Date 1992-01-21

Publication De Standaard

Performance(s) De opdracht

Artist(s) Ritsema, Jan

Company / Organization

Keywords debuissonopdrachtliftrevolutionairerouffartutopieakteursverraadtoomontluisterend

Ritsema houdt krachtige taal van Muller in toom: "De opdracht" in Kaaiteater

BRUSSEL -- De opdracht van de Oostduitse teaterauteur Heiner Müller speelt ten tijde van de Franse revolutie. Het is het verhaal van drie mannen, de "zoon van een slavenhouder" Debuisson, de zwarte Sasportas en de Bretonse boer Galloudec die in opdracht van een zekere Antoine, een leider van de revolutie, naar de kolonie Jamaïca gestuurd worden om de idealen van de Franse Revolutie te verspreiden. Ze moeten een opstand ontketenen onder de negerslaven. Als bekend wordt dat Napoleon de macht in Frankrijk heeft overgenomen, valt hun missie uiteen. Debuisson pleegt regelrecht verraad aan de opdracht, de anderen gaan roemloos ten onder. Van de opstand komt niets in huis.

In De opdracht wordt geen rechtlijnig verhaal verteld. De echte hoofdfiguur van het stuk is de revolutionaire utopie. Het stuk toont hoe de utopie inwerkt op mensen, hoe ze te groot is voor het bevattingsvermogen van hen en hoe ze snel ontaardt in allerlei verschrikkingen, van blinde terreur tot arrogante bureaukratie. Personages, situaties en tijdstip van gebeuren verschuiven voortdurend. Heden, verleden, en toekomst lopen in elkaar over.

Zo krijg je naast elkaar een scène met de rivalizerende Robespierre en Danton, een denkbeeldig gesprek van Debuisson met zijn vroegere geliefde over de waarde van zijn revolutionair elan, en een nachtmerrie-achtig verhaal over een man die in een lift op weg is om een opdracht af te halen bij zijn overste, maar bij het verlaten van de lift in Peru belandt.

Het stuk is een kaleidoskoop, die in een krachtige, beeldende taal alle tegenstrijdige en onbewuste krachten van het revolutionaire denken tegen elkaar uitspeelt. Het suggereert dat de revolutionaire utopie zowel als het verraad eraan onontkoombare kondities zijn van de mens.

Die overrompelende kracht wordt bijna altijd in toom gehouden door een regie die tegenover de niets ontziende en verwarrende lawine van metaforen en associaties een lawine van teatermachinaties plaatst. Het verhaal van de man in de lift wordt dan een soort synkope, een rustpunt te midden van het verhaal over de drie zendelingen.

Afstandelijk

Al is er op de regie van Jan Ritsema ook wel wat af te dingen, op zijn minst zijn hij en zijn drie akteurs, Bea Rouffart, Dirk Roofthooft en Dries Wieme erin geslaagd deze valstik te vermijden.

De akteurs doen zich voor als de tijdelijke belichaming van ideeën en processen die hen in geweld en onvatbaarheid ver te buiten gaan. Door hun afstandelijke houding, waarin ze als akteurs duidelijk herkenbaar blijven, geef je je gemakkelijk rekenschap van alle breuken in de tekst.

Maar hun pure aanwezigheid houdt de zaak net genoeg bij elkaar om de rode draad van het verhaal, dat in steeds nauwere cirkels om het gegeven van het verraad draait, in zijn onverbiddelijke logika te volgen. Meer dan bij een gewone lezing, omdat de tegenstelling tussen hun kwetsbaarheid en het geweld van de tekst steeds meer voelbaar wordt.

De regie vermijdt ook de reduktie van het stuk tot de burgerlijke tragiek van mensen die voor een verscheurende keuze staan tussen bij voorbeeld trouw aan een ideaal en lijfsbehoud. De tegenstellingen zijn trouwens nooit zo eenduidig in de tekst. Al te veel enscenering leidt er vaak toe dat juist dat aspekt, de veelduidigheid, uit het zicht verdwijnt.

De akteurs spelen voortdurend op twee plannen. Op de voorgrond, rond een kleine keukentafel. Op de achtergrond zijn ze een tweede keer aanwezig op een groot videoscherm, dat hun woorden en daden sterk uitvergroot. Het is een ingreep waarmee je gemakkelijk een metaforische duiding kan geven, maar ik had niet het gevoel dat het echt veel bijdroeg tot de voorstelling.

Ontluisterend

Een tweede punt waar de voorstelling soms wat over struikelt is de afstand tussen de akteurs en hun tekst, die er soms erg dik wordt opgelegd. Dat geeft vooral konflikten als de regie extra-gebeurtenissen toevoegt aan de tekst.

Op het einde gaat Roofthooft op het toilet zitten, en Rouffart gaat er stilletjes naar toe, waarna ze -- op video uitvergroot -- beginnen te vrijen. Het is sterk als ontluisterend beeld, maar struktureel verschillend van de voorgaande situaties waarin de akteurs meer vertellers waren. Dit soort beelden doet bij voorbeeld denken aan de manier waarop A.T. De Keersmaeker een andere Müllertekst, Medeamaterial aanpakte, als een radikale onderdompeling in de hevige emotionaliteit van de tekst.

De voorstelling laat de tekst van Müller in elk geval op een moeilijk ontkoombare manier op je los. Keuzen en konklusies moet je daar zelf maar uit trekken. Meer moet dat waarschijnlijk niet zijn.

Nog te zien in de studio van het Kaaiteater, O. L.Vrouw-van Vaakstraat 83, Brussel, van 21 tot en met 25 en van 28 tot en met 31 januari en l februari, telkens om 20 u 30. Reserveren op tel.: 02-512.14.82.