Date 1992-03-07

Publication De Standaard

Performance(s) Titanic

Artist(s) Flamand, Frédéric

Company / Organization Plan K

Keywords ijskastenplessitelevisiesonzinkbareflamandbootenzensbergercharleroifrivoolkonstruktie

Titanic negentiende-eeuws, Wagneriaans totaalspektakel

CHARLEROI -- Titanic, de nieuwste konstruktie van het ensemble van Plan K, onder leiding van Frédéric Flamand, werd in de steigers gehesen met de hulp van Ars Musica '92 en de Biennale Charleroi/danses '92. Nog meer dan bij de vorige voorstelling van Plan K, waar de Munt ondersteuning bood, The fall of Icarus, merk je een gespletenheid in het opzet.

Enerzijds heb je een discours over de inhoud van de voorstelling. De Titanic wordt opgevoerd als het symbool bij uitstek van de kwetsbaarheid en de hoogmoed van de technologische beschaving. Door een stom ding als een ijsberg wordt de onzinkbare boot tot zinken gebracht. Op niet geheel duidelijke wijze verbindt Flamand dit tema met het verval van ideologieën ten voordele van de informatie-industrie en stelt tenslotte in een adem dat het spektakel "het prometeïsche dilemma van onze moderne maatschappij, waar kunst en techniek pal tegenover elkaar staan" behandelt.

In zekere zin kan je deze uitleg beschouwen als een vrijpostige parafrasering van een tekst van Hans Magnus Enzensberger over de Titanic. Daarin geeft Enzensberger in een lijst one-liners gedachten over de Titanic weer die alle uitblinken door hun onbetrokkenheid op het dramatische van het gegeven.

Daartegenover staat de voorstelling, en die is biezonder mooi, op een estetiserende, bijna 19de-eeuwse wijze. Je zit voortdurend te denken aan tableaux vivants of gewoon aan frivool ballet (frivool, om de onortodoxe dansgrammatika dan). Oogstrelend is vooral het decor van Fabrizio Plessi in de ruimte van een oude staalfabriek in Marchienne-au-Pont.

Tegenover de roestige, robuuste konstruktie van het gebouw vol oude machines (die bij wijze van "entrée en matière" nog een in werking gesteld werden voor je de zaal in kon) staat een glanzend aluminium decorstuk, een lang balkvolume, meer dan manshoog en scènebreed, dat met zijn reling bovenop en zijn patrijspoorten, de geweldige indruk oproept die de onzinkbare Titanic op tijdgenoten gemaakt moet hebben. Een scherm op de achtergrond over de hele achterwand van het gebouw roept op subtiele wijze de tocht van het schip van zijn afvaart tot zijn ondergang op terwijl de dans evolueert.

Binnen dat decor, dat gewenteld en gedraaid kan worden op wonderlijke wijzen, danst een groep van elf dansers, onder wie Ida De Vos. En op die dans, die de lotgevallen van de passagiers van de boot oproept, valt weinig af te dingen. Een mooie afwisseling van scènes, ludieke momenten en dramatische groepsbewegingen, een uitgebalanceerde bezetting van het speelvlak, het is er allemaal, en op een hoog technisch niveau.

In het laatste deel van de voorstelling wordt de moraal van het verhaal ten tonele gebracht, alweer met mooie objekten van Plessi. Een schommelende boot met televisies op beide uiteinden en een dans met ijskasten, waar televisies in verscholen zitten moeten de dienst uitmaken. Alleen bij de ijskast-scène verliest de voorstelling iets van zijn feërie omdat het oorspronkelijke beeld van Plessi, waarbij de ijskasten zelfstandig de scène opgedanst kwamen en eindigden in een ronde cirkel, niet gerealiseerd werd. Het zijn de dansers die de ijskasten de scène op moeten duwen. Als ze dan op en rond de ijskasten zitten te springen, dan lijkt het er in de dans vooral om begonnen te zijn hun aanwezigheid enigszins te verklaren. Want deze dans brengt niets wezenlijks bij aan het beeld, wel integendeel.

Het frustrerende van deze voorstelling is dat er totaal geen verband bestaat tussen de verklaring van Flamand en wat je in werkelijkheid ziet. Aangekondigd is een onderzoek van de laat 20ste-eeuwse "condition humaine". Wat je te zien krijgt is laat 19de-eeuws, Wagneriaans totaalspektakel, met door het Quadro Quartet en Geneviève Foccroule live vertolkte muziek van Schnittke en anderen. En net zoals film in veel opzichten een opvolger is van het Wagneriaanse spektakel, was ook deze voorstelling beter als film uitgevoerd, want met de scène van nu heeft dit biezonder weinig te maken, ondanks het totemistisch gebruik van televisies. Met dit soort voorstelling, en met de zogezegd diepzinnige verklaringen, wordt geen enkel reëel risico gelopen. De inzet is nihil, al is het resultaat best genietbaar.

Nog te zien vanavond in het Musée de l'Industrie in Charleroi. Het Vlaams Teaterinstituut organizeert een trip naar deze voorstelling, waarvoor u inlichtingen kan nemen op 02-514.19.03.