Date 1989-03-01

Publication De Standaard

Performance(s) Les porteuses de mauvaises nouvelles

Artist(s) Wim Vandekeybus

Company / Organization

Keywords paneelnouvellesvlonderssteentjeakteurskledingstukkenopgevangenjonglerenhoutenvuur

Snel, hard, opwindend: "Les porteuses de mauvaises nouvelles" van Wim Vandekeybus

BRUSSEL -- Les porteuses de mauvaises nouvelles van Wim Vandekeybus drijft op dezelfde pure energie-explosie die ook zijn eerste werkstuk, What the body does not remember -- waarvoor hij in New-York de Bessie-award kreeg -- bepaalde. Acht akteurs, of dansers of zelfs akrobaten als je wil, halen halsbrekende toeren uit op muziek van Thierry De Mey die langzaam verschuift van strijkersklanken naar puur en hard, maar ook erg ritueel aandoend ritme.

Les porteuses de mauvaises nouvelles is trouwens beter dan die eersteling: een hoop ballast, in de vorm van halfgrappige scènetjes met stoelen en kledingstukken die wisselen, is geschrapt. De voorstelling is qua ritme en afwisseling veel zorgvuldiger uitgebalanceerd, en de scenografie is daar een belangrijk strukturerend element in. De acht akteurs bewegen op een houten vloer, een mozaïek van houten vlonders, tegen de achtergrond van een groot geschilderd paneel op een drietal meter van de grond met het uitvergroot patroon van een grove spaanderplaat.

De vloer wordt in de loop van de voorstelling opgebroken, met de vlonders worden torens gemaakt waar de dansers op klimmen om kledingstukken hoog aan het plafond weg te grissen, en ten slotte worden ze onder het paneel opgestapeld en maken zo een nieuwe scène-ordening.

De belichting speelt daarop in door steeds nadrukkelijker deze tweede, lukrake stapeling met gekleurd licht van achter het paneel tot fascinerende einder van het "terrain vague" van de voorstelling te maken. De voorscène wordt door een nadrukkelijke achterbelichting van bovenuit het toneel van dramatische clair-obscur afwisselingen.

Het is moeilijk achteraf uit te maken wat de voorstelling zo fascinerend maakt, want op de keper beschouwd is wat de akteurs doen wel spectaculair, maar is de waaier van bewegingen waar ze uit putten om hun spel met vuur te spelen (letterlijk, halverwege de voorstelling), klein. Vandekeybus heeft de juiste intuïtie om je aandacht te houden, zelfs met zeer kleine effekten.

Het wachten tot de voorsteling begint, dat vervelende tijdsverloop, wordt opgevangen door een gimmick: een wit voorwerp hangt op de rand van de scène boven twee hete platen. Af en toe valt er een druppel uit, die sissend verdampt. Een hommage aan Beuys denk je misschien, maar uiteindelijk blijkt het niet meer dan een bevroren nat hemd, dat later op de voorstelling hardhandig van de laatste ijsklonters ontdaan wordt. Een akteur trekt het aan, heeft koud, en dat is dan weer aanleiding om de kleren van het plafond naar beneden te halen en van kledij te veranderen. Simpel, maar het werkt wel.

Bij de aanvang drentelen de akteurs wat rond het houten speelvlak en werpen darts naar de andere zijde, naar elkaar misschien ook wel. Dadelijk daarop begint het eigenlijke spel. Eerst als eenzame tegenspelers stormen ze het speelvlak op, en werpen er zich met volle snelheid tegenaan. Daar komt een soort patroon in tevoorschijn, en in wisselende konfiguraties, vanuit steeds andere hoeken verschijnen spelers die "landen" op het podium en vanuit die liggende houding met enorme kracht de lucht inveren om weer neer te dreunen.

Daar komt snel een nieuw tema bij: een speler veert op, en wordt in de vlucht opgevangen door een andere. Je merkt dat de spelers op elkaar ingesteld zijn, en een enorm vertrouwen in elkaar hebben, want een misstap zou algauw ernstige verwondingen kunnen opleveren door de snelheid waarmee de akrobatieën uitgevoerd worden.

Later in de voorstelling vertellen de akteurs nog verhaaltjes, en jongleren met een steentje waarbij je kan raden in welke hand het steentje uiteindelijk terecht komt. En ze spelen ook letterlijk, tijdens dat jongleren, allen neergezeten op de voorrand van de scène, met vuur, dat langs een lont tussen hun armen doorloopt.

Maar dat zijn als het ware secundaire tema's naast de puur vormelijke bewegingsdrift waarachter je een hecht groepsverband kan vermoeden. En wellicht is het gevaar dat voortdurend schuilt in de voorstelling, maar telkens weer ontweken wordt door de perfekte timing, de echt essentiële "kick" die je ervaren krijgt. Want al is het dan ook scenografisch mooi georganizeerd, zit de afwisseling van beelden goed, het is verder een nogal lege voorstelling: als je vergelijk met wat b.v. Edouard Lock met Louise Lecavalier in Lalala Human Steps doet zijn de vormelijk spanningen tussen muziek, tekst, beweging en scènebeeld niet echt sterk genoeg om meer dan een snel overwaaiende opwinding te verwekken.

Maar daarin is de voorstelling dan wel uitstekend geslaagd.

Nog te zien in de Ancienne Belgique te Brussel van woensdag- tot vrijdagavond om 20 u 30.