ANTWERPEN -- Na een vrij lange afwezigheid is de Franse koreograaf Jean-Claude Gallotta terug in de Singel met een herneming van een van zijn eerste grote koreografieën, Ulysse uit 1981. Van de oorspronkelijke groep dansers is niemand meer overgebleven, op Mathilde Altaraz na. Zij hielp het stuk ook rekonstrueren. Door de grote complexiteit van de architektuur van de voorstelling, moet dat een ware heksentoer geweest zijn. De rekonstruktie nam dan ook drie maanden in beslag. Het resultaat van dat werk oogt nog steeds verrassend fris.
Ulysse is een overrompelende voorstelling: je hebt gewoon ogen te kort om alles wat zich op de scène afspeelt te volgen. Een dromerig openingsbeeld achter een gaasdoek, is het opmaatje. In het halve schemerduister kan je de dansers nauwelijks ontwaren. Dadelijk daarna spat de koreografie open in een onstuitbare opeenvolging van figuren. Flikkerende lichten tegen de achtergrond van het witte decor kondigen het begin aan van een onzekere en spannende reis door de onteltbare mogelijkheden van een grote scène met dertien dansers.
Die onzekere koers wordt belichaamd door een grote bol die eerst over de diagonaal van de scène aanrolt, maar dan verder meandert in cirkels en schijnbaar willekeurige kromme en rechte lijnen.
De eerste diagonaal blijft de spil van de voorstelling; als een lichtvlek blijft ze steeds weer opduiken. Toch is die diagonaal er niet als de lijn die de bewegingsfiguren ordent en bepaalt, maar, paradoksaal genoeg, als de lijn waarvan steeds afgeweken wordt, de uiteindelijke figuur die nooit echt bereikt wordt. De opbouw van de voorstelling staat trouwens in zijn geheel in een paradoksale verhouding tot de hele danstraditie, moderne dans zowel als klassiek ballet. Tegenover het "sérieux" van die gekanonizeerde genres staat een bijna lichtzinnige, frivole benadering van het fenomeen dans.
Op een magistrale manier weet Gallotta de scène te vullen. Zelfs al staat er maar één danser op het podium, toch lijkt het altijd een zeer kompleet beeld. Die effekten worden bereikt door een geraffineerde afwisseling van de scènes, door kontrasten in belichting en tempo. Maar de afwisseling zelf, de kombinaties van groepen en solisten, de verdeling van het scènevlak, is kompleet onortodox en schijnbaar grillig. De dansers kunnen net zo goed in mooie evenwijdige lijnen unisono dansen, zoals een echt "corps de ballet", als plots bijeentroepen zoals een onoverzichtelijke kudde.
Hetzelfde is waar voor de bewegingen zelf. Elegante posities, sierlijke sprongen worden bruusk versneden met gek gehuppel en gewone looppasjes. Het kunstige en het alledaagse, klassiek en breakdance gaan hier onvoorspelbare en steeds wisselende kombinaties aan. Je wordt er door betoverd: de bedoeling van de voorstelling lijkt allerminst om haar publiek in vervoering te brengen of ontzag in te boezemen voor zoveel schoonheid of onuitsprekelijke emotie. Niet op een grote waarheid, maar op het te voorschijn toveren van honderden kleine, verrukkelijke emoties en gewaarwordingen is Gallotta uit. Je kunt gewoon nooit lang bij een beeld blijven stilstaan, want telkens is er alweer een ander dat net zo feeëriek is als het vorige, en dat je dus weer voor even helemaal in beslag neemt. Honderden kleine verhaaltjes zijn op die manier alweer verdwenen voor ze helemaal verteld zijn.
Gallotta laat het publiek opnieuw kijken naar een wondere wereld. En al bestaat die per slot uit niets anders dan alledaagse bewegingen, het is de frivole gekte en overdrijving van de koreograaf die deze wereld zichtbaar maakt.
"Ulysse" is nog vanavond en morgen te zien in deSingel in Antwerpen, telkens om 20 uur.