BRUSSEL -- Torquato Tasso van Goethe kan zich dit jaar in een uitzonderlijke belangstelling vanwege teatermakers verheugen. Na De Tijd is het stuk nu ook te zien in de versie van Maatschappij Discordia, in een regie van Jan Joris Lamers, met Titus Muizelaar als Tasso. Of tenminste, het is in hoofdzaak Muizelaar die Tasso speelt, want naargelang het stuk zich verliest in steeds verdergaande verwikkelingen, die min of meer parallel verlopen met de mentale ontreddering van de dichter Tasso, nemen ook steeds meer akteurs de rol van Tasso waar. Al is het moeilijk om de voorstelling van Discordia echt op een eenduidige interpretatie vast te pinnen, de evolutie van de hoofdfiguur (en het stuk) naar een gigantisch schijngevecht, een lachwekkende want futiele heroïek, schijnt toch een van de basisfiguren van de regie te zijn.
Goethe vertelt over de Italiaanse renaissance-dichter Tasso, die aan het hof van Alfonso di Ferrara leeft en werkt. Hij wordt gelauwerd om zijn grote verdiensten als dichter, maar precies die erkenning zit hem niet glad, omdat ze hem inpast in een orde waarvan hij niet zeker weet of hij ze wel wil of kan aanvaarden. Zijn antipode is de diplomaat Antonio, die het dichtertje met zijn grillen, zijn paranoïde aanvallen en zijn groteske aanspraken maar laag inschat.
Dit tema (de visionaire -- krankzinnige? -- dichter tegenover de politieke realiteit) loopt parallel met intriges over de onmogelijke liefde tussen de dichter en de prinses, de verliefdheid van de gravin op de dichter enzovoort. Het is al meer dan eens opgemerkt dat Goethe met deze Tasso eigenlijk een autobiografisch werk schreef, waarin de tegenstellingen van zijn eigen leven als in een vraag- en antwoordspel alle de revue passeren. Het stuk kaart voortdurend nieuwe ontwikkelingen aan.
De opbouw gaat niet via vooraankondigingen, parallellen en herhalingen naar een tragisch hoogtepunt toe, maar naar een eindpunt dat niet veel meer is dan een vrij verwarrende optelsom. In de programmabrochure noteert Discordia droogweg: het is een komedie, want er vallen geen doden, maar het is alsof het verderf achter elk woord zit, elke aanraking dodelijk is, smetvrees, paranoia, agorafobie zou een zenuwarts zeggen.
Discordia handelt vrij konsekwent naar dit inzicht, en ensceneert het stuk -- op een steeds aperter manier -- als een rollenspel in het hoofd van Tasso, waarvan de uitkomst alleen maar waanzin of een bulderende lach kan zijn. Alle grote betekenaars in de wereld van Tasso worden op losse schroeven gezet. Paradigmatisch voor de voorstelling is de wijze waarop de grote betekenaar van het waardige, van het teater, de hertog Alfonso (Matthias De Koning) letterlijk in zijn blootje komt te staan, en bij nadere beschouwing verdacht veel weg heeft van Groucho Marx.
Maar daar houdt het zeker niet bij op. De voorstelling is mijlenver verwijderd van de soms nogal afstandelijke, ironisch-intellektuele speelstijl van het gezelschap. Ongegeneerd wordt er schmink gesmeerd op de gezichten, op het groteske af. Kostuumwisselingen zijn niet van de lucht, maar meestal passen ze nauwelijks binnen de kontekst (Tasso in Napoleonkostuum) en hangen de kaartjes van het verhuurbureau nog overal aan de kostuums. Kortom, er heerst een komplete anarchie op de scène, we bevinden ons zowat in A night at the opera.
Voeg daarbij nog de uitzinnige, doldrieste akteerstijl van Titus Muizelaar, het afgrijselijk overakteren van Annet Kouwenhoven, de misplaatste interventies van de regisseur/toneelmeester Lamers, en het gevecht Muizelaar-De Koning op het einde, en je hebt bij benadering een beeld van wat de Tasso te bieden heeft. Je hoeft grote stukken niet steeds ernstig te nemen, of zelfs, als je grote stukken echt ernstig neemt, kom je er misschien op uit dat je niet anders kan dan er een loopje mee nemen.
Tasso is in de Discordia-versie vanavond nog te zien in de Monty in Antwerpen. Je kan ook gaan kijken naar de première van Paul Peyskens' Tasso in 't Stuc in Leuven.