Date 1989-07-13

Publication De Standaard

Performance(s) Marche funèbre pour chat

Artist(s)

Company / Organization

Keywords dehollandergombrowiczfunèbrechatherenmarchegruweldadenbruzzlerijkelijkdirk

Dehollander, Van Dijck en Turbiasz spelen Gombrowicz: Macabere humor op "Bruzzle '89"

BRUSSEL - "Bruzzle '89" loopt bijna ten einde, maar je kan nog gaan kijken naar een eigen produktieopdracht van dit festival: Marche funèbre pour chat van het trio Dirk Van Dijck, Ryszard Turbiasz en Johan Dehollander. Deze kreatie is gebaseerd op Kosmos van Witold Gombrowicz.

Het non-event in plaats van een dramatische spanningsboog is op dit festival door andere teatermakers al gehanteerd, en keert ook hier weer terug. Al is dat inherent aan de tekst van Gombrowicz zelf, liet ik mij vertellen.

Op de scène staat een art-déco-interieur. De tafel, rijkelijk vol opgestapelde borden en vuile glazen, twee heren in de zetel en een geleund tegen de muur, suggereren dat hier net een feestmaal achter de rug is. Een omgevallen stoel, een gebroken bord op de grond en het stilzwijgen suggereren bovendien dat er een incident was. Maar het is typisch voor de struktuur van dit stuk dat niets daarvan wordt opgehelderd, al kan je wel allerlei dingen vermoeden.

Spanning

Het wordt allemaal nog intrigerender als blijkt dat de drie heren elkaar niet kunnen pruimen, al zijn Turbiasz en Dehollander dan uitgenodigd door Van Dijck. Maar niet alleen dat. De spanning in de kamer is om te snijden, terwijl alles klaar gezet wordt voor koffie en cognac.

Blijkt dat er op zijn minst een van de drie lichtjes gek is, en dat er vreemd-morbiede gruweldaden gebeuren rond het huis: allerlei kleine dieren worden er opgehangen aan een ijzerdraad aangetroffen, zo dat het ene lijk de weg wijst naar het volgende. Er volgen allerlei kompleet zinloze gesprekken, waaruit je wel kan leren dat alle drie de heren een discours afsteken waar geen touw aan vast te knopen is, maar waaruit geenszins blijkt wie verantwoordelijk is voor deze gruweldaden; al worden de valse sporen dan wel rijkelijk uitgezet.

Het stuk eindigt met een monoloog van Dirk Van Dijck, waarin hij uitlegt hoe hij zijn begeerten steeds verborgen kon houden voor zijn medemensen, steeds op de loer om hem te betrappen op een misstap als bankdirekteur. Zijn devies: "Als je niet hebt wat je begeert, moet je begeren wat je hebt".

Die logika wordt hier tot een soort absurd extreem doorgetrokken als hij met een monomane blik en stem als van een gevaarlijke pcrvert uiteenzet hoe hij op de duur zelfs lust kon opwekken door zijn oor te strelen. Onzichtbaar en efficiënt. Hier gaat zowat alle zin verloren, en beginnen de drie als dollemannen muziek te spelen en rond te springen.

Marche funèbre pour chat is geen onverdienstelijke voorstelling, maar zit nogal onevenwichtig in elkaar. Johan Dehollander bij voorbeeld is als akteur totaal niet opgewassen tegen de indrukwekkende prestaties van Dirk van Dijck. De macabere, onsamenhangende grand guignolsfeer van de opvoering bereikt daardoor niet het extreem hoogtepunt waar het de absurditeit van de tekst zou kunnen gaan aanvullen.

Het maakwerk dat de scènes verbindt is te duidelijk voelbaar. De langdradigheid die daardoor ontstaat wordt dan wel weer goed opgevangen door de muzikale interludia, jazzy muziek van Turbiasz, uitgevoerd door het trio akteurs, en op dat punt munt Johan Dehollander op trompet dan weer wel uit. Samen geeft dat een stuk dat op een nogal morbiede manier komisch-onderhoudend is, terwijl je toch met het gevoel blijft zitten dat het stuk met dezelfde akteurs en zonder al te veel wijzigingen een véél dwingender impact had kunnen hebben.

Nog te zien in de beursschouwburg vanavond en vrijdagavond om 22 u. 30.