Date 1994-05-27

Publication De Standaard

Performance(s)

Artist(s)

Company / Organization

Keywords readerkritakklapstuktekstenuitgavedansendedramaturgboekechofoster

Klankbord voor danskritiek

BRUSSEL -- Voor hedendaagse dans is er nog altijd geen behoorlijke opleiding. Evenmin is er een kritische reflektie over dans die verder gaat dan de bespreking van een voorstelling. Met een reader over dans probeert Klapstuk, in samenwerking met uitgeverij Kritak, deze leemte op te vullen.

Deze uitgave is het gevolg van het dramaturgie- en publikatiebeleid van Klapstuk. De grote voorbeelden zijn de Muntschouwburg, met zijn dramaturgie-afdeling, zijn publikaties en zijn uitgelezen bookshop en anderzijds het Kaaitheater, dat al jaren een eigen vaste dramaturg heeft en regelmatig reflekties over het teaterwerk publiceert.

Johan Reyniers werd aangetrokken als vaste dramaturg voor Klapstuk. Hij verzorgde de uitgave van een aantal boekjes tijdens de Klapstuk-editie van 1993. Die hadden min of meer direkt betrekking op voorstellingen van het festival. De reader Het dansende lichaam daarentegen is een bundeling van klassieke teksten over (hedendaagse) dans in het algemeen.

Behalve essays vind je in het boek ook poëzie, verhalen, interviews en zelfs een antieke dialoog. Op enkele uitzonderingen na gaat het om afgeronde tekstgehelen. De teksten zijn zo gekozen dat ze voor hedendaagse dans relevant blijven, al zijn ze soms eeuwenoud. Het boek streeft geen volledigheid na, en het is ook geen ecyclopedie waarin je alle gegevens over deze of gene koreograaf zal terugvinden. Ondanks die beperkingen werd het een biezonder aanstekelijk boekje dat wellicht zijn ambitie -- een klankbord zijn voor danskritiek en essayistiek in Vlaanderen -- zal kunnen waarmaken.

Behalve de kwaliteit van de geselekteerde teksten is ook de wijze waarop ze naast elkaar staan daar verantwoordelijk voor. In het eerste, verkennende deel, "Dans is als water" is de teneur van de teksten van André Levinson, Paul Valéry, Edwin Denby en Merce Cunningham nog vrij gelijklopend: de teksten bekomentariëren en precizeren elkaar als het ware. Tegelijk maken ze duidelijk hoe moeilijk het is om de vluchtige realiteit van dans in woorden te vatten.

Vanaf het tweede deel, "De taal van dans is een levende taal", waarin gepeild wordt naar de essentiële kenmerken van dans, krijgt die samenspraak soms het karakter van een dispuut, met bij voorbeeld geheel tegenstrijdige gezichtspunten bij Anna Kisselgoff en Isadora Duncan.

In het derde deel, "Als bewogen door de wil van een ander", krijg je dan weer de onverwachte korrespondentie tussen de bekende tekst van Von Kleist over het marionettenteater en Oskar Schlemmers inzichten over dans. In een volgend deel komen beschouwingen over de koreografen en de dansers zelf aan bod.

Het laatste deel, "Schermen, cyborgs" sluit af met een tekst van Susan Foster. Die stelt vragen over de plaats en het belang van het lichaam en de dans in een kultuur die steeds meer door beeldschermen en virtuele realiteit bepaald wordt. Ze toont hoe dans op een indirekte wijze verdoken vooronderstellingen en houdingen van een samenleving kan bekritizeren door zijn eigen-aardigheden.

Zeker voor wie van dans houdt, is dit boek een waardevolle hulp om de moeilijk te omschrijven ervaring die een dansvoorstelling vaak is, te verdiepen. Zoals Dirk Lauwaert in zijn inleiding bij de voorstelling zei: "Het is de neergeschreven echo van de dans in de ziel van de toeschouwer. En die geschreven echo brengt op zijn beurt weer iets anders, elders, later in beweging".

"Het dansende lichaam" telt 227 bladzijden, wordt uitgegeven door Kritak, Leuven in samenwerking met Klapstuk en kost 698 fr