Date 1994-04-06

Publication De Standaard

Performance(s) Le voyeurSnakesong Trilogy

Artist(s) Lauwers, Jan

Company / Organization Needcompany

Keywords seghersguardaapokalypslauwersontheiliginguomoparelscheestetiekestetische

Needcompany speelt Alberto Moravia

FRANKFURT -- "Le voyeur" is het eerste deel van "Snakesong Trilogy", een teaterprojekt van Jan Lauwers met de Needcompany. De voorstelling peilt naar de seksuele begeerte in haar meest verscheiden en perverse vormen. Ze steunt daarvoor op tekstfragmenten van Alberto Moravia, onder meer uit "Gli indifferenti" en "L'uomo che guarda" (Le voyeur); waaraan de voorstelling haar titel ontleent.

Toch is er een hemelsbreed verschil tussen Moravia's teksten en de voorstelling. Moravia geeft haarscherpe rekonstrukties van persoonlijkheidsstrukturen. Sterke plots ondersteunen en duiden grillige gedachtenassociaties van de vaak stuurloze protagonisten. Bij Lauwers zijn de teksten, losgesneden uit oorspronkelijke kontekst, de katalysator van een cyclische, associatieve beeldenreeks van teater-, dans- en muziekfragmenten.

De fantasmen en verhalen worden daardoor nog meer ongrijpbaar en onbegrensd dan bij Moravia. In de tekst die Grace Ellen Barkey bij de aanvang brengt, wordt een verband gelegd tussen parels en tranen. De woorden worden nauwelijks verstaanbaar gepreveld.

Haar haren verbergen haar gezicht zodat alle aandacht gaat naar het vreemde kleed van parels dat ze draagt. Onwillekeurig word je gegrepen door de bizarre estetiek die een onuitsprekelijk verdriet schijnt te omhullen. Het tema fungeert in de voorstelling als een rode draad.

Dit is een goed voorbeeld van de ijle, uitgepuurde estetizering van de voorstelling. In Moravia's teksten wordt zo'n fantasma geanalyzeerd, betracht de tekst inzicht, al is het steeds betrekkelijk.

Lauwers trekt gracieuze, dronken makende cirkels rond het (zijn) onvermogen om het verlangen onder woorden te brengen of te vervullen. Aan de rand van die cirkels doemt de tegenvoeter van het erotisch verlangen, de dood, op. Tussen die twee uitersten opgespannen, zwelgt de voorstelling in de schoonheid. Elk nieuw beeld geeft die perverse fascinatie voor menselijke onvervuldheid nieuw voedsel.

Als in de laatste scène de akteurs Mil Seghers, in de rol van professor, aanspreken over de allergrootste vragen over leven en dood, wordt dat definitief bevestigd. De antwoorden zijn immers van een ongehoorde trivialiteit. Op een averechtse, en in wezen extreem teatrale manier, bevestigen ze daarom het onpeilbaar mysterieuze, ergo belangrijke, van het bestaan.

Ontheiliging

Midden in de voorstelling leest Mil Seghers een tekst voor uit L'uomo che guarda. De enscenering ervan verheldert het best de estetische romantiek van de voorstelliiig. Een professor literatuur laat zijn gedachten gaan over de voyeuristische aspekten van romans. Als hij die toepast op een obsceen gedicht van Mallarmé voel je dat dit geen vrijblijvende denkoefening is, maar een wezenlijk tema van zijn eigen jeugd raakt: de bespieding van het liefdesspel van de ouders.

Die wil om te zien, te beheersen en te ontheiligen, voert zijn gedachten met een fascinerende, grillige logika naar een vergelijking met het speurwerk van de kernfysicus. De "ontheiliging" van het geheim van de atomen leidt potentieel tot het einde van de wereld, zoals dat beschreven wordt in de Apokalyps van Johannes. Los van zijn oorspronkelijke kontekst heeft deze tekst een onthutsende impact.

Terwijl Seghers de tekst van de Apokalyps leest, doemen dan alle andere akteurs vanuit de coulissen op en beginnen ze mee te murmelen. Het is weer een pakkend moment.

Binnen het decor van glanzend zwart gelakte coulissen, is het ook een schoolvoorbeeld van een ktisch-effekt. Zeer edele kitsch weliswaar, geen goedkope namaak. De hele teatrale ruimte gaat mee resoneren met de onpeilbare diepte waar Seghers' woorden in vallen. In die wonderbaarlijke ruimte kan de kijker zich duizendvoudig spiegelen aan zijn deerniswekkende staat van sterveling die dolend een onbereikbaar verlangen najaagt.

Jan Lauwers terrorizeert niet, maar verleidt met de schoonheid van het lijden. Paradoksaal genoeg lijkt dat het saaie bestaan op de koop toe even een dimensie van belangrijkheid, tragiek en mysterie te geven. Het is de definitie zelf van vermoeide, estetische romantiek.

Er zijn meer prachtige beelden in de voorstelling: de danskonfrontaties tussen Carlotta Sagna en Claude Godin bij voorbeeld, of de zeer geraffineerde soloscène van Fumiyo Ikeda. Ze voeren alle steeds weer naar dat ene punt, de fascinatie voor de onzegbare pracht van het eigen lijden. De estetiek ten spijt, is dat mij een te dun verhaal.

In het Luna-teater, Brussel; vrijdag 8, zaterdag 9, woensdag 13, donderdag 14, vrijdag 15 en zaterdag 16 april, telkens om 20.30 uur. Reservaties: Kaaitheater 02-218.58.58.