Wat doe je als er een belangrijke periode uit je leven mankeert? Barkey antwoordt met een collage van los gestructureerde associatieve beelden. Uit die losse structuur maakt ieder zijn selectie. Mij leek het alsof Barkey wil tonen dat je dat gat opvult met mengvormen van clichébeelden en flarden authentieke herinneringen.
De centrale figuur in de Engels gesproken voorstelling is Simon Versnel, een schrijver die vertelt dat hij in zijn dromen een prachtig boek leest. Hij geraakt niet verder dan een halve pagina zonder dat de betekenis hem ontgaat. Deze droom, zegt hij, gaat over de herinnering, "about how it was before it died in me, when I was not conscious."
Rond hem spelen zich allerlei taferelen af. Eduardo Torroja beschrijft wat een foto bij hem oproept, maar brengt het niet verder dan gestamel. Tegelijk voert Misha Downey complexe, martiale bewegingsfiguren uit en brengen Muriel Hérault en Grace Ellen Barkey Balinese dansen. Later duiken dia's op van aapjes, imiteren de dansers Bruce Lee en is er Bengaals vuur. Een staalkaart van clichébeelden over het verre oosten.
Dat is slechts het halve verhaal: de dansers raken onderling slaags tijdens de voorstelling, zetten de cliché's naar hun hand en dissen allerlei secundaire verhaaltjes op, bijvoorbeeld over bedtijd als kind. Simon Versnel filmt op gezette tijden een solo-moment van een danser van nabij. Op het eind zie je die opnames nog eens op een rijtje, als het samenraapsel van fragmenten dat ze in werkelijkheid zijn. Janis Joplin zingt uit volle borst: "try a little bit harder, not to lose myself".
De voorstelling is vaak mooi, soms intrigerend, maar kon mij toch niet echt bekoren. De scènes rijgen zich op een weinig dwingende manier aan elkaar, zonder beelden die op eigen kracht kunnen ontroeren of reveleren. Een dwingend betoog is er al evenmin. Het gevoel ontstaat dat deze hele voorstelling te vrijblijvend is, of misschien gewoon te sterk verbonden met de maakster zelf om echt te kunnen communiceren.