Date 1993-04-21

Publication De Standaard

Performance(s) Température extérieure 0°

Artist(s)

Company / Organization

Keywords jérémietanteverjaardagstaartsneeuwstormzevendekindverjaardagbusmeidzolder

Met busje naar toneel in verlaten huis

LEUVEN -- Met een busje voert het Théâtre de l'Arpenteur je van 't Stuc in Leuven naar een oud, verlaten en vervallen burgerhuis ergens buiten de stad. Hervé Lelardoux neemt de toeschouwers mee binnen in de hal en nodigt iedereen uit te luisteren naar de stilte vol kleine geluiden die in zo'n oud huis hangt. Plots tovert hij een stetoskoop en even later ontvangstapparatuur met een vreemde metalen wichelroede en een klein hoorapparaat te voorschijn om de bijna onmerkbare geluiden die in de muren hangen beter te kapteren.

Plots hoor je stemmen, kinderen en volwassenen in een uitgelaten sfeer. Het verleden van de mensen die in het huis leefden duikt weer op en materializeert zich even later, als de meid, Adèle, uit een deur te voorschijn komt en, verschrikt bij het zien van de hele meute bezoekers, een soepterrine laat vallen.

Dat is de aanzet van Température extérieure 0°. Je wordt geleidelijk ondergedompeld in een biezondere dag in de geschiedenis van dit huis. Het lijkt alsof de tijd er is blijven stilstaan op de zevende verjaardag van de kleine Jérémie -- die je nooit te zien krijgt -- en de toeschouwers worden door tante Mathilde en grootmoeder uitbundig onthaald; je staat wat bedremmeld te kijken als ze met een lichtjes overdreven hartelijkheid iedereen om de hals vliegen, als was je zelf het kleffe feestvarken dat niet zo goed weet wat hij aan moet met al die drukte.

Dat is precies waar het in deze voorstelling om gaat: de overgang van de kindertijd naar de wereld van de grote mensen. Als je daarna door het huis wordt gevoerd, eerst door de drie vrouwen, later door twee opgeschoten jongens die elkaar Jérémie noemen -- of zijn het de clochards die een onderdak gevonden hebben in het leegstaande huis? --, wordt in tal van details en in de verhalen die de akteurs vertellen de hele kinderlijke fantaziewereld opgeroepen.

De geuren en klanken van het oude huis betrekken je vanzelf heel dicht bij het gebeuren. Je wandelt tussen natte lakens die te drogen hangen, over de zolder vol oude kleren, door de eetkamer met de verjaardagstaart, al die fascinerende dingen waar je de betekenis nog niet van kent.

Sneeuwstorm

Het centrale verhaal, waarvan de samenhang je in flarden duidelijk wordt, is dat de kleine Jérémie op zijn zevende verjaardag, midden in een hevige sneeuwstorm, verdwenen blijkt. Als de lichten na het uitblazen van de kaarsjes op de verjaardagstaart weer aangestoken worden, is het kind verdwenen, samen met een stuk taart.

Door konversaties die weerklinken wordt de fantazie van het kind weer opgeroepen. Het weigert te geloven dat het meisjeskleedje dat hij in een kast vond, van zijn tante is. Die anekdote staat ook overduidelijk voor de weigering om op te groeien.

De twee mannen maken de brug tussen het heden van de toeschouwers en het verleden van de vrouwen. Door hun vreemde jongensachtige bezigheden en hun gesprekken die soms zo uit Beckett weggelopen lijken, kan je je niet van de indruk ontdoen dat je hier twee mensen ziet die inderdaad geweigerd hebben op te groeien en liever aan de rand van de samenleving als zwerver overleven dan hun plaats in te nemen.

Op de oude zolder zie je ze plots de tante, de onheilsboodschapper die door haar kleedje de waarheid bracht dat je willen of niet opgroeit tot volwassene, gebonden als een worst uit een doos opduikelen. Net als ze haar ritueel willen vermoorden, komt de meid naar boven om te zeggen dat ze zich moeten wassen en gaan slapen.

De voorstelling is mooi opgebouwd. Je wordt dicht betrokken bij het gebeuren, door de manier waarop de akteurs je door het huis leiden, de aankleding ervan, maar ook door de manier waarop ze met het publiek omgaan. Je wordt wel rechtstreeks aangesproken, maar die kunstgreep is goed gedoseerd. Zodra het verhaal zich ten volle begint te ontrollen, word je niet meer direkt betrokken. De beelden die je dan voorgetoverd worden, zijn trefzeker gekozen om de leefwereld in de jaren vlak na de oorlog van een kind op te roepen.

De dubbelzinnige positie van de twee mannen geeft aan die melancholie een dubbele bodem. Daardoor bevind je je wat in de positie van het kind dat probeert uit te zoeken waar het allemaal over gaat en dat is ook de vraag die op het einde gesteld wordt: "Zijn we niet allemaal een beetje Jérémie?" Dat de "boodschap" op de lange duur, met zinnetjes als deze en het steeds weer opvoeren van het kinderkleedje van de tante, op de duur wel erg nadrukkelijk onderstreept wordt, is een schoonheidsfout die je er gemakkelijk bijneemt.

Te zien tot en met 23 april. Er zijn twee voorstellingen per avond. De bus vertrekt om 19 u. en 22.30 u. aan 't Stuc in Leuven, je bent telkens ongeveer tweeënhalf uur later terug op de plaats van vertrek. Donderdag vertrekt de eerste bus niet aan 't Stuc maar wel aan het Nieuwpoortteater in Gent en wel om 18 u.