LEUVEN -- Alleen al door het openingsbeeld is Meg Stuarts "Disfigure Study" een biezondere voorstelling. In het duister van de scène lichten twee in de lucht zwevende onderbenen op boven een liggende vrouw. Het hoofd van de vrouw probeert zich op te richten om de voeten te raken, om zich ertegenaan te vleien. Ze grijpt ze even later zelfs vast maar de voeten -- als onhandelbare stomme voorwerpen -- wijken terug voor het gewicht of blijven ongevoelig hangen. Het tema van de koreografie is daarmee in enkele minuten afgelijnd: het lichaam behandeld als een juxtapositie van delen waarvan de eenheid als toevallig en bevreemdend ervaren wordt: dis-figure study.
Het is dus echt niet zomaar een onschuldig vormexperiment. In een volgend deel zie je Stuart met de rug naar het publiek, wat voorovergebogen. Haar handen betasten haar rug. Door de verdraaiing van haar arm lijkt het erop dat een ander haar rug betast. De vingers vertonen een merkwaardig ongevoelige verkramping als was de rug een ding dat niet helemaal te vertrouwen is. De andere hand weert af als het achterwerk te dicht genaderd wordt.
Op het einde van de voorstelling keert dit kontakt, waarin alle emotionele investering of betekenis afwezig lijkt, terug in een scène tussen Francisco Camacho en Carlota Lagido. Hij is alleen maar hand. Lagido probeert die hand op verschillende plaatsen van haar lijf te leggen, alsof ze zoekt naar iets wat zou moeten gebeuren. Maar het enige wat de hand doet is rondgraaien als in een voddebaal.
Lagido laat dat op de duur gebeuren omdat het -- waarde hand ook gelegd wordt -- onverschillig lijkt. In een laatste moment draait ze de hand om en om in onmogelijke houdingen, op de wijze waarop Stuart met een verdraaide arm zichzelf betastte in het begin. Je zou haast denken dat ze zoekt of er echt niets meer is, niets over het hoofd gezien. Maar nee, dat is niet het geval.
Het stuk zit vol van die onthutsende scènes, die onderling, in hun struktuur van gedesintegreerde lichamen, naar elkaar verwijzen. Stuart danst midden in de voorstelling met... het hoofd van Lagido: haar lichaam hangt er dood aan en slingert soms op vervaarlijke, halsbrekende (letterlijk) wijze mee als Stuart haar als een dood beest gefrustreerd meezeult.
Voor een andere scène, waarin ze haar eigen benen als een zak bijtrekt terwijl ze over de grond kronkelt, haalde Stuart inspiratie uit het zien van Aids-patienten: mensen die geen middel meer vinden om zelfs maar liggend rust te vinden omdat alles pijn doet en vervreemd is.
Maar ook andere beelden duiken soms op: de drie dansers doen bijna aan schizofrenen denken door hun vreemde omgang met het eigen lichaam. Door hun lompenkledij en hun bijna kaalgeschoren hoofden wordt het beeld van desintegratie en ontmenselijking van de lichaamservaring extra onderlijnd. Klapstuk heeft met deze tweede eigen kreatie-opdracht een uitstekend, maar ontstellend stuk in huis gehaald.
Nog vanavond te zien in de Vlamingenstraat 83 in Leuven.