Date 1995-12-16

Publication De Standaard

Performance(s) Oh les beaux jours

Artist(s) Brook, Peter

Company / Organization

Keywords parrywinniezandhoopwillienatashabrookskletstantegesnatertotalevoorschriften

Peter Brook maakt Beckett herkenbaar en verbijsterend

ANTWERPEN -- Het is steeds weer de vraag wat de zin kan zijn van een nieuwe Beckett-enscenering. De tekst van Oh Les Beaux Jours legt zo obsessioneel precies elk detail vast, dat de speelruimte voor regisseur of akteur nagenoeg, onbestaande lijkt. Maar komaf maken met al Becketts voorschriften, zoals Hollandia dat vorig seizoen deed, maakt de spanning van het stuk onherroepelijk kapot. Peter Brooks regie van dit stuk toont dat het nauwe keurslijf uiterste precisie en inventiviteit van de regisseur en akteurs vereist. Het gaat niet om het volgen van de voorschriften, maar de juistheid van hun invulling.

Brook koos voor de Franse versie van het stuk, hoewel het, in tegenstelling tot Wachten Op Godot en Eindspel oorspronkelijk in het Engels werd geschreven. Naar eigen zeggen deed hij dat omdat die versie "oneindig veel puurder, muzikaler en meer gedepouilleerd" is. Het is een nuance die betwistbaar is, maar een kniesoor die daarop let als hij het licht onzuivere Frans van Natasha Parry hoort.

Die onzuiverheid is een van de vele subtiliteiten van Brooks regie. Hij volgt wel zeer trouw Becketts aanwijzingen, maar hoeveel dat er ook zijn, ze kunnen niet alles bepalen. Brooks regie beperkt zich tot de invulling van die leemtes, maar dan wel op uiterst geraffineerde wijze. Het resultaat van die oefening mag je met recht merkwaardig noemen. De totale absurditeit van het gegeven heeft plots niets absurds meer. Je ziet in Winnie een helder en verontrustend beeld van de (hedendaagse) mens.

In Gelukkige Dagen voert Beckett een vrouw ten tonele die tot haar middel in een grote zandhoop ingegraven zit onder een verschroeiend licht. Achter de zandhoop zit een man, Willie; hij spreekt nauwelijks een woord en laat ook niets meer van zichzelf zien dan een kale schedel, een krant en op een moment een obsceen postkaartje. Bij Brook is die zandhoop erg zorgvuldig vormgegeven: bijna zwartgeblakerd helmgras en aaneengekoekt zand, hier en daar met as vermengd. De hitte wordt zo zichtbaar.

Kletstante

In die uitzichtloze situatie is het opgewekte gesnater van Winnie hoogst bevreemdend. Voortdurend roept zij uit wat een mooie dag dit wel zal worden/geweest is. Ondertussen is zij druk bezig met kam, spiegel, lippestift en, vreemd genoeg, een revolver, die zij opdiept uit een tas naast haar. Op het eerste gezicht zet Brook via Natasha Parry een karikatuur van een ordinaire kletstante neer, die dan nog op een overdreven manier aandacht zoekt bij een - hoogst onverschillige - partner.

Die karikaturale trekken blijken echter al snel symptomen van een grondige verstoring van haar bewustzijn. Alle gesnater, alle bezigheden moeten iemands (Willies?) aandacht trekken. Tegelijk verhelen ze dat die niet komt, dat er geen werkelijk kontakt is tussen haar en Willie of gelijk wie anders.

Maar dat is niet alles. Winnie kan de tijd niet struktureren, geen onderscheid maken tussen verleden, heden en toekomst; alles is voor haar een eeuwigdurend nu, een totale stilstand. Haar praten over "le vieux style", die goede oude tijd is net als haar drukke gedoe een bezwering van de gapende leegte, de zee van tijd die voor en achter haar ligt.

Omdat ze zich geen rekenschap wil geven van haar situatie, blijven de bezweringsformules lege en holle woorden, geleende begrippen die niet kloppen met haar situatie. Natasha Parry's licht gebroken Frans zet dat "geleende" karakter van de woorden goed in de verf.

In de manier waarop Brook de voorstelling ritmeert en accenten plaatst, en in de wijze waarop Parry als bij toverslag van gelaatsuitdrukking en intonatie kan wijzigen, gebeurt nu iets wonderlijks. Het ene moment zie je zeer herkenbare tics en gedragingen, alsof je haast een sitcom-figuurtje zou zien. Het volgende moment zie je weer de onthutsend holle klank van dat vertrouwde beeld, zie je de Beckettiaanse afgrond verschijnen.

Dat voortdurend zeer subtiel ineenschuiven van totale herkenbaarheid en totale vervreemding laat je na de voorstelling met een zekere verbijstering achter. Is deze komedie wat wij léven noemen?

Nog te zien in DeSingel tot en met volgende vrijdag. DeSingel toont volgende dinsdag en woensdag een andere versie van ditzelfde stuk in de Zwarte Zaal: "Happy days" door Maatschappij Discordia met Sara De Bosschere als Winnie en J. J. Lamers als Willie.