Date 1988-22-18

Publication De Standaard

Performance(s) Rinus

Artist(s)

Company / Organization Nieuw West

Keywords rinusjongewaardmoederrijksdagmarienpatosbrandschitterendkontrastontwikkelingsgeschiedenis

Onthutsende patetiek in "Rinus"

LEUVEN - Verleden jaar was "Rinus" van de Nederlandse teatergroep "Nieuw West" (de naam is afkomstig van de nieuwe wijken die na de oorlog buiten Amsterdam gebouwd werden) al eens te gast in Leuven. Die voorstelling ging toen vrij onopgemerkt voorbij, maar na de grote publieksbijval op het Teaterfestival in Rotterdam, waar de belangrijkste stukken van het afgelopen seizoen de revue passeerden, komt de voorstelling hier een tweede keer op toernee. Een kans om deze toch wel zeer unieke mengeling van patos, kitsch, psychologisch portret en politiek pamflet, schitterend geakteerd door Marien Jongewaard, bij te wonen.

"Rinus" vertelt het verhaal van Marinus van der Lubbe, de Nederlandse kommunist die de Rijksdag in 1933 in brand zou gestoken hebben. Maar het stuk is geen historische rekonstruktie. De tekst van Rob de Graaf is een lange monoloog, die opgebouwd is als een soort collage van verschillende fragmenten met elk hun eigen stijl. Het merkwaardige is dat het de moeder van Rinus is die het verhaal vertelt. Marien Jongewaard voert daardoor een dubbele travestie uit. Eerst speelt hij de moeder, een verslaafd straathoertje dat leeft in een mytologische droomwereld -- de patetiek van deze vrouw, het schrijnend kontrast tussen wat ze denkt en haar povere realiteit wordt schitterend in beeld gebracht door een onverschrokken patetiek en sentimentaliteit in het akteren, wat resulteert in een zeer cru vervreemdingseffekt -- om dan vervolgens als moeder in de huid van Rinus te stappen.

Dat verhaal van Rinus is eigenlijk een korte ontwikkelingsgeschiedenis. Je ziet hem eerst, naakt op de grond als een hulpeloos kind dat de affektie van zijn moeder moet delen met heel wat vreemden. Dat wordt alweer heel sterk aangezet, en veroorzaakt tegelijk een soort (melodramatische) sympatie voor de figuur en een helder inzicht in de futiliteit -- de tragiek van de duts -- van zijn politiek engagement waarin hij zich "sterk" wil maken. Als een nieuwe messias wil hij een nieuwe broederschap onder de arbeiders gaan stichten en een grote daad gaan stellen. Dat de vlucht dïe zijn gedachten nemen, geen enkele aansluiting meer hebben op de realiteit, en dat het eindpunt, als hij zijn kleren in brand steekt om "warmte" te brengen, in de Rijksdag, terugverwijst naar zijn trieste uitgangsverhaal, wordt door de ingenieuze schriftuur en het toch wel verbluffend rijke -- en toch zeer samenhangende -- spelregister van Jongewaard zeer aannemelijk gemaakt. En passant wordt er, en zonder dat je er echt erg in hebt dat hier een volledige nevenplot ontwikkeld wordt, gesproken over de moderne kunst in het interbellum, wordt teater uit die periode gcpasticheerd en worden de levensomstandigheden in die tijd tastbaar gemaakt.

Het stuk laat zich dus op zeer diverse manieren bekijken, maar maakt daarbij sterk gebruik van een ongeziene patos in het akteren. Het is het kontrast tussen de herkenbaarheid, meeslependheid daarvan en de vervreemding die in de tekst besloten ligt die van het stuk een zeer boeiende en soms nogal onthutsend direkte kijkervaring maken. Het eindigt met de moeder die weer opkomt en pas nu haar identiteit prijsgeeft. Het emotionele orgelpunt is daarmee bereikt als ze zegt dat ze Rinus' verhaal vertelt om "warm" te worden van binnen, terwijl het verhaal zelf tegelijk de zieligheid van de verhouding tussen moeder en zoon zeer "straf" gedemonstreerd heeft.

Vanavond om 20 u. 30 in Beursschouwburg te Brussel.