ANTWERPEN -- De Amerikaanse koreografe Trisha Brown is deze week voor de derde maal sinds 1990 te gast in deSingel, met een dubbel programma dat nagenoeg haar hele carrière vanaf 1970 bestrijkt. Brown wordt gemakshalve omschreven als postmodern of minimalistisch. Dit doet geen recht aan de subtiliteit en de soms wonderlijke complexiteit van haar stukken, al is het waar dat haar werk peilt naar de essentie van wat dans is, in het voetspoor van Cunningham, de peetvader van de postmoderne dans. De koreografie Another story as in falling is een kreatie in opdracht van deSingel en Antwerpen 93.
Brown studeerde dans bij Limon, Cunningham en Horst. In 1960 belandde zij in Ann Halprins Studio in San Francisco, samen met kunstenaars als La Monte Riley en Robert Morris die later als minimalisten de geschiedenis in zouden gaan. In de studio werd gewerkt met de mogelijkheden van improvizatie in dans.
In 1961 verhuisde ze naar New York, waar ze werkte met Robert Dunn in de Cunningham Studio. Nog meer dan Halprin maakte Dunn komaf met alle gevestigde teaterpraktijken. Hij beschouwde alles als mogelijk materiaal voor dansvoorstellingen. Uit die tijd stammen vele experimenten met improvizatie, die voorgesteld werden in de legendarische Judson-Church-koncerten vanaf 1962. In Browns werk komen tema's bovendrijven die sindsdien telkens weer op een nieuwe manier in al haar werk aangepakt zijn.
Voorstellingen als Yellowbelly, waarin het publiek gevraagd wordt de danseres uit te jouwen, onderzoeken de relaties tussen de koreografe en haar angsten, tussen het publiek en de koreografie, en tussen het publiek en zijn verwachtingen. Vanaf 1968 maakte Brown Equipment pieces, een reeks voorstellingen waarin zij allerlei hulpmiddelen gebruikt om het lichaam te ondersteunen. In veel van deze Equipment pieces wordt ook de gebruikelijke ordening van de scène-ruimte volledig op haar kop gezet. Gangbare konventies van boven en onder, links en rechts worden uit elkaar gehaald. Ook in later werk zie je Brown steeds weer de grenzen van de teatrale ruimte uitdagen.
In 1971 neemt het werk een nieuwe wending. Brown laat de "equipments" voor wat ze zijn, en ontwikkelt dansvoorstellingen die bestaan uit een optelsom van bewegingen die telkens vanuit een ander lichaamsdeel starten. Deze voorstellingen, met de toepasselijke titel Accumulation, kennen verschillende vormen. De eerste versie wordt staande uitgevoerd. De tweede wordt liggend gebracht, zodat de benen, niet meer gehinderd door zwaartekracht, mee aan het akkumulatie-proces kunnen deelnemen.
Deze stukken worden op een bepaald ogenblik ook met meerdere dansers uitgevoerd. Later kompliceert Brown het werk door tijdens zo'n Accumulation uit te leggen wat ze aan het doen is. Uiteindelijk voegt ze er nog de kleine solo Watermotor aan toe in 1978. Het eindresultaat van dit zoekproces is in deSingel te zien.
De eigen stijl van Trisha Brown is ogenblikkelijk herkenbaar maar biezonder moeilijk te beschrijven. In de grote-zaalvoorstelling Glacial decoy lijkt het alsof de dansers van Brown als gewichtsloze wezens zweven, alle lichaamsdelen vlotten weg in hun eigen richting, als in een val die nooit eindigt. De totaalindruk van voorstellingen als Opal Loop of Set and reset is verbijsterend: tegelijk chaotisch en niet te vatten, en toch op een mysterieuze manier harmonieus en fascinerend.
Vrijheid
Haar laatste stukken omschrijft Brown als "going back to zero". Haar verhaal over Another story as in falling laat zien wat ze daar mee bedoelt. Het stuk duurt 18 minuten en bestaat slechts uit een bewegingszin. Waarschijnlijk de langste uit de dansgeschiedenis, noteert Brown zelf wat ironisch. Hij ontstond als een simpele improvizatie-oefening die Brown voor zichzelf uitvoerde.
"Ik stond rechtop, wachtend op een idee voor een beweging. Dat duurde erg lang, tot plots die vreemde beenbeweging kwam. Uit die beweging ontstond het idee van een karakter, een bepaald type, gelijkmoedig, helder, slim, met zin voor understatement... Naar die figuur greep ik vaak terug om mijn verbeelding op gang te houden. Alle aarzelingen die in mijn improvizatie slopen, zijn intakt, in hun volle duur, bewaard in de uiteindelijk vastgelegde bewegingszin."
Later kreeg Brown de ingeving om de bewegingszin als leidraad in een improvizatie te gebruiken: "Op het ogenblik dat dansers precies weten wat ze gaan doen, sluiten ze zich op in hun lichaam, er straalt een zekere arrogantie van het vooraf-weten van uit. Door een decor te gebruiken dat op een onvoorspelbare manier gaat bewegen, en door hen toe te laten op niet vooraf bepaalde ogenblikken de bewegingszin te onderbreken en later weer voort te zetten, blijven ze op scherp staan. Ze moeten voortdurend beslissingen nemen over wat ze gaan doen of laten. Het vreemde is wel dat zelfs met die vrijheid de voorstelling toch vaak in een bepaald patroon terugvalt."
De voorstelling wordt uitgevoerd op muziek van Alvin Curran voor strijkkwartet. Dit wordt in deSingel live uitgevoerd door het Danel strijkkwartet. Mensen die het zagen, prijzen de grote dramatische impact van het minimale bewegingsrepertoire van dit stuk, dat een voorlopig eindpunt is van Browns carrière.
"Accumulation", "Set and reset", "Glacial decoy" en "Another story..." zijn van woensdag tot en met vrijdag te zien, "Newark", "Opal Loop" en "For MG: The movie" op zaterdag en zondag.