Na een lange afwezigheid is choreograaf Steve Paxton nogmaals te gast bij het Kaaitheater. Zijn drievoudig programma is een eresaluut aan Hugo Degreef, die het kunstencentrum verlaat. We konden Paxton ontmoeten. Zoals steeds bleek hij graag bereid tot een geanimeerd gesprek, niet over de voorstelling die te zien zal zijn, wel over zjjn boerderij en dansstudio in Vermont, over de contacten met andere dansers, meditatie, het ontstaan van Goldberg variations en andere choreografieën.
Het is geen pretje om je dezer dagen in Vermont op de baan te begeven. Dat heeft Paxton net ontdekt. Zijn wagen was bevroren door de ijskou, die van zijn partner Lisa Nelson ook. Straks moet hij zonder openbaar vervoer terug naar zijn afgelegen boerderij.
Paxton: "Het is niet eenvoudig om in een ontvolkte staat als Vermont te leven. Je bent voor alles op jezelf aangewezen. Voordien leefde ik twaalf jaar in New York en dat was meer dan genoeg."
"Het programma dat ik nu maak, is op zijn manier een eresaluut aan Hugo Degreef, die het Kaaitheater verlaat. Om die reden heb ik stukken uit heel verschillende periodes op het programma gezet. Ash, dat ik vorig jaar al toonde in deSingel, is mijn recentste werk. Het gaat over de herinnering aan de laatste dagen van mijn vader en zijn crematie. Ik dans ook op English suites van Bach, geïnterpreteerd door Glenn Gould. Bach en Gould hebben mij natuurlijk heel lang begeleid: ik heb zoveel jaren geïmproviseerd op de Goldberg variations dat het bijna een deel van mijn systeem geworden is."
"Ik ben op een depressief moment tot die muziek gekomen. Pas achteraf kwam ik te weten dat die muziek bekend is om haar therapeutische werking. Ze werd oorspronkelijk geschreven voor een man die leed aan slapeloosheid. In mijn geval had de keuze te maken met mijn groeiende ontevredenheid met de manier waarop ik evolueerde. Ik werd helemaal zó (laat zijn schouders hangen alsof hij verschrompelt) en ik zocht een manier om ook zó te kunnen zijn (schouders en rug kaarsrecht)."
Flat, het derde stuk, dateert al uit 1964, een periode uit zijn werk die hier nagenoeg onbekend is. Het is een van de eerste producties waarin Paxton op onverwachte, absurde manier objecten manipuleert. Hij doet dat onder andere door zijn eigen lichaam als kapstokstaander voor zijn kleren te gebruiken.
"Bound, dat ik in Plan K speelde, moet zowat de eerste voorstelling geweest zijn die ik maakte voor het Kaaitheater. Een vreemde ervaring overigens. Hugo had die voorstelling gezien in New York in The Kitchen, een kleine ruimte vol pilaren. Dat beeld moet hem bijgebleven zijn. Dus stelde hij mij voor in het Plan K op te treden, een ruimte boordevol pilaren. Voor mij waren die helemaal niet essentieel. Maar het werkte. Bijzondere ruimtes zijn trouwens altijd een belangrijke inspiratiebron geweest Ave-nue, dat ik later in de lange gang van de Dailly-kazerne maakte, dankt zijn artistiek welslagen voor een deel aan die ruimte."
"Wat de stukken uit deze periode gemeen, hebben, is het bijzondere gebruik van de titels. Engels is een moeilijke taal voor buitenlanders, lijkt mij, omdat veel woorden geen vastomlijnde betekenis hebben. Een woord als 'bound' kan, zowel 'gebonden' betekenen als 'van plan zijn'. Tot ik naar Bacil greep, zocht ik steeds naar titels met zo'n dubbelzinnige betekenis, die naar zichzelf verwezen. Het beste voorbeeld is een van mijn eerste werken, Proxy. Het betekent zoiets als 'plaatsvervanger'. Je zegt dat in een zin als 'je kunt trouwen by proxy, door een foto te laten zien'. Dat verwijst naar het procédé van de voorstelling, waarin dansers foto's imiteerden. Het verwijst ook naar de manier waarop titels in de plaats van het echte werk gaan staan, zonder er ooit uitwisselbaar mee te zijn."
Paxton wordt beschouwd als de meester van de contact-improvisatie. Hij meent dat de inzet van de techniek voor veel beoefenaars verwatert.
"Men herleidt de zaak vaak tot louter techniek, en gaat voorbij aan de nodige opbouw van concentratie en inzicht. Maar elke improvisatie is moeilijk, een waagstuk. Maar je wordt soms, op onvoorspelbare momenten, beloond met wonderlijke resultaten. De improvisatie met Katie Duck en Meg Stuart op het Klapstuk, enkele jaren geleden, was zo'n magisch moment waarop je plots elektriciteit in de lucht voelt, bij dansers, muzikanten en publiek. Plots werd het speelvlak de focus van een uitzonderlijke ener- gie."