Date 2000-01-13

Publication De Standaard

Performance(s) King Lear

Artist(s) Lauwers, Jan

Company / Organization Needcompany

Keywords learnarmenselijkheidgloucestercordelialearsedmondintrigeopduikendeprelude

Needcompany toont leegte na de macht

Brussel -- De intrige van King Lear is ondergeschikt aan Shakespeares analyse, hoe ook koningen alle waardigheid en zelfs menselijkheid verliezen door de wijze waarop anderen hen behandelen. In Jan Lauwers' versie wordt deze essentie van de tekst exemplarisch verbeeld.

De voorstelling van Needcompany opent met een nachtzwarte, enorme scène waaruit zich een figuurtje -- de buitengewone Tijen Lawton -- losmaakt. Haar bewegingen zijn op een vreemde manier verknipt, net als die van de rest van de later opduikende cast. Verknipt zijn ook de ijl klinkende echo's van bekende rockdeuntjes.

Het beeld dat als prelude de voorstelling samenvat lijkt dus een wereld, een hiernamaals, waar de dingen zonder rede of zin hun gang blijven gaan. Dadelijk daarna verandert het beeld radicaal. Tom Jansen stapt als Lear met zelfverzekerde gang naar een klein verhoog midden op het podium en de drie dochters nemen hun plaats in. Op een minimum van tijd, bijna als een zakelijke transactie, heeft het drama van Lears dwaling zich voltrokken. Cordelia wordt met lege handen verstoten en verjaagd, de anderen ontvangen een half koninkrijk en smeden dadelijk een plan om hun vader onder de duim te houden.

Deze scène wordt heel ingehouden, net niet uitdrukkingsloos geacteerd. Zelfs als Lear vertoornd zijn dochter verstoot, zien we nog geen man die buiten zijn zinnen is. Terwijl Tom Jansen toch, later in de voorstelling, zeer nadrukkelijk en expressief wanhoop en waanzin zal representeren in zijn spel.

Ik had het gevoel dat dit de enige manier is waarop je het onbevattelijke van wat hier gebeurt kan tonen en ook kan laten voelen hoe leeg de attributen en prerogatieven van de macht zijn.

De intrige ontwikkelt zich hierna snel en efficiënt -- Lauwers doet het stuk in ruim twee uur -- maar blijft voortdurend de juiste accenten leggen. Hierin hebben vooral de nar en deels ook Lears raadsman Kent (beiden gespeeld door Dirk Roofthooft) een eminente rol. Het is in de uitspraken van de nar over macht, recht en menselijkheid dat de politieke en psychologische diepte van het stuk steeds weer verwoord wordt.

Lear is de verbeelding, de belichaming van deze bedenkingen. We zien hem, in de tegenkanting die hij ondervindt, zeer snel vermenselijken, om die menselijkheid al even snel in de waanzin te zien verpulveren. Goneril en Regan daarentegen blijven, nu als de echte machthebbers, acteren als marionetten zonder psychologie. Eerder dan mensen van vlees en bloed blijven zij de krachten die het drama voortstuwen.

Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor het verhaal binnen het Lear-verhaal over Gloucester (Simon Versnel) die verraden wordt door zijn bastaardzoon Edmond (Hans Petter Dahl). Edmond blijft de eendimensionale slechterik, Gloucester krijgt vlees en bloed naarmate hij meer en meer in zijn ongeluk gestort wordt.

De voorstelling groeit zo, naar het einde van het vierde bedrijf naar een hoogtepunt waarin de tegenstellingen scherp afgelijnd zijn. Het besluit met een bijzonder ontroerend beeld van de ontmoeting tussen Cordelia en een uit zijn waanzin ontwakende Lear.

Eigenlijk is zo goed als alles hier gezegd en afgelopen. Er is geen terugkeer naar een vroegere staat van onwetendheid, geen herstel mogelijk. In een burleske show van hooguit een kwartier wordt de complexe intrige van het laatste bedrijf dan afgehaspeld.

De elektronische tekst-display, waarop je als een boventiteling de hele voorstelling lang de actie kan volgen (wat toelaat om de enkele acteurs in de cast die geen Nederlands spreken moeiteloos te volgens) wordt nu plots meer dan een technisch hulpmiddel. Door het geloei van de klankband hoor je immers niets meer van de tekst van de acteurs. Als ze die al zeggen, want vaak zijn ze verwikkeld in een dans die deze uit de prelude weerspiegelt. Het enige verstaanbare zijn de luidkeels uitgeschreeuwde aanwijzingen van nar Dirk Roofthooft voor dit circus.

De grote leegte van de openingsscène blijft de voorstelling lang doorzinderen in de manier waarop de scène gevuld of juist niet gevuld wordt met de actie, op het vijfde bedrijf na dan.

Alleen in de her en der opduikende dansfragmenten, gechoreografeerd door Carlotta Sagna, wordt de afgrondelijke leegte af en toe ademruimte. Een moment om even afstand te nemen van het verschrikkelijke verhaal en zijn catastrofale afloop. Die ogenblikken zijn zeer welkom.

Nog in het Lunatheater in Brussel tot 15 januari (02-201.59.59), daarna tournee.