Date 1990-03-22

Publication De Standaard

Performance(s) Stella

Artist(s) Anne Teresa De Keersmaecker

Company / Organization Rosas

Keywords keersmaeckerstellameisjesknoopottoneintuïtieeigenheidgeprecizeerddansteatervoorstellingtoelegde

"Stella" van Rosas weergaloos

ANTWERPEN -- Stella van Anne Teresa De Keersmaecker is een emotionerende en intrigerende dansteatervoorstelling. Al is dat op zich al eerder uitzonderlijk, de voorstelling is bovendien belangrijk omdat ze een stand van zaken weergeeft in een oeuvre, en er tegelijk een voorlopig hoogtepunt van is.

Bekende elementen op formeel en inhoudelijk gebied -- al wil ik ook aantonen dat dit onderscheid bij De Keersmaecker eerder een loze abstraktie is -- keren weer. Ze worden geprezenteerd en geprecizeerd. Maar ook getransformeerd, zoals een slang haar huid afwerpt, een ander uitzicht aanneemt en naar haar oude gedaante kijkt.

De voorstelling wint, tegenover vroeger werk van De Keersmaecker, vooral aan scherpte en pertinentie en misschien heeft het feit dat ze zelf niet meer meedanst, er wel mee te maken. De biezonder uitgekiende illuzie van de belichting in het decor van Herman Sorgeloos suggereert dat we ons in een "onverschillige" ruimte, zoals kleedkamers of coulissen bevinden, dat niemand zich ooit op de inkleding toelegde. Maar zelfs de zaal is op die wijze bij het binnenkomen verlicht met koude TL-strips. Een schoolvoorbeeld van vervreemdingseffekt dat paradoksaal de naakte aanwezigheid van de dansers onderstreept.

Je ziet wat je ziet: de achterkant van een decor, dat van Ottone Ottone misschien, met kostuums uit die voorstelling tegen de achterwand. De vraag die De Keersmaecker indringend op de toeschouwer overbrengt, is: "Hier staan we. We moeten iets doen. Wat?". En de enscenering onderstreept dat de akteur daarvoor niets anders heeft dan zichzelf en zijn publiek. In tweede instantie, dat de koreografe niets anders heeft dan haar dansers om iets te zeggen. Waarbij dat zeggen essentieel een "ritueel" zeggen is, een zeggen dat alleen kan ontstaan in het proces van het maken van de voorstelling, en alleen via het materiaal van die voorstelling, in casu vijf meisjes.

Er is wel iets wat je als een "knoop" van de voorstelling kan beschouwen, een preliminaire intuïtie over de te volgen weg. Een verzameling teksten en beelden is de pool waarrond die intuïtie, de emotionele inhoud zich groepeert. De figuur van Stella in het gelijknamige stuk van Goethe, de figuur van Blanche in A streetcar named desire van Tenessee Williams, de figuren van Kurosawa's Rashomon.

Melancholie, een onmogelijk verlangen tot nabijheid, een kwellend besef van de inadekwaatheid van het eigen lichaam en handelen tegenover het verlangen, de vlucht vooruit in gespot, hysterisch gelach, dronkenschap of oeverloos gebabbel en verklaringen... het zit er allemaal in, maar het wordt niet samengehouden door een verhaal; hoogstens kan je spreken van een soort anekdotiek, en dan nog.

Dat heeft te maken met die voortdurende aanwezigheid van het maken van de voorstelling in de voorstelling. Wat je opvangt, HET verhaal, is het gepassioneerd bezig zijn van de koreografe met haar dansers, de bijna verliefde manier waarop ze de eigenheid van die meisjes exploreert, kombineert. Ze veruitwendigt wat een brute knoop emoties is. En daar slaagt ze ook in, want de eigenheid van die vijf meisjes tegenover elkaar en tegenover de situatie is zo juist ingeschat dat er een onmiddellijk kontakt, een bijna griezelige nabijheid tussen dansers en publiek ontstaat, op een manier die ik nog maar zelden zag.

Een aantal eigen-aardigheden van de voorstelling worden daarmee ook duidelijk. Voorwerpen uit vorige voorstellingen, sanseveria's, een pompoen, zwarte kleedjes, zijn weer aanwezig, niet als een tic of een handelsmerk, maar als voorwerpen met fetisjwaarde, vergelijkbaar met de hebbelijkheid van mensen die alleen goed kunnen werken als de juiste dingen op de juiste plaats in hun werkruimte aanwezig zijn.

Daarmee is nog niets gezegd over de struktuur van de voorstelling, en de relatie die gelegd wordt met de muziek. Een aantal strategieën bij voorbeeld die in Bartok/aantekeningen voor het eerst voorkwam, worden hier verder uitgewerkt en verfijnd. Het probleem met deze voorstelling is dat ze zo'n ontzettende densiteit heeft.

Want het verbluffend effekt van de direktheid waarmee de akteurs zonder meer aanwezig zijn en daarbovenop afspiegelingen zijn van de maker van de voorstelling, is een ongeziene vermenigvuldiging van betekenissen. De beperking van middelen laat zo ongeveer elke handeling dan nog eens binnen alle interpretatieniveaus funktioneren. Voorlopig weergaloos.

Nog tweemaal te zien in deSingel in Antwerpen, op 10 en 11 april 1990, telkens om 20 u.