Date 1994-04-24
Publication De Standaard
Performance(s) Limb's Theorem
Artist(s) Forsythe, William
Company / Organization Ballett Frankfurt
Keywords limb • theorem • forsythe • decorstukken • nietige • stipjes • verschuiving • euforie • deel • posities
Ballet zonder blad voor de mond: "Limb's Theorem" door Ballett Frankfurt
ANTWERPEN -- Limb's
Euforie is een staat die zich vaak manifesteert door een vrije omgang met het lichaam. De hele mimiek en motoriek verandert, het keurslijf van regels wordt tijdelijk opgeschort. Iets van dat alles gebeurt ook in deze voorstelling. Eerst en vooral is er de toewijding, meteen het opstapje waarmee Forsythe je binnenlokt in zijn wereld. Het technisch kunnen van de dansers is verbluffend. Het doorstaat moeiteloos de vergelijking met dat van de beste dansers van grootmeesters als
Verschuiving
Met
De verwantschap met
Met de nodige kwade wil kan je natuurlijk bedenken dat deze vreemde
Maar wie goed toekijkt, ziet iets heel anders dan een truuk. Omdat er altijd zoveel tegelijk op de scène gebeurt, en je het dus gewoon niet allemaal tegelijk kan volgen, moet je oog wel heen en weer zwerven tussen de verschillende dansers. Geen van hen staat ooit in een hiërarchisch verband met de rest, niet als ze los verspreid staan in kleine groepjes, zoals in het eerste en tweede deel, en niet als ze in een groot verband optreden, zoals in het derde deel.
Omdat de immense scène van de stadsschouwburg helemaal leeg gemaakt is -- je kijkt recht het achter- en zijtoneel en de toneeltoren in -- en omdat de belichting voortdurend opgebouwd wordt door de dansers zelf, die nu eens deze, dan weer gene hoek van de scène uitlichten of de
De decorstukken, zoals het gigantische rechthoekige vlak dat op een punt op de grond steunt en gevaarlijk voorover helt in het eerste deel, of de rondzwierende vakwerkligger met een lengte van wel tien meter in het derde deel stellen eenzelfde, tegenover de dansers onverschillige ordening in: zij moeten er wel rekening mee houden, de dingen houden geen rekening met hen.
En toch blijft je oog telkens weer haperen aan een van deze nietige stipjes. Dat wat ze doen, krijgt het statuut van een mentale oefening die om zichzelf bedreven wordt, iets als joga, hoewel het daar formeel en qua intentie wellicht weinig mee te maken heeft. Het mentale spel om een nieuwe grammatika te verzinnen met de overgeërfde posities van de ledematen wordt hier getoond. Sec,
Dat Forsythe zijn dansers tot dergelijke prestaties brengt, is misschien wel het belangrijkste van dit werk. Maar je kan dat niet los zien van de struktuur van de voorstelling. Één element is al aangehaald: het laten uiteenspatten van de centrale scène-ordening, waardoor de dansers konkreter worden. Dat konkrete vind je ook terug in de omgang met de scènetechniek: het zijn de dansers zelf, of in het eerste deel bij voorbeeld een man op een krukje, die de belichting uitvoeren, de decorstukken bewegen enzovoort.
Maar het struktureren gebeurt ook op een minder duidelijke manier. Het gaat allemaal te snel om na een visie de vinger te kunnen leggen op de verschuivingen die in het koreografisch materiaal zelf optreden. Het tweede deel oogt bij voorbeeld veel chaotischer, zowel in de lijnen die uitgezet worden als in de bewegingen van de dansers zelf, dan het eerste deel, dat meer een expositie van het basismateriaal lijkt. In het derde deel wordt het aantal dansers dan weer verdubbeld of zelfs verdrievoudigd tegenover het tweede deel en ook dat leidt tot een heel nieuwe sensatie, alsof je vanop een grotere afstand naar een krioelende massa kijkt waar in toevalskombinaties plots grote massakomposities ontstaan.
De decorstukken zijn hier ook veel dreigender en groter aanwezig tegenover de dansers. Maar het heeft wellicht weinig zin om dit allemaal te duiden, dat doet Forsythe evenmin. De euforie die ontstaat door de overdosis prikkeling van Limb's Theorem, is zijn geschenk aan de toeschouwer.
Ballett