, tenzij je ze leest als een snelle (eventueel kluchtige) afhandeling van een onmogelijk en onoplosbaar verhaal, niet als een dramatische ontknoping.
Slotsom: aan zowel regie als spel van deze voorstelling moet, ondanks interessante aspecten, nog zoveel worden gesleuteld dat het haast onbegrijpelijk was dat men nu in première ging.
Het Toneelhuis speelt "Ivanov", nog tot 10 juni (20 uur) in de Bourlaschouwburg. Reserveringen: tel. 03-224.88.44. In 2001 komt er een tournee.