LEUVEN -- Dansers worden vaak als uitvoerder zonder eigen inbreng beschouwd. IN die zin in is het gezelschap van de zwarte Amerikaan Derrick Brown en de blanke Nederlandse Anne Affourtit, beiden geen choreografen maar dansers, een voorloper. Zij gaven in Leuven een tintelende performance weg, die naar meer smaakt.
Noch Brown, noch Affourtit zijn erg jeugdige dansers. Affourtit danst al sinds 1975 in tal van gezelschappen, vooraleer zij met Brown van wal stak. Op een ondefinieerbare manier spreekt uit de manier waarop zij op het podium staan een intelligent inzicht in de werking van dans op de scène. Je ziet hoe ze als het ware zonder elkaar te zien toch bijzonder scherp de energie aanvoelen die de dans van de tegenspeler opwekt, en er bijzonder juist op inspelen.
Achteraf vernam ik trouwens dat Brown zich nauwelijks voorbereidt. Hij stapte zo ongeveer recht van de trein de scène op, terwijl het "uitzetten" van een voorstelling op een onbekende scène dansers vaak heel wat hoofdbrekens bezorgt. Je ziet bij dit stel dan ook geen krampachtige betrachting van technische virtuositeit of perfectie, maar in ruil daarvoor een kennelijk plezier in wat ze doen. Wat overigens niet betekent dat de dans eenvoudig zou zijn, integendeel.
Brown en Affourtit vroegen aan drie gereputeerde choreografen een stuk. Between L... van Itzik Galili opent. Van deze Israëlische choreograaf was tot nog toe weinig of niets te zien in België. De twee dansers voeren nagenoeg voortdurend simultaan, frontaal maar op verschillende diepte, voor het publiek een reeks figuren uit. De basis is onmiskenbaar klassiek, maar de voorspelbare reeksen worden voortdurend onderuit gehaald door gestes en tics die allerminst klassiek verheven zijn: het hemdje oplichten om het kruis of het achterste te tonen, of een motoriek die vaak meer de routineuze sleur van een fitnesstraining vertoont.
Regelmatig herbeginnen de dansers weer van nul af aan. De choreograaf had misschien geen inspiratie, noteren ze. Tijdens het bewegen voeren ze, zonder elkaar aan te kijken, een verhakkelde conversatie van een- en tweewoordzinnen, met slechts zelden een langere bedenking. De misverstanden die het gesprek de vreemdste richtingen uitsturen, hebben iets weg van de conversatie in een fitnesstraining met een onbekende.
William Forsythe schreef samen met Dana Caspersen The, The, het meest bevreemdende en fascinerende van de drie stukken. Dans komt hier neer op een exploratie van wat het lichaam kan doen en tonen, en het verschil met de logica van begrippen die we meestal verbinden met dans. Associatieve slagzinnen rond begrippen als orde of gratie staan in een volstrekt willekeurig verband tot de vreemd verwrongen poses die de dansers, meestal zittend op de grond aannemen. En binnen dat bewegen zelf is een evidente vorm van "obviousness" of "order" wel heel ver te zoeken.
De choreografie van Amanda Miller, die haar carrière bij Forsythe startte, stuurt je niet door dat soort ingewikkelde denk- en kijkoefeningen. Ze licht je ook geen beentje zoals bij Galili. Maar de delicate duetten die Affourtit en Brown in Mddosems ten beste geven, zijn misschien wel precies daarom het minst bevredigende deel van een interessante performance.
Affourtit en Brown, namen om te onthouden.