Date 1989-10-21

Publication De Standaard

Performance(s) La maison des plumes vertes

Artist(s) Jean-François Duroure

Company / Organization Compagnie Duroure

Keywords durourevertesgallottaexotischeaanzettenkoreografiecosmonowildzwierendegenre-omschrijvingnarrenkoning

Dromen van een andere wereld: "La maison des plumes vertes"

LEUVEN -- De koreograaf Jean-François Duroure legt heel wat verbeelding en humor in zijn dans. De taal die hij hanteert is niet te vangen in een genre-omschrijving, ook al zou je die heel algemeen houden. Daarin vertoont hij verwantschap met een man als Gallotta, die bij vorige Klapstuk-festivals een centrale gast was, net zoals Duroure dat nu is met drie voorstellingen. Ook het voortdurend geven van aanzetten tot verhalen -- in La maison des plumes vertes wordt op voorhand zelfs een verhaaltje meegegeven -- doet aan Gallotta denken. Maar de dans overwoekert in La maison des plumes vertes het verhaalgegeven volledig, terwijl bij La Anqâ het verhaal voorop stond.

Toch verschilt wat Duroure doet op een essentieel punt van Gallotta's werk. Zijn humor en de manier waarop hij koreografeert, drijven heel sterk op de overdrijving, de pastiche, het ongerijmd kombineren van bewegingen en sferen. Dat betekent niet dat het een gratuite grappenmakerij wordt. De uiteindelijke koreografie heeft, ondanks die tegendraadse onderstroom, toch een grote elegantie en estetische verfijning.

La maison des plumes vertes wordt daardoor een voorstelling die, in het spelen met stijlen en verwijzingen, spreekt van een zoektocht, een verlangen naar een eigen (dans)-wereld. De kwasi-verliefde manier waarop hij bij voorbeeld de biezondere uitstraling van Elena Majnoni laat schitteren in "La maison..." reveleert op een indirekte manier de voortdurende verrukking die de koreograaf in zijn spel overvalt. De keerzijde van de medaille is dan wel dat de samenhang soms wel erg ver te zoeken is, dat er veel aanzetten in het ijle blijven hangen en het soms alleen maar meer mooi en sfeervol is. Maar dat is in deze voorstelling heel best,te verdragen.

De dans zet in als een hofscène in een koninkrijk in verval. Een vrouw laveert met zwalpende pas tussen verstarde mededansers. Zijden doeken hangen aan beide zijden van de scène naar beneden, beschilderd met abstrakte motieven. De dansers waaieren in alle richtingen uit, vormen paren en gaan dan weer uit elkaar. De dans desintegreert, volgens de aanwijzingen van de muziek, van statige passen tot wildzwierende uithalen en geloop. De voorstelling bereikt een eerste climax als de dansers zich opnieuw verzamelen om te dansen rond een figuur die, met pluimen op zijn hoofd als een narrenkoning, alleen staat op een verhoog.

De voorstelling neemt hier een andere wending. Die wordt eerst aangegeven door wisseling in de kledij. De vrouwen trekken lange avondjurken aan. Maar even later trekken ze weer andere, bebloemde jurkjes aan, en dat valt min of meer samen met een wijziging in de belichting, die exotische beelden op de achterzijde van de doeken laat doorschemeren. In de klankband worden terzelfdertijd exotische klankfragmenten door de "middeleeuwse" geweven. En die beelden en melodieën zijn als het ware een signaal voor de wijde vlucht die Duroures koreografie neemt. Je ondergaat het als een wilde droom, die achteraf niet meer te rekonstrueren is, maar een prettig gevoel nalaat. Ik had het gevoel dat deze voorstelling zoiets als een laatste verkenning, een grootse vingeroefening is voor Duroure, voor het mogelijk meer persoonlijke werk.

Compagnie Duroure is vanavond nog te zien in deSingel in Antwerpen om 20 u met de laatste koreografie van Duroure, "Cosmono Nox".