Date 1989-07-05

Publication De Standaard

Performance(s) Oom Wanja

Artist(s) Jan Joris Lamers

Company / Organization Maatschappij Discordia

Keywords juliwanjavernislaagastrowteatertjekonstantenstanislavskiontluisterendesimulatieoom

Discordia met kritische lezing van "Oom Wanja": Weinig traditionele Tsjechov

BRUSSEL -- De reeks van tien voorstellingen die Maatschappij Discordia geeft tijdens "Bruzzle", opende met Oom Wanja van Tsjechov. Overigens, de eerste Tsjechov die het gezelschap speelt en een van de weinige stukken uit de reeks die nog niet te zien waren in België. Maar wel een uitstekende introduktie tot de bloemlezing uit eigen werk die ze op "Bruzzle" brengen.

Een van de konstanten in hun werk is een erg kritische, maar evengoed bijna verliefde houding tegenover teatertraditie. Nu zijn weinig auteurs als Tsjechov zo beladen met traditie, die bijna even oud is als de eerste opvoeringen van zijn werk. Zoals regisseur Jan Joris Lamers opmerkte, is er geen generatie geweest die niet zijn psychologische, sociologische of literaire interpretatie heeft meegegeven aan het stuk. Dat werkt als een dikke vernislaag van niet al te beste kwaliteit op een meesterlijk schilderij, je ziet de oorspronkelijke kleurenpracht niet meer. Een eerste stap in het wegkrabben van die vernislaag, was het maken van een nieuwe vertaling van dit stuk door Robert Steyn; een vertaling die vooral gekenmerkt wordt door de "alledaagsheid" van de gebruikte woorden en uitdrukkingen. Dat veroorzaakt een lichte schok, omdat je meer plechtstatige formuleringen gewend bent van de oude standaard-vertaling uit de jaren '50.

Komedie

De groep speelt in de ruimte die gecreëerd is door dit uitstel van herkenning. Daardoor wordt de patetiek die traditioneel gepaard gaat met Tsjcchov-opvoeringen -- men vergeet systematisch dat Wanja een komedie is -- tot zijn ware proporties teruggebracht. Het is bijvoorbeeld volstrekt onnodig om van Yelena een razend knappe schoonheid te maken; de leeghoofdige kletskous die Annet Kouwenhoven met zichtbare en gepaste nonchalance neerzet, is ruim voldoende. Want dat belet dat het verhaal een zoveelste versie wordt van de myte van de passionele liefde waar een publiek heerlijk in kan wegdromen; nee, precies deze interpretatie doet het gebeuren met al zijn bittere komiek uitkomen: welke vrouw hier ook was binnengekomen, ze was altijd goed geweest als objekt van projektie van het onbehagen van Wanja en Astrow.

De realiteit van deze situatie wordt door Titus Muizelaar als Astrow perfekt gedemonstreerd. Het is niet de tragische, sombere denker en filantroop die zijn idealen niet kan realizeren in de werkelijkheid door het onbegrip van de anderen. Het is eigenlijk precies andersom, hij kan met de werkelijkheid (bijvoorbeeld Sonia, een schitterende Frieda Pittoors) niet overweg, en vlucht in utopische projekten ter verbetering van de wereld, tot een nog sterkere utopie onder zijn neus passeert. En passant kan je in deze regiekeuze een nogal sarkastische kommentaar lezen op een bepaald slag wereldverbeteraars.

Die kritische lezing wordt verdubbeld door een "kritische" akteerstijl, wat je ook een van de konstanten van het gezelschap zou kunnen noemen. Als dat zo uitkomt kan er al eens stevig "geakteerd" worden, met alle nodige overdrijving, zoals Gerrit Bons demonstreert als de hansworst die er niets van begrijpt. En het is in deze regie zeker niet de bedoeling een ontluisterende lezing te geven van het stuk of tegendraads te akteren. Maar de realistische, inlevende stijl -- die na Stanislavski een eigen leven is gaan leiden, en via Amerikaanse films onze manier van kijken uiteindelijk drastisch beïnvloed heeft -- wordt hier met een pincet gehanteerd, alsof de spelers willen zeggen: "Kijk, dit zouden nu bijvoorbeeld de handelingen kunnen zijn die je in dit geval, met deze lezing van de tekst, had kunnen stellen".

Psychologie

Alsof ze duidelijk willen maken dat die alom bekende psychologische speelstijl inderdaad een goede basis is om Tsjechov te spelen, zolang je maar blijft beseffen dat de psychologie een effekt van de tekst en de handeling is, niet een noodzakelijk element van een voorstelling. Maar een effekt dat wel zeer doeltreffend is om een vertederd-ironische, soms zelfs cynische kijk op het menselijk handelen weer te geven. Meer nog, het is dit effekt, die bepaalde stijl van akteren, die dit gevoel mogelijk maakt. Een eerbetoon dus aan een speeltraditie, die blijkt nog steeds te kunnen werken, als je de nodige reserve in acht neemt.

Het decor van deze voorstelling is een kommentaar op zich; de kleine, diepe scène is volgehangen met doeken, die een na een opengeschoven worden, waarbij steeds meer art-déco-meubels, met hier en daar een stuk uit een andere periode, zichtbaar worden. Dat gaat eindeloos lang door, de hele duur van het stuk, tot na het laatste doek de naakte muren van de scène, met een mezzanine als een klein teatertje, in zicht komen. Het beeld dat zo gecreëerd wordt, heeft, net zoals de voorstelling -- een uitputtende analyse van de voorstelling zou je erg ver kunnen voeren -- een enorm interpretatief potentieel. Het is zowel een simulatie van de verstikking van een binnenruimte waar elke nieuwe opening een nieuwe chaos van opgestapelde herinneringen ontsluit, een ontluisterende presentatie van het bezit waar het allemaal om blijkt te draaien, als finaal een simulatie van het eerste teatertje waar Stanislavski Tsjechov met daverend sukses opvoerde, met nog tientallen nuances daartussen.

In de reeks voorstellingen van Discordia kan je nog gaan kijken naar "Op de hellingen van de Vesuvius" van Wanda Reisel op 5 en 6 juli, "Am Ziel" van Bernhard op 7 en 8 juli, "Der Schein trügt" van Bernhard op 10 en 11 juli, "Rit ter, Dem, Voss" op 12 juli en "Tulpen Vulpen" van Gerardjan Rijnders op 14 juli, telkens in het Kaaitheater, om 20 u. In de "markten" speelt dan weer "Private Lives" van Noël Coward op 10 en 11 juli, en "Marivaux" op 14 en 15 juli, telkens om 22 u 30.