Date 1995-01-14
Publication De Standaard
Performance(s) L'anatomie du fauve
Artist(s) Nadj, Josef
Company / Organization Théâtre Jel
Keywords blad • fauve • joegoslavië • anatomie • brute • kruipen • hoofden • maat • mime-spektakel • joegoslavisch-hongaarse
Ongein domineert barre wereld van Josef Nadj
ANTWERPEN --
Bij elke nieuwe voorstelling blijft Nadj erop hameren hoe sterk de verbeeldingswereld van zijn geboortestreek bepalend is voor zijn werk. Het
De inspiratiebron voor dit nieuwe stuk -- al is daar in de voorstelling rechtstreeks niet veel meer van te merken -- is het leven en werk van wereldreiziger
Maat
De wereld van L'anatomie du fauve is in alle geval een barre wereld, waar enkel mannen rondwaren. Ze dragen alle dezelfde grauwe pakjes en hebben geschoren hoofden. Het vrouwelijke is in deze wereld enkel aanwezig als een misplaatste grap. Deze mannen zijn afgestompte zielen, gestrand aan een eindstation. Verlangen kennen ze niet, tenzij als een slechte, onbegrepen parodie, een nauwelijks verhulde travestie van brute lust. Die indruk wordt het hele stuk lang, in een eindeloze stroom doelloze tafereeltjes, opgebouwd.
De vreemde bewegingen van de mannen wordt daardoor ook verklaard: ze hebben niet met elkaar leren omgaan, leren vorm geven aan hun verhoudingen. Dat wordt weerspiegeld in de brute, onnadenkende wreedheid waarmee ze elkaar te lijf gaan. De gelijkenis met de gruwel van de oorlog in Joegoslavië mag duidelijk zijn.
Toch vind ik dit een allesbehalve geslaagde voorstelling: Nadj weet in de uitwerking van zijn basismetaforen absoluut geen maat te houden, en -- wat erger is -- hij kan het niet laten om zijn zwartgallige boodschap te verpakken in jolige vondsten.
Het circus-element weegt daardoor veel te zwaar door. Een illustratief voorbeeld is de scène waarin de acht dansers boven en onder een tafelblad kruipen. Het blad heeft geen poten, maar wordt gedragen door telkens wisselende akteurs. De anderen kruipen boven en onder het blad, blijven eraan hangen als het omgekeerd wordt, krabbelen heen en weer als het geschud wordt, enzovoort. Op het blad wordt een tralienet geprojekteerd, wat het effekt van het wiebelen van het blad nog versterkt. Uiteindelijk haalt een akteur de bovenhand, en hij slaat de anderen met hun hoofd tegen de tafel. Het beeld zit op dat moment zeer dicht bij de ruwheid van de poppenkast: ook daar knotsen hoofden straffeloos tegen elkaar. De uitwerking van heel deze scène is zo barok dat de pointe ervan -- mensen tonen als marionetten met een houten kop -- volledig verloren gaat door de overdaad aan gags. Vooral omdat je op dat ogenblik al een tiental gelijkaardige scènes, alle even vindingrijk, hebt moeten verwerken.
Op de duur ga je Nadj ervan verdenken dat de lust in dit soort kinderlijke ongein het uitgangspunt is van dit spektakel. De retoriek errond is dan niets meer dan een glijmiddel om respekt te verwerven. Als dat niet het geval is, zou Nadj er veel bij winnen als hij iets afstandelijker met zijn inspiratiebronnen zou omgaan.
Nog te zien in deSingel in Antwerpen vandaag zaterdag om 20 uur.