AVIGNON -- Ondanks een snijdende mistral, die roet in het eten gooit bij voorstellingen op de Cour d'Honneur van het Pausenpaleis, komt het theaterfestival van Avignon onverstoorbaar op kruissnelheid. Er is een onoverzichtelijk uitgebreid "off"-programma, met meer dan tweehonderd voorstellingen. Het officiële programma van festivaldirecteur Bernard Faivre d'Arcier biedt ruim veertig evenementen en legt het accent op Russisch theater.
Erg spectaculair is de grote affiche van deze 51ste editie overigens niet. De kwaliteit van het gebodene is wisselvallig. Bij de dansprogrammatie staat het uitstekende Bernadetje van Alain Platel naast een draak als Les chiens van Bouvier/Obadia. Naast gefêteerde Franse regisseurs als Nordey of Py vind je in het theaterprogramma nauwelijks buitenlandse regisseurs of ensembles. Uitzonderingen zijn de Zuid-Afrikaan William Kentridge en de sectie hedendaags Russisch theater, die het zwaartepunt van het festival vormt.
Faivre d'Arcier presenteert uit Rusland voorstellingen van vijf ensembles, met regisseurs als Piotr Fomenko en Anatoli Vassiliev. Ook grote Russen uit de literatuur komen aan bod. Kama Guinkas van het Tiouz-theater uit Moskou speelt een bewerking van Misdaad en Straf van Dostojevski. Ook Gogol passeert de revue, met een bewerking van Dode zielen door Valeri Fokine van het Moskovitische Meyerhold-centrum.
Een hotelkamer in de stad NN is de titel van die bewerking, en het is ook de enige plaats van actie van het stuk. In een loods in de buurt van Avignon bouwde Fokine een groezelige hotelkamer na, met inbegrip van de slecht verlichte houten gangen en trappen. Dicht opeengepakt zitten we bijna op de lip van de acteurs: Avangard Leontiev in de rol van edelman-schurk Tchitchikov, en zijn twee helpers Petrouchka (Igor Liakh) en Seliphane (Valeri Eremitchev).
Dit decor is bijzonder geraffineerd. De claustrofobische, bedompte sfeer van het hotel in de provincie is reëel tastbaar in de beperkte dimensies van de speelruimte. Zij wordt versterkt door de aandacht die uitging naar de kleinste details van de aankleding: het vervuilde behangpapier, de knoestige planken, maar ook de geluiden die van her en der uit de gangen en de straat komen aangewaaid. Overigens: om de ruimte te betreden moet je zowat over de stomdronken Petrouchka heenstappen.
Ijdel
Gaandeweg wordt duidelijk dat deze overdaad van details essentieel is om ons in te leiden in de gedachtenwereld en de psychologie van Tchitchikov, zoals Fokine die ziet. De ruimte en de onbeholpen bedienden en hotelier zijn een zinnebeeld van de verwarde denkwereld, vol ijdele pretenties en grootheidswaan, van de protagonist. Hij heeft een zwendel opgezet in eigendomsbewijzen van gestorven lijfeigenen of "dode zielen", die hij gebruikt om banken en geldschieters op te lichten. Maar dat is slechts een aanleiding voor een prachtig portret van een miserabele, verongelijkte samenleving van slaven en boeren.
Het zijn altijd "de anderen" die schuldig zijn aan het trieste lot dat de Rus beschoren is. Tchitchikov acht zich boven de massa "dode zielen" verheven. Maar als zijn zwendel aan het licht komt, blijkt uit zijn woeste scheldtirade tegen "stompzinnige Franse gewoonten die de Rus niet passen" dat hij uit hetzelfde hout gesneden is als zijn knechten of zijn "handelswaar". Het ironische contrast tussen zijn dromen, waarin hij de dochter van de gouverneur huwt, en zijn bedenkelijk sociaal statuut als verarmde edelman-schurk, zet dat extra in de verf.
De voorstelling wordt in het Russisch gespeeld, maar een beperkt tekstblad geeft de essentie van Tchitchikovs gedachten weer. Het heeft er alle schijn van dat je het verhaal zelfs zonder die summiere uitleg perfect zou kunnen volgen, tot in zijn kleinste nuances, zozeer is Avangard Leontiev, in de beste traditie van Meyerhold, de belichaming geworden van de man die hij speelt.
De regie hanteert hierbij een subtiele mengvorm van groteske overdrijving en treffend gekozen, zeer herkenbare details en vondsten. Het is een vorm, van theater maken die bij ons als aftands "realisme" zou afgedaan kunnen worden. Maar het raffinement waarmee alle realistische details hier uiteindelijk omslaan in een verrassend zinnebeeld, niet van een particulier personage, maar van één wereld, toont onvermoede mogelijkheden van dit soort realisme.
Ik kan mij inbeelden dat deze voorstelling de hedendaagse Rus niet in de eerste plaats doet denken aan de negentiende eeuw van Gogol, maar op een harde manier confronteert met de aberraties en problemen van het nieuwe, wilde Russische kapitalisme. Of: hoe een oude en sterke theatertraditie blijkbaar moeiteloos nieuwe omstandigheden op een treffende manier van commentaar kan voorzien.
Het theaterfestival van Avignon duurt tot 2 augustus.