Brussel -- De KVS eindigt, helaas, zijn residentie in de oude gebouwen aan de Lakensestraat niet in schoonheid. Al beweegt Bert André hemel en aarde om met zijn acteertalent en inzet iets te bakken van De aartsbisschop is daar, een schabouwelijke regie en een erg matige tekst maken er een bij voorbaat verloren strijd van.
Dit stuk van de Duitse steracteur Peter Sattmann is in hoofdzaak een monoloog. Bert André vertelt dat hij een eind wenst te maken aan zijn bestaan, maar dan wel op het podium. Als je leven -- als derderangsacteur -- geen sensatie was, dan kun je er minstens van je dood een maken, is zijn redenering.
Ik kan mij voorstellen dat dit simpele basisgegeven aanleiding zou kunnen zijn voor heel wat spitse bedenkingen, over de spektakelmaatschappij bijvoorbeeld. Niets van dat alles in deze tekst. Die is vaak niet meer dan een verzameling banale scheldtirades tegen godsdienst en politiek. Daaruit vallen hooguit de vage contouren van een personage te distilleren.
Dat de kern van het zelfmoordverhaal dan nog bepaald wordt door een beschamend voorval uit het leven van de acteur, maakt het verhaal zelfs onwaarschijnlijk. Hoe immers te geloven dat een te vroege opkomst in je carrière de aanleiding, indien niet de oorzaak, is van de wens om er definitief mee te kappen?
Alleen naar het einde van de monoloog boeit de tekst. In een doldraaiende bespiegeling over de structuur van het heelal krijgt het discours van de acteur plots een licht psychotisch trekje: zijn uiteenzetting is een overtrokken metafoor voor de futiliteit van het bestaan, en toont zo zijn wanhoop.
Uit al deze schaarse gegevens weet Bert André in deze monoloog soms toch een min of meer levensecht personage te distilleren: een rasschlemiel, die echter op tijd en stond een boosaardig-sarcastisch trekje vertoont. Het is zijn manier om terug te schoppen naar een bestaan dat niet veel vreugde bracht.
Aan de regie van Yves Bombay daarentegen valt bar weinig vreugde te beleven: hij betracht een soort aftands realisme dat bij een in hoofdzaak bespiegelende tekst als deze ronduit lachwekkend is. Tijdens de monoloog vallen heel wat missers te noteren. Als klap op de vuurpijl helpen plots twee technici André bij zijn zelfmoord. Werd tot dan de schijn opgehouden dat dit een clandestiene, lichtjes perverse vertoning was, nu blijkt het zo overduidelijk geënsceneerd dat je onmogelijk je ongeloof nog kunt opschorten.
In een epiloog na Andrés "dood" toont Bombay definitief dat hij van theatrale illusie werkelijk geen jota begrijpt. In de tekst vertelt een professor (Jan Pauwels) dat hij de stem van de dode nog kan laten horen met een bijzondere machine, zodat we berichten "van over het graf" zullen horen. Een erg flauwe truc om belerend te doen over het sprookje van het hiernamaals.
Je gelooft je ogen niet als Bombay het bestaat om dit allemaal "realistisch" te verbeelden met behulp van één (l!) computerscherm, een gsm en een grote perspex piramide die enkel in sf-films van vijftig jaar geleden nog futuristisch had kunnen lijken. Beschamend.
KVS speelt "De aartsbisschop is daar". Nog tot 6 juni, telkens van dinsdag tot zaterdag (20 uur) en op zondag (l5 uur). Reserveringen: 02-217.69.37.