Date 1998-12-09
Publication De Standaard
Performance(s) Jérôme Bel
Artist(s) Bel, Jérôme
Company / Organization
Keywords linke • dernier • jérôme • spectacle • agassi • suzanne • rebus • verdwijnt • andre • bodige
Jérôme Bel sterk in theatrale rebus: Franse choreograaf ontmaskert codes van kijken
Jérôme Bel een choreograaf noemen is niet onjuist, maar het zegt nagenoeg niets. Juister is de bewering dat hij vanuit de dans tot een reflectie kwam over podiumkunsten, vooral over de rol van de menselijke aanwezigheid daarin. Die reflectie wordt in 'Le dernier spectacle', onlangs in
De beelden die Jérôme Bel toont, zijn op zich vaak intrigerend. Of, door hun simpelheid, voor sommige kijkers irritant. Maar de "zin" die ze samen vormen, kan alleen achterhaald worden door een zorgvuldig decoderen van elk beeld op zich.
Je bent natuurlijk niet gewoon om zo te
Dat is dan ook wat aanvankelijk het meest opviel aan 'Le dernier spectacle': de hele voorstelling valt uiteen in korte scènes van één à twee minuten, met meental slechts één figuur tegelijk op scène, zodat je ruim de tijd hebt om te "puzzelen". Dat is zo ongewoon, dat je de toedracht pas na lange tijd vaag begint te vermoeden.
Ondertussen kijk je bepaald vreemd op van de gekke of
Die tafereeltjes geven op een kurkdroog-komische manier te denken over wat je ziet of wil zien op een scène. Bijvoorbeeld hoe de naam van een performer ("Is dit nu Linke, of Agassi? Nee toch!") of zijn geslacht heel sterk de perceptie kleuren.
Uiteindelijk blijkt dat Bel in deze constructie, ergens tussen een raadsel en een proefopstelling in, het wil hebben over een meer complexe materie. Dit gaat letterlijk over "zijn of niet zijn", over de onbepaalbaarheid van identiteit.
Een korte uiteenzetting, halverwege, over het kopiëren van kunstwerken zoals het dansstukje van
De conclusie van Bel is duidelijk dat dit niet het geval is. Gedaan is gedaan, het stuk verdwijnt als de acteurs verdwenen zijn. Wat overblijft is enkel wat zich in het hoofd van de toeschouwer bevindt. Dat de kijker zo zijn eigen voorstelling wordt, wordt op het einde van 'Le dernier spectacle' benadrukt door de bezoekerslijst van achter de scène voor te lezen.
Ik kan mij inbeelden dat heel wat kijkers dit verregaande flauwekul vonden, of zelfs een over- bodige demonstratie spijkers- op-laag-water-zoeken. Maar door zijn uitgebeende, compromisloze helderheid, zowel in structurele keuzes als in uitwerking, daagt het stuk op een tegendraadse manier uit. Het haalt haast onbewuste codes van