ANTWERPEN -- Alles wat Philippe Découflé in Triton voortovert is ontleend aan het circus, van de struktuur met korte nummers tot de bonte kostumering, van de marionet-achtige gestiek tot de akrobatiek. Maar toch is het geen circusvoorstelling. Want circus is ook altijd een beetje overbluffen en schematizeren tot een sterk effekt, gericht op een naïef publiek. Het craquelé in de grime verleent het circus ook zijn melancholisch aura: de laatste vertegenwoordiger van een wereld waarin al het nieuwe in een paar wagons past. Die zekere brutaliteit is bij Découflé vervangen door een ironische vertedering; wat blijft is de speldrift.
Het grove effekt is bij Découflé een subtiel akwarel geworden. De penseeltrek, het maakproces, blijft zichtbaar en wordt zelfs het belangrijkste element van de voorstelling. Niet alleen omdat de hele circusmachinerie, de grimetafeltjes en de simpele maar inventieve mechaniek, duidelijk zichtbaar zijn. De aktie is ook telkens een koreografie op zich, waar de pointe, het effekt vaak ontbreekt. Zuiver klassieke danspassen worden afgewisseld of gekombineerd met akrobatie en diverse dansstijlen.
En Découflé gebruikt het vermogen van zijn publiek om meer en sneller verbanden te zien dan een "echt" circuspubliek om allerlei dubbelzinnige interpretatiemogelijkheden rond te strooien in zijn kostuums en beeldkomposities. Het zijn steeds weer verrassende miniatuurtjes met een perfekte dosering van klank, beeld en beweging, die er bij de kijker moeiteloos ingaan. De timing en opeenvolging zijn die van de videoclip.
De bedrieglijke eenvoud van deze zorgvuldige opbouw verleent de voorstelling een illuzie van naïviteit die ze eigenlijk niet meer heeft, en ook niet kan hebben, maar die wel sterk appelleert aan het publiek. "Mislukte" acts, zoals een derderangsclownerie of een mallotige jongleur bezegelen die medeplichtigheid tussen maker en publiek: in plaats van boegeroep is gelach hun deel.
Op heel wat punten doet deze voorstelling denken aan Oskar Shlemmers Triadisch Ballet. Ook daar proef je door de elementaire, bijna abstrakte vormen de fascinatie voor het onversneden effekt, de felle kleuren, het bijna mechanische, geoliede verloop van een naïeve kunst als circus. Aan het gebeuren is geen enkele "diepere zin" toe te kennen, maar je mond valt er wel van open. Bij Schlemmer maken de kostuums het de dansers nagenoeg onmogelijk om anders dan als marionetten in een kompositie te bewegen, maar ook in deze Triton zie je die affiniteit met marionetten opduiken in een prachtig nummer: twee dansers zijn er via een kabel door een ring hoog boven de scène met elkaar verbonden en huppelen als jojo's tegenover elkaar op en neer.
De finale met alle dansers zet dat nog eens in de verf: allen verschijnen in de piste in witte kostuums met rode zigzagstrepen. Niet alleen die strepen, maar ook andere toevoegsels abstraheren, op een of andere manier, hun lichaam tot groteske objekten. De schaatser heeft bij voorbeeld een grote ring om zijn lijf zitten, die er een vliegend wiel van maken.
Deze voorstelling was een sensatie op het festival van Avignon deze zomer, en wie niet al te vooringenomen is, zal inderdaad niet anders kunnen dan genieten van deze charmante "folie".
Nog te zien in DeSingel te Antwerpen vanavond om 20 u en morgen, zondag om 15 u.